“Mij niet gezien”, zei Nobuo Uematsu, de beroemde componist van videogame-muziek, toen spellenmaker Square Enix in 2004 besloot het hoofdkwartier van Meguro naar Shinjuku te verplaatsen. Uematsu was zo gehecht geraakt aan de rust en het groen van Meguro, dat hij bereid was er zijn ongetwijfeld uitstekende contract voor op te zeggen. Wie deze halte op de Yamanote-lijn bezoekt, snapt waarom.
Meguro, één van de 23 speciale wijken van Tokyo, staat net als de vorige halte Ebisu niet bekend om zijn enorme bedrijvigheid. Het gebied wordt met name gebruikt om in te wonen, al blijft het als onderdeel van de hoofdstad uitermate dichtbevolkt: bij de meest recente telling in 2015 werd elke vierkante kilometer door 18,890 personen bewoond.
Dat gebeurt, in tegenstelling tot in sommige andere stadsdelen, al sinds de prehistorie: in het noordelijke deel werden overblijfselen uit de Jōmon-periode (14.000 – 300 voor Chr.) aangetroffen. De naam is echter veel recenter: na de oprichting van het Tokugawa shōgunaat werd het gebied opgeslokt door het snel uitdijende Edo (de toenmalige naam van Tokyo).
Meguro betekent letterlijk ‘zwarte ogen’, wat verwijst naar de oogkleur van het Fudo-standbeeld dat de Tokugawa’s er lieten plaatsen. Deze boeddhistische wraak- en beschermgod werd op nog vier andere strategische plekken in Edo geplaatst (waaronder in Mejiro, oftewel ‘witte ogen’) en moest de stad beschermen tegen eventuele aanvallers. Je mag wel stellen dat die beelden zin hebben gehad, want de Tokugawa’s konden ruim 250 jaar onbedreigd hun gang gaan. De grenzen van Meguro zijn in de loop der eeuwen wel een paar keer verschoven, maar liggen sinds 1932 zoals ze nu zijn.
Plek om te werken
Square Enix mag Meguro dan 13 jaar geleden hebben verlaten, maar in de wijk wordt nog steeds ook gewoon gewerkt. Niet de minste bedrijven hebben er hun hoofdkantoor: Unilever Japan, Amazon Japan en Walt Disney Japan zijn enkele buitenlandse grote namen. Met de hoofdkantoren van boekenketen Kinokuniya, warenhuis Don Quijote en New Japan Pro Wrestling is het Japanse bedrijfsleven er eveneens goed vertegenwoordigd.
Maar zoals gezegd kom je in Meguro vooral voor het groen. Dat is er niet alleen in overvloed, maar is hier en daar ook nog behoorlijk beroemd: de Meguro-rivier is aan beide oevers omzoomd door talloze sakura-bomen, wat deze in het voorjaar een geliefde plek voor hanami en wandelingen maakt. Grote kans dat je bijgaand uitzicht al kent!
Een ander stukje groen dat de moeite van een bezoekje meer dan waard is, is de Meguro Sky Garden. Tuinen op daken vind je over de hele wereld, maar de Japanners – door het voortdurende en schrijnende ruimtegebrek meesters in stapelen – bouwden deze tuin bovenop de kruising van twee drukke verkeersaders. Tussen grasmat en snelweg kan bovendien ook nog worden gewoond, gewinkeld, gesport en gelezen.
Meguro biedt onderdak aan (voor Japanse begrippen veel christelijke gebedshuizen. Zo is er de katholieke Himonya-kerk, waar missen in het Japans worden gehouden. Wie geen Japans, maar wel Duits spreekt, kan terecht in de katholieke Sankt Michael-kerk. Dan is er
nog de Anglicaanse St. Paul’s Church, die nauwe banden onderhoudt met de beroemde Rikkyo University in Ikebukuro. Deze werd net als de kerk in de 19e eeuw gesticht door Channing Moore Williams, Anglicaans missionaris in China en later Japan.
Uiteraard is er in Meguro aan boeddhistische tempels en shintoïstische schrijnen geen gebrek. In de boeddhistische Ryūsen-ji kunnen bezoekers nog steeds diep in de boze zwarte ogen van de naamgever van de wijk staren. De drukte ontlopen kan uitstekend bij de shintoïstische Himonya Hachiman-gu, waar eigenlijk alleen met nieuwjaar grote drommen mensen op af komen.
Plek om te wonen
Meguro bewijst waarom Tokyo altijd wordt omschreven als een verzameling steden: met zijn lommerrijke parken en het langzame leeftempo is het de ultieme tegenhanger van drukke wijken als het aangrenzende Shibuya en Shinjuku. Wij zouden er ons contract ook voor opzeggen.
2 juni 2017