Na de (relatieve rust) van Shin-Okubo en Koreatown, volgt Shinjuku. Deze wijk is hét administratieve centrum van Tokyo. Bezoekers treffen er zowel de hoogste gebouwen als het grootste red light district van de stad: overdag werken salarymen zich er het snot voor de ogen, ’s avonds zakken ze er lekker samen door. In principe hoeven ze het district nooit te verlaten.
Dat ze dat wel doen, blijkt onmiddellijk wanneer je op station Shinjuku uitstapt: per dag maken 3,6 miljoen reizigers gebruik van het station, dat daardoor te boek staat (ook in dat van Guinness) als verreweg het drukste station ter wereld. Het is met 36 perrons, vijf andere direct verbonden stations en 200 uitgangen ook gelijk één van de grootste én meest ingewikkelde OV-hubs ter wereld: wie het station niet kent, kan met een beetje pech aardig wat kilometers afleggen voor de juiste uitgang of overstap is gevonden.
Dat grote aantal reizigers komt doordat in Shinjuku zich een groot aantal bedrijven heeft gevestigd, maar ook omdat de wijk – net als Ikebukuro – al eeuwen fungeert als toegangspoort tot de hoofdstad, in dit geval voor reizigers uit zuid-westelijke richting. Daar ontleent Shinjuku ook zijn naam aan: het betekent letterlijk ‘nieuw station’.
Wie een uitgang heeft weten te vinden treft op de gevels rondom het station namen als Olympus, Seiko Epson, Square Enix, McDonald’s Japan, Yoshinoya, Fuji Heavy Industries en Nissin Foods aan. Het is nog net niet het Japanse equivalent van de Londense City – dat bevindt zich namelijk in Nihonbashi – maar alsnog een zeer belangrijk zakencentrum. Dat zie je ook: het voor Japanse begrippen seismisch stabiele Shinjuku telt in vergelijking met de rest van de hoofdstad een stuk meer hoge gebouwen. Voor de honderdduizenden salarymen die elke dag naar kantoor komen moeten natuurlijk wel genoeg cubicles zijn.
Een markante wolkenkrabber is het gebouw waarin de Tokyo Metropolitan Government huist. Dit door Kenzo Tange (bekend van het Olympische gymnasium in Harajuku) ontworpen gemeentehuis kent een kathedraalachtige constructie, met twee (voor Tokyo) hoge torens van 243 meter aan de voorzijde. Op de eerste 47 verdiepingen werken dagelijks meer dan 13.000 ambtenaren, maar de bovenste verdieping van beide torens is gereserveerd voor bezoekers die de stad altijd al van boven hadden willen bekijken. Met slecht weer of bij bewolking is het zicht nog geen twee meter, maar op een heldere dag kun je er Mount Fuji zien. De stad kent meer observatieplatformen (zoals de Tokyo Tower en Sky Tree) maar dit uitkijkpunt is geheel gratis. Als we één tip mogen geven: de lift gaat vrij snel op en neer en combineert zodoende wat minder goed met een recente lunch.
Die kun je beter na afloop nuttigen in de straten rondom het zakendistrict. Daar zijn talloze kleine en grotere eettentjes die voor ieder wat wils bieden; hardwerkend Tokyo moet immers ook eten. Dat kan Japans zijn – ramen, tonkatsu, yakitori, udon en sushi zijn allemaal beschikbaar – maar de gebruikelijke fastfood- en family-restaurants ontbreken evenmin.
Fanatieke shoppers kunnen in Shinjuku hun hart ophalen: de wijk kent een schier oneindig aantal gigantische warenhuizen en winkelcentra. Sommige daarvan grenzen aan het treinstation of één van de metrostations en bieden, zoals bij zulke winkelcentra gebruikelijk is, niet veel bijzonders. Vrouwelijke winkelaars doen er echter goed aan om Shinjuku MYLORD niet over te slaan: zeven verdiepingen vol mode en drie verdiepingen met restaurants vormen samen een meer dan aardige dagbesteding. Een ander bekend modewarenhuis is het veertien verdiepingen tellende Takashimaya Times Square. En wie niet op zoek is naar een nieuwe garderobe, kan zijn of haar lol op in de grote filialen van Bic en Yodobashi Camera, de Japanse Saturn en MediaMarkt.
Boekenwinkel Kinokuniya is wat dat betreft de Japanse versie van Selexyz, maar dan niet verliesgevend en met een sortering waar zelfs de grootste boekenliefhebber versteld van zal staan. De huidige winkel werd geopend in 1964 en telt bovengronds negen etages en ondergronds twee, allemaal ter grootte van een voetbalveld. Naast ieder denkbaar Japans boek in omloop vind je er een uitgebreide en geweldige selectie Engelstalige boeken en magazines – Kinokuniya importeert deze al sinds 1949. Het is één van de grootste boekverkopers van Japan, en telt meer dan 80 filialen wereldwijd.
Wie op zoek is naar tijdverdrijf van een andere aard, is in Shinjuku eveneens op de goede plek. Waar gewerkt wordt, moet naast gegeten ook ontspannen worden. Het telt daarom een groot aantal cafés en bars van diverse pluimage, waarvan het leeuwendeel zich in Kabukicho, het grootste red light district van de stad, bevindt. De buurt ontleent zijn naam aan het kabuki-theater dat er in de jaren ’40 gebouwd zou gaan worden. De eerste paal van dat theater is nog altijd niet de grond in gegaan, maar de naam is gebleven.
Het is overigens geen zichtbaar red light district – in Japan is prostitutie namelijk sinds 1956 illegaal, maar wordt nog steeds oogluikend toegestaan. Dat heeft geleid tot etablissementen met eufemistische titels als ‘soapland’, ‘pink salon’, en andere ‘gezondheidwinkels’. Dat trekt onherroepelijk ook criminelen aan: naar verluidt zijn veel yakuza-bendeleden actief in de buurt, en baten ze samen tientallen gelegenheden uit. De gemeente doet sinds de millenniumwisseling actief haar best om daar wat aan te doen maar cijfers zijn niet bekend. Dat betekent overigens niet dat de buurt echt onveilig is – laat de wat al te schimmige etablissementen links liggen en schenk ruziezoekers geen aandacht, en er kan je niets gebeuren.
30 januari 2017