Otsuka is geen groot station, maar van 12 tot 15 augustus stappen er ruim anderhalf miljoen mensen uit vanwege het Awa Odori-festival. De rest van het jaar is Otsuka een fijne plek om te wonen, te werken en te logeren.
Otsuka maakt, evenals het nabijgelegen Sugamo, deel uit van het stadsdeel Toshima in Noord-Tokyo. Toshima is geen toeristische trekpleister, maar wie er woont, gaat er niet meer weg. De Otsuka-omgeving wordt met name bewoond door jonge werkenden en gezinnen: de Japanse Yuppen. Er zijn veel goede kleinere restaurants, supermarkten en konbini’s, intrigerende en goedkope Daiso’s (100 yen-shops). Het is er bijna overal autovrij of minstens autoluw. En och, voor wie zich in het grote gewoel wil storten, is Ikebukuro maar één halte verderop met de Yamanote-lijn.
Ryozan Park: Otsuka’s Innovative Workspace for Parents
De Yuppen-met-kinderen hebben het in Otsuka goed voor elkaar. Ryozan Park: Otsuka’s Innovative Workspace for Parents ligt bij het station en telt drie verdiepingen met kantoorruimte elk in een ander thema. De core-business: werken en crèche in één. Naast dus de benodigdheden van een kantoorwerkplek is er ook speelruimte en opvang voor kinderen, slaapgelegenheid voor de peuters en een grote keuken en ruime tatami-eetkamer. Woow, wat een goed idee. Zie de website voor meer informatie.
Met de tram naar de waterhandel
Naast de Yamanote-lijn kun je ook gebruik maken van de Toden-Arakawa-tram. Het is de enige van de ooit zo talrijke tramlijnen in Tokyo die is overgebleven. De lijn verbindt haltes tussen Minowabashi en Waseda in het noordelijk deel van Tokyo. Minowabashi ligt vlakbij het historische Yoshiwara, één van de meest befaamde red-light-districten in Japan. De tram biedt gasten aldus de gelegenheid een passende manier om terug te gaan in de tijd en je te verbazen over de “waterhandel”, zoals het oudste beroep ter wereld in Japan eufemistisch genoemd werd. Yoshiwara was een ommuurde wijk in het Edo van toen, volledig gevuld met theehuizen en bordelen. In deze amusementswijk woonden courtisanes, oiran en geisha’s, personeel en de bordeelhouders. Yoshiwara werd door het Shogunaat gebouwd met een reden: in het Japan van toen werd alles onder controle gehouden, zo ook de prostitutie en de muur om de bedden.
Gokoku-ji
Deze boeddhistische tempel (van de shingon-tak) werd aan het eind van de 17e eeuw gebouwd op last van de vijfde shogun Tokugawa Tsunayoshi, die hem -vertederend – aan zijn moeder opdroeg. Moeder Tokugawa was blijkbaar een krachtige dame, de tempel ziet er even zo indrukwekkend uit. Bovendien heeft de tempel alle natuurrampen overleefd én ook de bombardementen op Tokyo tijdens de tweede wereldoorlog. Gokoku-ji staat dan ook de lijst van Important Cultural Properties (Jūyō bunkazai), gebouwen en bouwwerken die door de overheid zijn aangewezen als zijnde van groot belang voor het Japanse volk. Op de naastgelegen begraafplaats tref je menig nationaal en internationaal bekende naam. Onder meer Okuma Shigenobu, Meiji-politicus en oprichter van de prestigieuze Waseda Universiteit, en voormalig veldheer en eerste minister Yamagata Aritomo zijn hier ter aarde besteld.
Shibarare Jizo
Shibarare laat zich vertalen als gestrikt of verbonden: Het vriendelijke ronde gezicht van Jizo is het enige nog zichtbare deel van het beeld in de Rinsen-ji tempel uit 1602. De rest van zijn lijf is volledig omwikkeld met koordjes en touwtjes die door het publiek worden gebonden om Jizo’s hulp in te roepen bij ziektes van de kinderen, of bijvoorbeeld naar het zoeken naar vermiste voorwerpen. You name it, Jizo fixes it. Ofschoon het de bedoeling is dat je het touwtje weer verwijdert wanneer het probleem is verholpen (en dus eigenlijk altijd :-)) raakt het lijf van deze boddhisattva van het mededogen in de loop van het jaar volledig verstrikt in een onontwarbare kluwen van touw. Aan het einde van het jaar houdt de tempel dan ook een ceremonie waarin Jizo wordt bevrijd door de “hulpvragen” te verbranden. De bewegingsvrijheid duurt niet lang, even de benen strekken, want op 1 januari hangen de eerste koorden er al weer.
Otsuka Awa Odori Matsuri
Het Awa Dansfestival (阿波踊り) vindt elk jaar plaats van 12 tot 15 Augustus in Otsuka en maakt deel uit van de Obon festiviteiten die in geheel Japan gevierd worden. Meer dan 1000 dansers nemen deel aan dit meerdaagse feest. Op de avond voor het eigenlijke festival worden ceremonies gehouden en demonstreert iedere dansgroep hun kunnen. De dansdag zelf is een parade waarin de groepen dansers met hun eigen choreografie en muzikanten door de straten wervelen. Ritmiek van trommels en bellen, shinobue-fluit, en het in koor zingen en roepen van de danseressen vullen de oren van de duizenden toeschouwers. De ogen worden beh(k)oorlijk getrakteerd op de obon-kostuums van de danseressen die voor elke groep anders zijn. Alle danseressen dragen de voor dit bon-festival traditionele gevouwen strohoed, die schuin naar achteren helt. Er is een levendige en felle competitie tussen de dansgroepen, zodat een ieder zijn of haar best doet alsof het leven er van af hangt.
Jizo mag dan het gehele jaar in de touwen hangen, de danseressen hebben het voorwaar ook niet gemakkelijk, een van de voorschriften is dat tijdens de dans de handen en armen in de lucht gestoken zijn. En blijven. Daarbij trippelen de dames dagenlang op geta-klompjes die alleen bij de tenen de grond dienen te raken. Beide bewegingen dragen weliswaar bij aan een oneindige gratie, maar ook aan barre vermoeidheid. En aan immense bewondering van de auteur.
26 oktober 2016