In maart stonden in grote delen van Japan de kersenbloesems in bloei. Het bewonderen daarvan is een heus cultureel fenomeen en staat bekend als hanami (‘bloemen kijken’). Er zijn er familiepicknicks, middagborrels met vrienden of zakenpartners en hangt er een algehele kermissfeer. De bloesems staan echter ook symbool voor een nieuw begin: het begin van het schooljaar, en het begin van het burgerbestaan. Het is dit laatste verschijnsel waar ik wat dieper op in wil gaan.
Ieder jaar in maart beginnen door het hele land pas afgestudeerde jonge Japanners aan hun werkend bestaan. Dit zijn de shinnyuushain (‘nieuw binnenkomende werknemers’), wiens leven ingrijpend verandert. Hoewel mensen tegenwoordig niet meer standaard hun leven lang bij één bedrijf werken of zeker zijn van hun baan, is Japan nog steeds een hiërarchisch land. Zeker voor jonge mensen is het bedrijf nog steeds een belangrijk deel van hun dagelijks bestaan en identiteit. Net als bij een Nederlandse studentenvereniging worden de ‘eerstejaars’ ingewijd met een plechtige ceremonie. De ceremonies van grote bedrijven zoals Sony of Toyota, waaraan honderden jonge mensen deelnemen, worden zelfs uitgezonden op de nationale televisie. Vaak moeten zij een korte speech voorbereiden, een goede indruk maken en zich introduceren binnen het bedrijf, dat de komende tijd hun sociale leven zal beheersen.
Dan begint de kenshuu (‘introductieperiode’). De eerstejaars krijgen ongeveer één tot drie maanden lang een inleiding in het bedrijf, waarin ze de structuur en daar geldende normen en waarden leren, en worden opgeleid voor hun specifieke afdeling. De Japanners met wie ik samenwoon in Osaka worden bijvoorbeeld verplicht om iedere dag twee handgeschreven A4’tjes over hun gevoelens in te leveren bij de begeleiders. Daarnaast worden ze geïnitieerd in het Japanse gebruik van samen naborrelen in de izakaya (‘kroeg’), overuren draaien, en erg veel op bedrijfsuitjes gaan om de teambuilding te bevorderen. Dit alles is uiteraard verplicht.
Mijn Japanse huisgenoten gaan iedere dag om acht uur ’s ochtends weg en komen tussen zeven en tien uur ’s avonds weer thuis. Ook in het weekend. Het is niet voor niets dat een derde van de Japanners hun echtgenoot ontmoet op het werk. Ondanks de lange uren en vele verplichtingen lijken de meesten er wel lol in te hebben, maar dat heeft misschien ook met het salaris te maken.
3 mei 2013