Wabi-sabi: perfecte imperfectie

Japanners streven naar perfectie. In producten, dienstverlening en omgangsvormen. En omdat het werkelijk bereiken ervan zo frustrerend moeilijk is, waarderen ze datgene waar ze maar nauwelijks invloed op kunnen uitoefenen. Wat van natuurlijke materialen is gemaakt, verandert, verweert, zet uit en krimpt, breekt. De natuur is onvoorspelbaar en oncontroleerbaar. De natuur is imperfect, incompleet, vergankelijk: het zijn de wezenskenmerken van het Japanse concept Wabi-sabi.

Hoe vaak deel jij een ‘toppie’ uit? Hoe vaak beantwoord je een mail met ‘Toppie!’ wanneer de ander jou een dienst levert of bewijst? Toppie, als in topprestatie, als in er is niets hogers dan de top? Als in, wat ben je er blij mee, wat is de ander blij met jou. Is je product, je geleverde dienst dan ook werkelijk top? Misschien wel perfect? Vermoedelijk laten we de ander weten dat we blij zijn met bijvoorbeeld de snelheid van levering, met überhaupt een antwoord, met het feit dat we een goede richting op gewezen worden, dat we een ander waarderen om de genomen moeite. Toppies worden echter zo vaak uitgedeeld en ontvangen, dat ze hun waarde dreigen te verliezen.   

Streven naar perfectie

Echte toppers in Japan zijn naadloze houtverbindingen zonder lijm, schroef of spijker, een foutloze én bewogen uitvoering van een klassiek muziekstuk, een effectief en efficiënt bedrijfsvoeringsmodel waar werknemers én managers gelukkig mee zijn. Een honderdjarige maar springlevende bonsai. Een vlijmscherp en flexibel keukenmes. Het risicoloos genieten van een plakje kogelvis. Het binnen drie dagen weer operationeel hebben van een door een tyfoon overstroomd vliegveld. Het presenteren van een volledig met de hand getekende speelfilm, waarin álles klopt. Oneindig trainen om de beste te worden.

Made in Japan staat ook buiten de landsgrenzen al eeuwen garant voor kwaliteitsporselein, voedingsproducten, auto’s die je nimmer in de steek laten, compacte en toch veelzijdige camera’s. Producten die veelal ‘bestudeerd’ zijn in het buitenland, om ze vervolgens drastisch verbeterd zelf te vermarkten. ‘Perfect’ bestaat vermoedelijk niet, zeker niet in de ogen van de perfectionist, maar het streven naar de staat van perfectie zorgt wel voor een hoog niveau van kwaliteit. Toppie!

Waar komt die hang naar perfectie vandaan?

Het streven naar perfectie heeft zeker wortels in het vergaande groepsbewustzijn en in nog steeds gewaardeerde arbeidsrelaties tussen meester en gezel en ook buiten de leerwerkplaats getransformeerde senpai en kohai-relaties. De junior leert van de senior, en omgekeerd wil de junior ook de senior (de baas op het werk, de muziekleraar, een aan jou toegewezen hogere jaars-student, je oudere gezinsleden) plezieren en verrassen, met verworven vaardigheden en opgedane kennis ten behoeve van producten, activiteiten, omgangsvormen. De etiquette is erop gericht om de ander minstens niet tot last te willen zijn.
Het je aanpassen, niet – negatief – boven het maaiveld willen uitsteken, geen gezichtsverlies willen lijden: De groep is belangrijker dan de ik. Dat heeft zijn voordelen. Het gaat immers goed met Japan, maar de sociale controle is ook wel erg groot: iedereen kijkt overal en altijd over je schouder mee. Probeer dan maar eens volmaakt ‘toppie’ te zijn.

Je stinkende best doen. Meer kun je niet. Maar minder ook niet. Dat laatste werd met het invliegen van taoïsme en daarna boeddhisme vanuit China vanaf de 7e eeuw krachtig onderwezen. Eert uw vader en uw moeder (totdat je erbij neervalt). Houd je aan het achtvoudige pad. Doe de juiste dingen en doe ze juist. En zoals met alles wat Japan binnenkomt: Ook deze principes werden na introductie bestudeerd en verbeterd. Streng verbeterd met strikte gedragsregels in onder meer Zuiver-landstromingen en Zen. 
Staren naar een lege muur. Denkend aan niets. Niet meer bewonderd willen worden, niet meer bewonderen en je niet meer verwonderen.
Dat valt niet mee.

De natuur als heler

Japan bestudeert en leert. Japan organiseert en produceert. Men bedenkt creatieve oplossingen voor problemen, productievraagstukken en logistiek. Het kan altijd nog beter, is daarbij de drijvende kracht.
Het enige dat Japanners niet naar de eigen hand kunnen zetten is de natuur. Tyfoons en tsunamis, overstromingen, aardbevingen en vulkanen. Natuur is.
Japan heeft er veel van.

Bergen zijn nooit perfect symmetrisch, zelfs de Fujisan is niet de volmaakte kegel. De eerder genoemde bonsai verliest al honderd jaar haar blad. Er komt zelfs een dag dat ook deze het opgeeft. Een kersenboom bloesemt slechts enkele dagen. Juist die imperfectie, incompleetheid en vergankelijkheid wordt gewaardeerd door iedereen die zich ondanks de regels toch is blijven verwonderen.

Volgens een opgetekende legende is de eerste die zich met weemoed verwonderde over de perfecte imperfecte schoonheid van de natuur een jonge monnik die zijn leermeester van dienst wilde zijn. 

wabi-sabi

Sen no Rikyū (1522-1591) verzocht theemeester Takeno Jōō hem te onderwijzen in het bereiden van de perfecte kop thee. De meester testte de jongere door hem te vragen de tuin te verzorgen. Rikyu ruimde het puin op en harkte de grond totdat het perfect was, en bekeek vervolgens de onberispelijke tuin. Voordat hij zijn werk aan de meester presenteerde, schudde hij een kersenboom, waardoor een paar bloemen willekeurig op de grond terechtkwamen.

De tuin is weliswaar onberispelijk, maar slechts het decor voor het onderwerp van verwondering: een drietal willekeurige bloemblaadjes.
Rikyū legde – geïnspireerd door zijn observatie – de regels voor het met aandacht bereiden van thee vast. Hij geldt nog steeds als de grootmeester van de chanoyu of sado, de weg van de thee. De volmaakte omgeving, de volmaakte sfeer, de volgorde van handelingen, de juiste gereedschappen. En de juiste theekom. Rikyū bedacht dat het oorspronkelijke (en uiteraard) verbeterde Chinese porselein beter vervangen kon worden door een handgevormde ruwe en bewust onvolmaakte raku gestookte kom.

De omgeving is perfect, evenals de geconcentreerde sfeer tussen schenker en drinker, de thee is verrukkelijk bitter, de zoete snoepjes compenseren. De kom is echter als de blaadjes. Het is hét onderwerp van verwondering en aandacht. De ruwe vorm, het grillige craquelé van de nog warme in een zaagselton gelegde geglazuurde kom. De onvoorspelbare kleur van het glazuur. Aan de kom is te zien dat deze aan de klei onttrokken is, een herkenbaar onderdeel is van de aarde en een keer kapot zal gaan, hoe voorzichtig er ook mee omgegaan zal worden. Rikyu omschreef de kom nauwkeurig en bewust in zijn Weg van de Thee, ook om de gevestigde orde van zijn tijd te tonen dat het wedijverende streven naar nog weelderiger, nog rijker versierd en nog kostbaarder grondstoffen niet perse de enige weg naar geluk zijn.
Natuur heelt en natuur relativeert. Esthetische perfectie kan zomaar binnen handbereik liggen, voor wie het wil zien.           

Voor wie het wil zien

wabi-sabi

De Fushimi Inari Taisha in Kyoto trekt jaarlijks duizenden bezoekers. De schrijn is vermaard om haar duizenden in rijen achter elkaar geplaatste Torii. Hier loop je onderdoor en laat je jezelf fotograferen. Wie echter hoger klimt in het tegen een berg gevlijde heiligdom wordt getroffen door het evenwicht tussen torii-poorten, schrijnen en graven. Het hout is aangetast en verweerd, de graven en vossenbeelden zijn bemost. Paden zijn deels overwoekerd, het is klam en ruikt naar paddenstoelen, vocht en rot. Er komen op jaarbasis voldoende bezoekers om van de donaties onderhoud te plegen. En dat gebeurt ook. Het evenwicht tussen natuur en menselijke activiteit in het complex, zeker bovenin, wordt echter bewust gecultiveerd. Weemoed en melancholie bloeien hier. Natuur is.

Een doorsnee Japans huis is aardbeving-bestendig. Het wordt in record tempo gebouwd met prefab- kunststofpanelen en een skelet van – inmiddels – stalen balken. Modern, functioneel, duurzaam. Als het even kan is er in het huis echter nog altijd een Japanse kamer, met tatami-matten. De geur en het gevoel van het zeegras onder je sokken. In deze kamer is steevast een nis of tokonoma om eerbied te betonen aan overledenen of om stil te staan bij een uitgelichte schildering, of bloemarrangement. Huizen in Japan worden uiteraard degelijk gebouwd en ook toen men nog houten staande balken gebruikte werden deze kaarsrecht uit de boom ‘gesneden’. Op één staander na: een van de staanders van de tokonoma is steevast een nagenoeg onbewerkte boomstam. Deze herinnert aan de oorsprong van de rest en biedt de ruimte voor weemoed en verwondering.

wabi-sabi

Kintsukuroi is wellicht het meest bekende voorbeeld dat aangehaald wordt als men wabi-sabi probeert te omschrijven. Het gaat om de Japanse kunst van het repareren van gebroken keramiek. Kintsugi, laat zich vertalen als de gouden verbinding. Ook deze traditie stamt uit de tijd van theemeester Rikyu. Kostbaar maar – verdikkeme – gebroken keramiek werd tot dusver gerepareerd met metalen krammen. Het zag er niet uit en het boren van de gaten voor de krammen maakte eerder meer kapot dan dat het hielp. Als alternatief werd de techniek ontwikkeld waarbij een met goud vermengde Japanse lak (maki-e) als lijm de scherven bijeenhoudt. De gouden lijnen benadrukken de vergankelijkheid en imperfectie en het resultaat werd zo mooi gevonden dat er niet zelden bewust kostbare kommen werden gebroken om ze op deze manier opnieuw te bouwen en te bewonderen.

Wabi-sabi

Bovenstaande voorbeelden kenmerken de esthetiek van wabi-sabi. Imperfectie en vergankelijkheid kunnen aangevuld worden met concepten als asymmetrie, ruwheid, eenvoud, zuinigheid, soberheid, bescheidenheid, intimiteit en waardering voor de ingenieuze integriteit van de natuur.

Wabi-sabi is het meest opvallende en karakteristieke kenmerk van traditionele Japanse schoonheid en kunst. Ikebana, haiku, een Japans interieur, een sober houten tempel? Het concept roept onmiddellijk beelden op, maar laat zich niet gemakkelijk rechtstreeks vertalen. Wabi-sabi bestaat uit twee afzonderlijke woorden, waarbij wabi staat voor ‘in de natuur, ver van de samenleving’ en ook ‘sober’. Sabi drukt vergankelijkheid uit. Sabishii is vervolgens het normale woord voor verdrietig, of weemoed.

Wabi-sabi is een typisch Japans begrip. Voor Japanners ook niet nodig om letterlijk te beschrijven. Zoals Nederlanders het woord gezelligheid omarmen en zelfs als uniek cultureel erfgoed beschouwen, zonder dat dit begrip verwoord hoeft te worden.

Belangstelling voor wabi-sabi

Kunstliefhebbers hoef je niets te vertellen over wabi-sabi, zij herkennen en waarderen Japanse idealen in ambachtelijke tradities, kunsten en architectuur al jaren. De laatste jaren neemt de belangstelling voor wabi-sabi ook breder toe. Leven wordt almaar hectischer ervaren, presteren en profileren zijn belangrijke zaken. Werk hebben en houden zorgt voor stress in een afrekencultuur. We delen ‘toppies’ uit en ontvangen ze maar beseffen dat ze vluchtig ‘zo gewonnen en zo geronnen’ zijn.

Ook hier zijn producten nooit af en nooit perfect. Als ouders zich verbazen over het feit dat de wasmachine van de kinderen nu al kapot is, terwijl deze vroeger toch veel langer meeging? Dan verdringen zij dat witgoed, auto’s, telefoonaccu’s en tal van dergelijke apparaten tegenwoordig bewust een minder lange levensduur meekrijgen, zodat er eerder nieuw verkocht kan worden of het apparaat wellicht met gouden lijm weer een nieuw leven kan worden ingeblazen. Een veelgehoorde uitspraak is ook: Ga voor de 90 procent, die laatste 10 merkt de klant toch niet en zijn veel moeilijker te realiseren.     

We voegen ons. Cultuur is.

Maar nu en dan draaien we ons om en kijken we met weemoed om naar toen het nog niet perfect hoefde te zijn. Toen het nog niet zo druk hoefde, toen we nog niet steeds het nieuwste van het nieuwste moesten hebben. Dan maken we het huis leeg (al of niet met Marie Kondo) of het hoofd leeg met een kom thee. Dan bewonderen we de toch weer gevallen blaadjes in de juist opgeruimde achtertuin. Dan hoeft het wellicht niet allemaal ’toppie’ te zijn.

Eén gedachte over “Wabi-sabi: perfecte imperfectie

  1. Beste redactie,

    Ook dit artikel vond ik weer ontzettend leuk en leerzaam. Ik ben niet iemand die snel reacties stuurt, maar ik wil graag laten weten dat jullie mij veel plezier doen met deze blogs.

    De Japanse cultuur is zo anders dan dat ik gewend ben, maar door jullie artikelen worden de in mijn ogen soms vreemde gewoonten veel logischer. Ik begrijp nu de grove theekom bij de theeceremonie en op de foto’s ontdekte ik inderdaad de onbewerkte paal bij de tokonama in de ryokan waar wij verbleven. Ook de wijze les hieruit dat het niet allemaal perfect hoeft te zijn zal ik in gedachten houden.

    Bedankt voor de interessante en mooi vormgegeven blogs over al die gevarieerde onderwerpen. Ik hoop dat jullie hier nog lang mee door zullen gaan.

    Met vriendelijke groeten,
    Debby

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *