Waarom Animal Crossing ook jouw hart gaat veroveren

Op 25 oktober kondigde Nintendo Animal Crossing Pocket Camp aan voor smartphones. Dat is geweldig nieuws: niet alleen leent het principe achter Animal Crossing zich daar uitstekend voor, maar het is ook verreweg de meest toegankelijke van alle Nintendo-series.

In vergelijking met veel andere Nintendo-series is Animal Crossing nog betrekkelijk jong: het eerste deel verscheen in 2001. Nintendo’s besnorde loodgieter vierde toen al zijn twintigste verjaardag. In de game, in Japan uitgebracht als Dobutsu no Mori (‘het dierenbos’), ontbreekt het aan een vastomlijnd doel: er zijn geen levels om door te komen, er is geen eindbaas, en ook niet echt een moment waarop je het spel uitspeelt: Animal Crossing is een sociale simulatie.

Voortkabbelend leven

De speler begint ieder deel als een menselijke avatar in een trein op weg naar een lommerrijk plaatsje, waar – zoals de titel al verraadt – dieren wonen. Het is waarlijk als een prentenboek dat tot leven komt: ze lopen allemaal op hun achterpoten, hebben een veel te groot hoofd dat lief schommelt wanneer ze praten, dragen kleren en wonen in kleine huisjes. Ze doden hun tijd met vissen, sporten, het vangen van insecten of uitbaten van hun winkel en ze zijn elkaars en ook meteen jouw beste vrienden. Daardoor voel je je niet alleen zeer welkom; het geeft je ook het idee dat het leven rustig was voortgekabbeld als je nooit op bezoek zou zijn gekomen.

Animal CrossingDat gevoel wordt nog verder versterkt door de tijd die gelijk loopt met de onze. Het origineel maakte daarvoor gebruik van een in de cartridge geïntegreerde timer, nieuwere delen kijken naar de klok van je console. Dus: start je het spel ’s nachts op, dan slapen de bewoners en zijn de winkels dicht. Besluit je om ’s ochtends vroeg langs te gaan, dan is de kans groot dat de meeste dieren nog op één oor liggen. Zo werkt het ook met de seizoenen: kom je december, dan ligt er sneeuw en staan er kerstbomen. Start je het spel in de zomer, dan klinkt het luide gezoem van cicaden, en wordt er elk weekend vuurwerk afgestoken. In het voorjaar staan ook in Animal Crossing de sakura in bloei. Bij mij veroorzaakte het enorme heimwee naar Japan.

Je kunt door dit principe echter ook in de problemen komen: wanneer je lang niet speelt, zullen de bewoners beledigd zijn en soms zelfs doen alsof ze je zich nauwelijks nog herinneren. Sommige lichtgeraakte dieren – in mijn geval Olaf, een miereneter met een overvloed aan zelfvertrouwen – zullen zelfs een afscheidsbrief sturen en ‘verhuizen’. Het zij zo – de dieren die wel op je hebben gewacht, zijn het aandachtsgebrek na één gesprekje gelukkig alweer vergeten. Bovendien staat er de volgende dag vaak weer een nieuwe inwoner klaar.

Niks moet en alles mag

Op een gegeven moment valt wel op dat de inwoners wel voortdurend met dezelfde ‘problemen’ kampen: elke keer is er wel iemand ziek en word je gevraagd medicijnen te kopen bij de winkel, vrij vaak is er een pakketje verkeerd bezorgd, nog vaker is één van de dieren iets kwijt. Drie keer raden wie dat voorwerp mag gaan zoeken. Maar gelukkig is er genoeg anders te doen, en komen er per deel bovendien meer dingen bij. Animal Crossing: New Leaf (voor de Nintendo 3DS) telt meer dan 100 mogelijke inwoners en er zijn tientallen insecten en vissen te vangen. Er is zelfs een tropisch eiland waar je naar op dagtrip kan – om daar nog meer insecten en vissen te vangen. Bovendien groeit aan de bomen fruit en zijn er kostbare mineralen en fossielen op te graven, die allemaal verkocht kunnen worden voor ‘bellen’, de munteenheid van het dierenbos.

Tom NookWat moet je vervolgens met al dat geld? Je huis uitbreiden, bijvoorbeeld! Tom Nook, de tanuki op de afbeelding hiernaast, runt het plaatselijke bouwbedrijf en is zeker niet te beroerd om die uitbouw voor te schieten. Trap echter niet in zijn slaperige voorkomen en koddige manier van praten, want het is een gehaaide zakenman. Zeker in eerdere delen stond hij om de haverklap aan je deur om die lening terug te vragen. Gelukkig vraagt hij geen rente voor je lening, en dat is maar goed ook: met in de tussentijd verdiende bellen kun je daardoor ook gelijk een interieur aanschaffen bij de Nookling Junction: een winkel die door zijn neefjes Timmy en Tommy wordt gerund. Of je haar laten doen bij de Shampoodle, een kapsalon die inderdaad wordt uitgebaat door een hond. Of planten kopen bij Leif, een luiaard met een bloemenwinkel. Of koffie schenken bij de Brewster, een duif met een eigen café.

Toegegeven, dit klinkt allemaal vrij kinderlijk, maar het spel bevat ook een diepere laag. Het is net als bij de Fabeltjeskrant: niet alleen zijn die dieren precies als mensen, maar ze halen ook dezelfde mensenstreken uit. De dialogen zijn goed geschreven en bevatten subtiele woordgrappen. Dieren kunnen soms best stekelig tegen elkaar (en jou) doen, maar de sfeer wordt nooit écht vervelend. Dat maakt het tot een uitstekende manier om elke dag even aan het stressvolle, dagelijkse leven te ontsnappen. Nu fungeren wel meer games als een uitvlucht, maar het grootste voordeel van Animal Crossing is dat er geen doelen zijn: in het dierenbos moet niks, en mag alles.

Een uitgeklede spelervaring?

Lange tijd bracht Nintendo zijn spellen alleen maar uit op eigen hardware. Dat maakte de drempel om eraan te beginnen voor sommige mensen wat te hoog, want de games zijn ook niet goedkoop. Maar het bedrijf is daar sinds enkele jaren vanaf gestapt: na Pokémon GO (niet ontwikkeld, maar wel uitgegeven door Nintendo), MiiTomo, Super Mario Run en Fire Emblem: Heroes is het nu de beurt aan Animal Crossing Pocket Camp.

Het is wel even afwachten hoe uitgebreid het spel gaat zijn, want Nintendo hoopt met zijn smartphonegames mensen naar het ‘echte’ werk te lokken. Het spel is dan wel gratis, maar om sneller vooruitgang te boeken kunnen spelers eventueel betalen – het zogenoemde en beproefde freemium-principe. Toch lijkt daar in Animal Crossing de minste noodzaak toe, er is immers geen vastomlijnd doel. Tijdens een verloren kwartiertje in de trein of voor je gaat slapen verzamel je wat bellen, vang je wat insecten, of praat je wat met de buurman of buurvrouw. Daarna is er morgen altijd weer een nieuwe dag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *