Vrijhandelsakkoorden als motor van de Japanse economie

In december 2012 won Shinzo Abe de Japanse verkiezingen. Al snel werd duidelijk wat de prioriteit van zijn regering zou worden: de economische heropleving van Japan, na twee decennia vol tegenvallers.  Op het internationale toneel vertaalde dit beleid zich als volgt: de Japanse overheid begint, na jaren van onofficiële discussies, eindelijk met officiële onderhandelingen over verschillende vrijhandelsakkoorden.

Binnen deze verschillende vrijhandelsakkoorden zijn er vier die het meeste aandacht krijgen. Zo probeert de Japanse regering ten eerste al enkele jaren een vrijhandelsakkoord met de Europese Unie te sluiten. Al in 2011 begonnen hiervoor de voorbereidingen, en afgelopen maand vond de eerste officiële onderhandelingsronde plaats. Het sluiten van een vrijhandelsakkoord met de EU ligt voor de hand: in beide regio’s gaat het op economisch vlak op zijn zachtst gezegd niet fantastisch. Men hoopt dan ook dat dit vrijhandelsakkoord voor zowel de Europese als de Japanse economie een stap in de goede richting is.

Een tweede initiatief is de “Trans-Pacific Partnership” (TPP), een vrijhandelsakkoord tussen twaalf landen: Australië, Japan, Brunei, Canada, Chili, Maleisië, Mexico, Peru, Vietnam, Singapore, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. De TPP moet een breed akkoord worden, dat zowel handel in goederen als regels omtrent intellectueel eigendom, milieu en arbeid omvat. De besprekingen hiervoor lopen al sinds 2010, maar de andere landen lieten Japan afgelopen april pas toe tot de onderhandelingen.

Het derde vrijhandelsakkoord waar Japan over onderhandelt, is een akkoord met China en Zuid-Korea. In maart van dit jaar werd hiertoe de aftrap gegeven. Dit vrijhandelsakkoord moet uiteindelijk samenvallen met het vierde vrijhandelsinitiatief waar de Japanse overheid bij betrokken is: de “Regional Comprehensive Economic Partnership” (RCEP). In november 2012 maakten de deelnemende landen officieel bekend dat de onderhandelingen over deze vrijhandelszone kunnen beginnen. De RCEP moet de grootste vrijhandelszone ter wereld worden: landen als China, India, Japan, Zuid-Korea, Australië, Nieuw-Zeeland, Indonesië en Maleisië willen graag deelnemen.

Ondanks de recente vooruitgang in de onderhandelingen over deze akkoorden, zal Japan in toekomstige rondes voor moeilijke beslissingen komen te staan. Vooral de hoge invoertarieven en strenge veiligheidscontroles op voedingsmiddelen en farmaceutische producten zal Shinzo Abe moeten versoepelen. Het probleem is echter dat zijn liberale partij traditioneel erg afhankelijk is van de stem van de Japanse landbouwsector, en de landbouwlobby staat uiteraard negatief tegenover zulke toegevingen. De Japanse regering zal dit protest dus moeten zien te sussen.

Op internationaal vlak zijn er ook moeilijkheden. De relaties tussen Japan en China, en Japan en Zuid-Korea, verlopen moeizaam door territoriale disputen en ruzies omtrent het oorlogsverleden van Japan. Hierdoor kunnen de onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden met deze partijen in het gedrang komen. Dus hoewel vrijhandelsakkoorden Japan de mogelijkheid bieden om zijn economie weer aan te zwengelen, vragen de onderhandelingen hiervoor wel een flexibele(re) houding van de Japanse overheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *