Vijf jaar na de tsunami

Vandaag is het precies vijf jaar na de tsunami. Op 11 maart 2011, ook een vrijdag, zorgde een zeebeving in de Stille Oceaan voor een tsunami die een groot deel van de noordoostelijke Japanse kustgebieden overspoelde. Bijna geen gebouw bleef overeind staan, complete passagierstreinen verdwenen voorgoed, schepen kwamen kilometers landinwaarts terecht, en de kerncentrale bij Fukushima raakte zwaar beschadigd. Grote stukken land werden onbewoonbaar door radioactieve straling. Bijna 16.000 mensen kwamen om. Hoe is de situatie vijf jaar later?

De Japanners hebben geen vijf jaar nodig gehad om het puin te ruimen: in de zomer van 2011 was dit werk al voor een heel eind geklaard. Het land is de derde economie van de wereld, heeft een goede infrastructuur, en het kleine geluk bij dit enorme ongeluk was dat de ramp aan het begin van de lente plaatsvond. De stille getuigen van de ramp zijn grotendeels verdwenen. Dat wil zeggen, in de gebieden waar puinruimers hun gang konden gaan. Want in een groot deel van Fukushima is het stralingsniveau nog altijd te hoog om er voor langere tijd te blijven – laat staan er te wonen. Als gevolg daarvan is het alsof de tijd heeft stilgestaan. Van wederopbouw is in de no-go zone geen sprake, en naar verwachting zal het zelfs nog eeuwen duren voor dat überhaupt mogelijk is.

Op andere plekken kan dat gelukkig wel. In Rikuzentakata, het stadje van die éne boom die bleef staan (op de foto boven het artikel), vordert de bouw gestaag dankzij een speciaal daarvoor aangelegde brug met lopende band. Daarmee komt bouwmateriaal sneller op de juiste plek terecht. De constructie is inmiddels een veelbekeken trekpleister. Misschien vanwege het technisch vernuft, maar ook vooral vanwege de kracht die overlevenden eruit putten: de wederopbouw gaat er zienderogen vooruit.

Gekrompen bevolking

Want dat is zeker niet overal het geval. Veel inwoners kunnen, vijf jaar na de tsunami, nog steeds niet terugkeren naar hun vroegere woonplaatsen. Uit enquêtes van de Japanse overheid blijkt dat de bevolking in de drie getroffen prefecturen – naast Fukushima ook Iwata en Miyagi – met 6,7 procent, oftewel 92.000 mensen, is gekrompen. Een deel daarvan zijn de dodelijke slachtoffers, maar het leeuwendeel betreft mensen die nog niet hebben kunnen terugkeren, of dat überhaupt niet meer willen. De nieuwe huizen zijn vaak te duur, en veel mensen zitten nog met de afbetaling van hun vorige huis: in een land waar aardbevingen aan de orde van de dag zijn, wordt maar de helft van de schade vergoed wanneer een huis echt instort. En wie de financiële middelen wel heeft, kan vaak geen huis vinden: veel van de grote bouwbedrijven zijn inmiddels betrokken bij de renovatie van Tokyo ten behoeve van de Olympische Spelen van 2020.

Hoewel het de afgelopen tijd in onze media vooral ging over een oude maar – zo bleek – goed functionerende Belgische kernreactor, wordt er in Fukushima nog hard gewerkt om de getroffen kernreactoren te ontmantelen: zo stond in The Guardian onlangs een fotoreportage van de Tepco-medewerkers die zich dag in, dag uit inzetten om de operatie tot een goed einde te brengen. En dat werk is niet zonder risico’s: in oktober 2015 werd voor het eerst kanker als gevolg van de werkzaamheden aan de reactor vastgesteld: de 41-jarige man werkte ruim een jaar in de buurt van de centrale. En hij zal helaas niet de laatste zijn: Tepco maakte onlangs bekend dat 32,760 medewerkers een stralingsdosis opliepen die hen in ieder geval recht geeft op compensatie in het geval dat ze getroffen worden door kanker. Daarvan zijn er 174 bij wie de kans op overlijden sowieso met een half procent stijgt wanneer ze daadwerkelijk kanker krijgen.

In het zeldzame geval dat deze mannen en vrouwen meewerken aan een interview, geven ze steevast aan te druk te zijn met hun werk om aan de lange termijngevolgen te denken.

Kerncentrales stilgelegd

Na de tsunami werden alle 48 Japanse kerncentrales stilgelegd. De regering van premier Shinzo Abe is druk bezig om de centrales weer op te starten, maar leed deze week een gevoelige nederlaag: twee van de vier kerncentrales die inmiddels weer in bedrijf waren, zijn weer stilgelegd. De reactoren in Takahama, in het westen van Japan, waren veilig verklaard. Een van de twee vertoonde echter kort na de ingebruikname zoveel problemen dat de rechtbank beval beide reactoren weer uit te schakelen. Een woordvoerder van Abe reageerde stoïcijns, maar het leidde uiteraard tot grote vreugde bij omwonenden en tegenstanders van kernenergie uit andere delen van het land.

Als je een positief gevolg van de tsunami en kernramp zou moeten benoemen, dan is het dat de demonstraties tegen kernenergie massaal op gang kwamen. De afgelopen jaren marcheerden er op momenten tienduizenden mensen door de straten van Tokyo, iets dat voor de ramp toch een stuk minder gebruikelijk was. Het is een ingewikkelde kwestie, want het land is tegelijkertijd enorm afhankelijk van kernenergie.

De wederopbouw is op gang gekomen, maar slechts deels. Een oplossing voor het energieprobleem is er nog niet. Vijf jaar na de tsunami is de grote vraag: hoe nu verder?

Eén gedachte over “Vijf jaar na de tsunami

  1. Gisteren heb ik toevallig nog vrijwilligersgewerk gedaan op 30km afstand van de reactor, 10km buiten de safe zone.

    Onderweg compleet verlaten dorpjes, opgedroogde rijstvelden en de “tijdelijke” behuizing gezien. Tevens zijn er kilometerslange opslagplaatsen voor contaminated puin. Dit wordt door lokale bedrijven gedaan omdat de overheid weinig tot geen actie onderneemt en de lokale gemeenschap zelf het heft in hand heeft genomen. De wederopbouw wordt dus grotendeels door de lokale bevolking zelf gedaan terwijl de media en de overheid wegkijken alsof het probleem niet meer bestaat.

    Het is treurig om te zien hoe de overheid en de Japanse media omgaan met dit drama en wegkijken van de realiteit.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *