Daar kunnen we kort over zijn: Sinterklaas wordt in Japan niet gevierd. Geen pepernoten, surprises, intochten en pakjesavond op 5 december. De kenmerken van dit oer-Hollandse feest zijn er wel, maar verspreid over het jaar.
Sinterklaas is de Nederlandse koosnaam voor Sint-Nicolaas, een bisschop uit de Rooms-katholieke traditie die op 6 december zijn naamdag heeft. Hij werd heilig verklaard, lijkt het eeuwig leven te hebben en staat hier bekend als kindervriend. België viert dit kinderfeest ook, Curacao wordt door de Goedheiligman aangedaan en hij komt uit Spanje. Hij onderneemt elk jaar de barre reis, trotseert de Golf van Biskaje per stoomboot en is dan ook de patroonheilige van de zeelieden. In Italië wordt op 5 en 6 december zijn sterfdag (sterfdag? Hij is springlevend toch?) herdacht bij zijn graf in Bari en ook bijvoorbeeld Bulgarije doet hem eer aan als beschermer van de vissers. Japan is er niet aan begonnen.
Geen land van Heiligen
Japan is van oudsher geen land van heiligen, al komen de voetballers van het Japanse elftal er wel dichtbij als ze de kleedkamer in Qatar telkens na een gewonnen wedstrijd onberispelijk achterlaten, met opgevouwen was en papiergevouwen kraanvogels. Er worden briefjes bij gevonden met de tekst ‘Atarimae’, ‘vanzelfsprekend’. Diep gevoelde cultuur, maar ook een prachtig subtiel statement naar aanleiding van de verwoeste kartonnen bedden tijdens de Olympische Spelen in Tokyo.
Aan heilig verklaren doet men in Japan niet. Personen die een uiterst waardevolle bijdrage aan de samenleving hebben geleverd worden wel gememoreerd, krijgen een standbeeld desnoods, maar heilig zijn alleen de goden. En zo ook de kami die in alle uitingen van de natuur wonen.
Bovendien opereren de goden – net als het Japanse elftal – in teamverband. De god die het dichtst bij onze Sinterklaas komt is waarschijnlijk Jurojin, een van de zeven Shichi Fukujin. Jurojin waaide over via het Taoisme vanuit China en woont samen met Fukurokuju in hetzelfde lijf. Toe maar. Hij is een god van welvaart, weelde en vooral van een gelukkig lang leven. Dat is te zien, hij lijkt eeuwen oud met zijn lange baard. De oude Jurojin draagt de toga van een wijsgeer en een staf om zijn lijf te ondersteunen. Én hij draagt ook een muts, die beslist wat weg heeft van een mijter. De andere zes goden zijn echter altijd in de nabijheid en overlappen elkaar in het uitdelen van wijsheid, geluk en voorspoed. In Japan is zijn metgezel Ebisu de beschermer van de visserij. Toeval of niet, maar ook dit zevental reist per schip. De Takarabune is de boot van voorspoed, het “schattenschip”.
De Kindervriend
Japan kent ook een kindervriend. Die rol is weggelegd voor Jizō. Onmiddellijk herkenbaar aan zijn rode muts en slabberd. Dat lijkt op rode mijter en tabberd. Zijn beeld is in elke Boeddhistische tempel te vinden. En ook op nagenoeg elke straathoek, Jizō is mateloos populair. Jizō zorgt vooral voor kinderen. Zieke kinderen moeten vooral beter worden en ongeruste ouders richten zich dan ook tot deze vriendelijke bosatsu (bodhisattva).
Jizō helpt waar hij kan, lost ziektes, pijnen en aandoeningen op maar doet dat subtiel. Hij deelt geen concrete cadeaus uit in de vorm van speelgoed of snoepgoed. Het grootste cadeau is immers gezondheid.
Cadeaus en lekkerheden worden wel degelijk uitgedeeld aan kinderen, tijdens in elk geval drie feesten gedurende het jaar. We kennen de specifieke meisjesdag (Hina Matsuri) met poppen, een kinderdag (Kodomo no Hi) met wapperende karpers en de 7-5-3 dag (Shichi-Go-San). Op deze Shinto-feestdag vieren families dat hun kinderen de leeftijd van 3, 5 of 7 jaar bereikt hebben. Het is de gewoonte dat ouders met hun kinderen naar een Shinto tempel gaan: meisjes als ze 3 en 7 jaar zijn, jongens als ze 5 jaar worden. De kinderen worden in traditionele kleding gestoken en op foto en video vastgelegd; de ouders bidden voor een gezond en gelukkig leven voor hun kinderen. Kinderen krijgen chitoseame (duizend-jaar-snoepjes), zoete snoepjes die duizend jaar geluk moeten brengen.
Japan hecht aan haar kinderen (al lang voor de vergrijzing). Jonge kinderen worden overladen met cadeaus en lekkers, lees gerust: verwend. Huizen puilen uit van het speelgoed, de tatami-kamer wordt niet zelden een kinderparadijs waar een dagopvang in Nederland jaloers op mag zijn. Totdat ze naar school gaan, vanaf dat moment worden ze nog steeds overladen, maar dan met aandacht in de vorm van coaching en bijscholing ten behoeve van het leerproces.
Surprises
Japan heeft één van de oudste dichterlijke tradities. Het lukt hen om (net als bijvoorbeeld de architectuur en grafische kunst) in hun poëzie de boodschap tot de kern terug te brengen, een haiku bestaat uit ten hoogste 5-7-5 lettergrepen. Rijmen is er niet bij. Grappende of ironische cadeaus aan familieleden uitreiken naar aanleiding van een gebeurtenis gedurende het jaar met een begeleidend rijm, ze moeten er niet aan denken. Japan is graag indirect in communicatie en past op voor gezichtsverlies.
Importfeesten
Japan heeft feestdagen te over. Tijdens een eeuwenlange traditie werden tal van momenten aangegrepen om er een feest of viering van te maken. De wisseling van de seizoenen, de verschillende stadia van de rijstteelt. Deze vieringen waren (en zijn) gericht op de inhoud van de aanleiding, een gelukte oogst, een doorstane winter. De commercie speelde nog geen rol.
Ofschoon de Nederlanders een periode in de 17e eeuw stevig voet aan wal hadden in het voor anderen ontoegankelijke Japan is de Sint niet meegereisd. Druk, druk, druk hier. En er was nog geen stoomboot. Er werd volop gehandeld via Deshima, porselein naar Nederland en thee, opium, specerijen en zo meer naar Japan, maar dat ging nog niet om massaproductie en het merendeel van het volk had er niets mee van doen. Nederland was net iets te vroeg in Japan om de sinterklaasspecialiteiten in te laten burgeren. Geen chocoladeletters dus, geen taai-taai of speculaaspoppen.
Toen veel later de Amerikanen het land bezetten was de industrie en de commercie al verder ontwikkeld. Er werd een binnenlandse markt opgezet, waar Santaklaus, Halloween en Valentijnsdag prima in pasten. De Japanse industrie omarmde de kerstman en er werd zelfs een Japanse White Day bedacht op basis van Valentijnsdag.
Dus neen, Sinterklaas wordt niet gevierd
Traditionele Japanse huizen hebben geen schoorstenen, de rook ontsnapt door het dak. De daken van stro of van gebakken pannen zijn te kwetsbaar om er een paard overheen te jagen. De schoen wordt niet voor of rond de haard in de kamer gezet, de schoen komt het huis niet verder in dan de entree. Gasten melden zich dan ook gewoon bij de genkan. Als daar onverhoopt een boeman tussen zit wordt deze weggejaagd met een soort van pepernoten. Dat gebeurt in het voorjaar. Setsubun markeert het begin van de lente en één van de tradities is mamemaki, het strooien van sojabonen, waarbij geroosterde bonen het huis uit gegooid worden onder de uitroep Oni wa soto, fuku wa uchi (“Duivels eruit, geluk erin”). Dat zou genoeg moeten zijn. Atarimae.
4 december 2022