Veel medailles, maar nog een wereld te winnen

Niets dan lof voor de Nederlandse atleten, nog nooit behaalde een Nederlands team zo’n hoog aantal medailles als tijdens de Olympische Spelen van Tokyo. Stille Spelen werden ze gedoopt, wedstrijden zonder publiek. Maar stil was het niet, men roerde zich wel degelijk in de vorm van commentaar op aspecten van de organisatie. Terecht of niet terecht, in elk geval een uitvloeisel van onbegrip voor aspecten van elkaars cultuur.

Atleten trainen vier jaar en vaak nog langer om deel te kunnen nemen aan dit hoogtepunt van topsport. Zij zetten alles opzij voor dit doel. Ze groeien in conditie, prestatie én in de gedachte dat ze onoverwinnelijk zijn. Dat moet ook. En als zij dat zelf niet doen zorgt de pers of de ondersteunende staf er wel voor.

Een strikte quarantaine

Maar heel gek, atleten zijn toch ook nog steeds mensen. Mensen kunnen besmet raken met Covid19. Zeker als er veel met elkaar reizen en bij elkaar komen in een van de vijf ringen. Wie positief test, gaat in quarantaine en wordt plots weer behandeld als gewoon mens. In een onopvallend appartementengebouw. Als niet-atleet en als Japanner. Want ook inreizende Japanners worden verplicht 10 dagen door te brengen in afzondering. We schreven het al eerder. Verrassend was het commentaar dat er geen daglicht te zien zou zijn. Verrassend omdat de geïnterviewde voor een raam stond en aanwees hoe saai het uitzicht was. Hoe zuur ook, het niet mogen optreden en het inperken van de bewegingsvrijheid was de reden voor de wrevel. Niet de accomodatie zelf. Japanse hotels en guesthouses zijn van alle gemakken voorzien. Het is niet zo dat er voor dit doel hele dorpen of complexen werden ontruimd, dat de oorspronkelijke bewoners werden weggestuurd. Geen binnenhutten op een getroffen cruiseschip. Dit zijn hotelappartementen met een eigen toilet, douche, tv, airconditioning en koelkast. En een eigen bed. Niet van karton maar van bed. Als die bedden al ergens vernield hadden kunnen worden zou het eerder in de quarantainehotels zijn vanwege de frustratie die er onherroepelijk uit moet.

Japan maakt dezelfde afspraken met betrekking tot het coronavirus als Nederland. Maar Japan handhaaft. Regels zijn regels, afspraak is afspraak. Wie in Nederland in quarantaine-zou-moeten, doet dat niet altijd even strikt. Dat kan in Japan niet, geen denken aan. Het komt bij hen zelf niet of nauwelijks op en wie als buitenlander last heeft van “een cognitieve dissonantie” wordt gecorrigeerd en tegen zichzelf en zijn omgeving beschermd.

medailles

Kartonnen bedden

Wie niet in quarantaine ging, zat in het Olympisch dorp en mocht het allemaal meemaken. Nu ja, allemaal? Veel nevenactiviteiten gingen niet of sober door. Bij de Australische afvaardiging sloeg dan ook de verveling toe en werden de kartonnen bedden vernield door er op te springen met het hele team. Deze bedden in het nu nog Olympisch dorp, staan in nieuwe appartementen die na de Spelen bewoond gaan worden door de mensen van Tokyo. Net als in Nederland, wanneer je een huis koopt of huurt zet je er graag jouw eigen bed in. De kartonnen bedden waren dan ook een uiterst slim idee dat er voor zorgt dat er geen vrachtauto’s met hout, metaal en kunststof naar de stort hoeven te rijden. Ze zijn een opvallend onderdeel van de Groene Spelen en bedoeld in het kader van duurzaamheid. Bedacht in één van de meest hygiënische landen ter wereld. Er zal dan ook geen Japanner zijn geweest die gelachen heeft om de “kwajongensstreken” op het bed. Japan handhaaft, vernielzucht betekent veroordeling en cel. Japan toonde zich dus in dit opzicht wel erg gastvrij door de buitenlandse gasten, niet door de Japanse justitiële molen te laten gaan. Niet gelachen, maar ook niet begrepen.

Japans eten

Het meest opvallende voorbeeld van onbegrip over en weer moet toch wel het commentaar op het eten zijn. “Zoooo vreemd dat de atleten niet het eten voorgeschoteld kregen wat ze gewend zijn”. “Zoooo niet verwacht ook”. Als de Spelen in IJsland waren gehouden had men toch wel degelijk ijs op het menu verwacht. In Rome zijn pizza en pasta ook geen reden voor gezeur. Omgekeerd wordt er niet over nagedacht dat wanneer de Spelen in een westers land worden gebracht, er dan weleens veel teveel zuivel en vlees op tafel zou kunnen komen voor niet-westerse atleten. Zouden de Japanse atleten hun hart al vast houden voor de menukaart voor de Spelen die over vier jaar in Parijs worden gehouden?

We horen van Japanners die in Schiphol voet aan de grond zetten dat de mensen naar boter en kaas ruiken. Wie na enkele dagen in Japan aan zijn arm ruikt, merkt op dat deze miso ademt. Een beetje vreemd maar wel lekker, is de gewaarwording.

Dat overkwam ook Anastasia Bucsis. Zodanig dat ze er lekker over ging schrijven ook. Deze Canadese voormalig atleet en nu verslaggever werd in Japan geprezen om haar groeiende vaardigheid in het ontmantelen van de kunstig ingepakte onigiri en om het feit dat ze zich meermaals lovend uitdrukte over een van de beste kwaliteitsgerechten die Japan kant en klaar in de konbini’s aanbiedt. De rijst is zacht, de vulling sappig en het geheel is verpakt in een laagje zeewier dat heerlijk krokant is, waardoor het aanvoelt alsof het vers handgemaakt is. Ervoor zorgen dat het zeewier knapperig blijft totdat je de rijstbal opent, vereist echter een speciale verpakking, en het kan een beetje lastig zijn voor een eerste keer om uit te zoeken hoe je het unieke pakket kunt openen zonder het zeewier aan flarden te scheuren.

medailles

Wanneer atleten gedurende vier jaar een programma aangeboden krijgen dat rekening houdt met de tropische weersomstandigheden van de zomers in Japan was het ook wel wijs om de sporters te interesseren voor de eetcultuur van Japan. Wij weten dat de Japanse schijf van vijf er voor zorgt dat mensen heel gezond heel oud worden. Wie moeite heeft met de motoriek van de eetstokjes mag gerust om een lepel en vork vragen. Een mes is niet nodig, alles wordt al in hapklare stukjes opgediend. Belangrijker is dat het Japanse dieet uitgebalanceerd is en – zeker voor de atleten en hun gevolg – kakel, loei- en visvers is en van uitmuntende kwaliteit.

Het kookteam van het Japans Olympisch dorp heeft het commentaar niet voorzien. Er is in hun ogen – en mond – geen betere keuken dan de Japanse. Wie zou dát nu niet lekker vinden? Een blinde vlek, al krijgen atleten die het van de worstelspieren moeten hebben ook in Japan andere ingrediënten dan de hordelopers en maratonners. Westerse gerechten staan overigens ook wel op de kaart. De hierboven genoemde pizza is best te verkrijgen. Maar niet dan nadat er een Japanse twist aan gegeven is. Op een pizza tref je steevast een nog vloeibaar ‘runny egg’.

Perziken uit Fukushima

De Spelen vielen samen met het seizoen voor Fukushima-perziken. Belangrijk doel van de organisatie van Japan was om aan te tonen dat Japan de Tohukuramp succesvol achter zich heeft gelaten. Hoe beter dan deze van oudsher Japanse befaamde delicatesse uit die streek aan te bieden op het menu. Perziken kennen we, deze doen het internationaal wél goed.

Maar deze Tohoku-toppers hadden ze echter nog nooit nog niet geproefd! Er waren afvaardigingen die de Olympische perziken roemden. Ze werden geprezen door Robert Laing Harrow, hoofdcoach van het Australische damessoftbalteam, en als ‘absoluut heerlijk’ gekenmerkt door Ken Eriksen, coach van het Amerikaanse damessoftbalteam, die daarmee de mening van de Australische en Amerikaanse softbalteams voor dames weergaven. Missie geslaagd.

Ook in het NRC maakt een verslaggever kennis met de allerlekkerste perziken ter wereld, in Fukushima zelf. Hij kreeg zelfs een doos met apart verpakte exemplaren van de peperdure vruchten mee. Dat durfde hij echter niet. ’s Lands Eer werd niet herkend, ’s Lands Wijs werd niet vertrouwd.

Een wereld te winnen

De missie van het IOC en de Olympische Beweging is het stimuleren en steunen van de ontwikkeling van sport. De eerste editie van deze internationale sportmanifestatie in 1896 vond in Athene plaats, daarna werden voor deze enorme jamboree over de hele wereld grote steden aangezocht en bezocht. Het zou – voortschrijdend inzicht – duurzamer zijn indien de Spelen steevast op een vaste plaats werden gehouden. Het zou vooral ook minder commentaar opleveren en minder afleiden van de missie. Iedereen, van sporter tot commentator weet wat er gebeuren gaat, hoe de wind waait, wat de temperatuur is en hoe de voorzieningen zullen zijn. De bedden en de menukaart kunnen steeds opnieuw gebruikt worden.

Daar is niet voor gekozen. Het onderhoud van een permanente voorziening is kostbaar en bovendien gebruiken de gastlanden de Spelen graag om zichzelf en hun land te profileren. We leren tijdens de Spelen over de eigen aardigheden en – soms in onze ogen – over de eigenaardigheden. De culturele verschillen en toeristische tips mogen kleur geven aan de sportmanifestatie maar deze niet overstemmen. Wie zich laat afvaardigen naar de Spelen, wie zijn of haar atleten begeleid en verzorgt, wie de sportieve activiteiten verslaat, mag zich graag ook verdiepen in de cultuur van het gastland. Verdiepen, als in kennis vergaren van cultuur, eetgewoonten, omgangsvormen en afspraken. Diversiteit tussen mensen en hun context is geen reden voor commentaar maar juist een groot goed. Een Olympische gedachte.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *