Tsundoku, over Japanners mét spullen

Loop een Nederlandse boekhandel in, en je gelooft prompt dat er in Japan enkel natuurliefhebbers, filosofen en vooral heel veel minimalisten wonen. Japanse boeken over ontspullen doen het in elk geval goed. Voor wie zichzelf wel eens radeloos terugvond tussen stapels kledij die dan wel nauwelijks meer joy sparken, maar waarvan je ook niet zomaar afscheid kunt nemen, hebben we een geruststellende mededeling: in Japan wonen ook een hele hoop mensen mét spullen. 

Fumio Sasaki was ooit één van hen. Een ras-verzamelaar, die zijn huis dicht zag groeien. Hij is, naast Marie Kondo, één van de bekendste goeroes op het gebied van danshari. Deze term, die vrij te vertalen is als minimalisme, of ontwarring, is afgeleid uit het Boeddhisme: het betekent letterlijk ‘aardse verlangens achterlaten’. Sasaki ruimde de rommel op en is inmiddels zelfs een behoorlijk stuk radicaler dan Marie Kondo, want die staat haar lezers en kijkers wel spullen toe, als ze dan maar wel voor vreugde zorgen. Sasaki ging veel verder, vertelde hij eind 2017 in een zeer lezenswaardig interview in de Volkskrant: hij gooide ook de spullen weg waar hij wel blij van werd. Dat was zwaar, maar hij merkte hoe goed hem dat uiteindelijk deed. Over dit proces schreef hij vervolgens een boek: Goodbye, Things: The New Japanese Minimalism. In het Nederlands beschikbaar als Vaarwel spullen.

Bewust ontspullen

Er valt een groot aantal redenen op te noemen waarom het hebben van minder spullen gelukkiger maakt: een verhuizing is bijvoorbeeld zo gepiept, wie minder spullen koopt heeft ook minder geld nodig en hoeft dus ook minder te werken, en met minder spullen word je gedwongen beter na te denken over wat je gelukkig maakt. Lees de boeken van Sasaki of Kondo, en je gelooft welhaast dat minimalisme in het Japanse DNA zit ingebakken, dat alle 127 miljoen Japanners leven in lege appartementen met witte gordijnen en houten vloeren (denk: Apple Store, of Muji-winkel), altijd rijst uit hetzelfde kommetje eten met dat ene paar eetstokjes dat ze bezitten, en daarna tevreden gaan slapen op dezelfde zandkleurige futon in een verder lege slaapkamer.

Toch ‘betrapt’ de Nederlandse journaliste Sasaki aan het eind van het interview, dat plaatsvindt via een videoverbinding van Skype, op een niet-noodzakelijke aankoop: in één van de verder nagenoeg lege kamers staat een zojuist aangeschafte gitaar. Sasaki geeft het ruiterlijk toe: minimalisme is in deze tijd lastig vol te houden. Zeker wanneer je met een paar muisklikken iets vanaf de andere kant van de wereld kunt bestellen en er binnen een week over kan beschikken. Als alles voortdurend en overal beschikbaar is, moet je wel heel sterk in je schoenen staan om je daaraan niet over te geven. 

Tegen beter weten in

Goed om te weten is dat Japanners dat gelukkig ook doen. Veel ouderen verzamelen en nemen niet graag afstand van hun bezittingen. Zij groeiden op in een tijd dat niet altijd alles voortdurend en overal beschikbaar was. Zij maakten de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en de economische groei die daarop volgde mee. Als gevolg daarvan zagen zij rijkdom vooral in spullen. Veel oudere Japanners wonen daarom in huizen vol met spullen, zoals je ze vaak ziet in de films van Hirokazu Kore-Eda. Het minimalisme van Kondo en Sasaki kan dan ook als een reactie daarop worden beschouwd.

Maar er zijn ook jongeren die hun appartementen wel degelijk en tegen beter weten in met gadgets en hebbedingen vullen. Bedrijven spelen daar ook op in: neem bijvoorbeeld de talrijke gachapon-automaten, specifiek ontworpen om de verzamelkwab in de hersenen te kietelen. Of wat te denken van Pokémon, waarbij het verzamelen van alle wezentjes letterlijk de tagline vormt? “Spaar ze allemaal!”.

Tsundoku: stapels nog te lezen boeken

Terug naar de boeken, Japan heeft zelfs een specifieke aanduiding voor het verzamelen van stapels te lezen boeken: tsundoku. Deze samentrekking van ‘opstapelen’ en ‘lezen’ verwijst naar steeds verder aangroeiende stapels boeken overal in huis, en het gebrek aan tijd om ze vervolgens allemaal te lezen. Tsundoku als begrip lijkt gisteren te zijn bedacht, in deze tijd van alomtegenwoordig entertainment en honderd miljoen andere dingen om te doen. Toch stamt de term al uit de Meiji-periode (1868-1912). 

Die stapels “nog te lezen” zullen veel Nederlanders ook bekend voorkomen, zo zeer zelfs dat je zou kunnen afvragen of we het woord niet moeten overnemen. Zoals tsunami, of karaoke. In het Nederlands (en Engels) is nog geen term die het ‘probleem’ zo goed duidt. Voel je je na het kijken van Cleaning up With Marie Kondo of het lezen van Sasaki’s Goodbye things slecht over al die spullen waarvan je geen afscheid kunt nemen? Denk dan aan de Japanse huizen vol boekenstapels. Het is immers geen bibliomanie: wie daaraan lijdt verzamelt boeken puur om het verzamelen, terwijl tsundoku een ‘probleem’ is dat uit interesse ontstaat, en (als het goed is) lang niet zo erg wordt.

Voor op de stapel

Vaarwel, spullen
Fumio Sasaki
256 pagina’s
Uitgeverij Lev, 2017
ISBN 9789400509108
Bol.com

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *