Tokyo : Yasukuni Jinja

Veel van de schrijnen en tempels die we in de Ken Uw Tempel-serie uitlichten zijn, hoewel in Japan beroemd en vaak ook werelderfgoed, niet bij het grote publiek bekend. Hoe anders is dat in het geval van de Yasukuni Jinja in Tokyo. Deze shinto-schrijn is gewijd aan de geesten van iedereen die het leven liet in dienst van de keizer van Japan. Dat maakt het één van de belangrijkste en mooiste van Japan, maar dat is niet waarom deze op zijn minst jaarlijks het nieuws haalt: dat is omdat ook de soldaten die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog grote delen van Azië veroverden er worden herdacht, onder meer door veel Japanse politici.

In Aziatische landen die zwaar te lijden hadden onder de Japanse bezetting, zoals de (tegenwoordig twee) Korea’s en China, leidt de herdenking van die soldaten tot grote verontwaardiging. Dat is in Europa niet anders: wanneer een rechtse politicus betoogt dat Duitsers trots mogen zijn op de krijgsverrichtingen van de Wehrmacht in dezelfde periode, volgen eveneens woedende reacties. Want hoewel sommige soldaten meer blaam treft dan andere, leidt het geen twijfel dat zowel het Duitse als het Japanse leger op grote schaal inhumaan handelde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Rehabilitatie is simpelweg geen optie.

Toch brachten sinds het einde van de oorlog, op 15 augustus 1945, meerdere Japanse premiers een jaarlijks bezoek aan de tempel. Daarbij kan de nuance worden aangebracht dat niet alleen soldaten uit de Tweede Wereldoorlog worden herdacht, en dat die bezoeken niet om rehabilitatie of verering draaien, maar om herdenking. Maar sinds 1979 houden ook die argumenten geen steek meer: in dat jaar werden de geesten van de veertien belangrijkste oorlogscriminelen officieel ‘bijgezet’. Hoewel de Japanse keizers Hirohito en zijn opvolger Akihito de schrijn sindsdien niet meer bezochten, bleven de premiers en talloze ministers en andere regeringsvertegenwoordigers, meestal van de politieke rechtervleugel, toch gaan. Het feit dat ze dat bovendien in functie deden en doen, doet ook onder veel Japanners de wenkbrauwen fronsen: de Japanse grondwet kent een scheiding tussen godsdienst en staat. Ook de huidige premier Shinzo Abe kwam er geregeld, al bezocht hij de schrijn voor het laatst in 2013 – een bezoek dat destijds zorgde voor ijskoude betrekkingen met onder meer Zuid-Korea. 

We willen er daarom ook geen twijfel over laten bestaan: de Yasukuni Jinja is controversieel. De aanwezigheid van het oorlogsmuseum er pal naast helpt niet, de regelmatige aanwezigheid van (extreem)rechtse protesteerders evenmin. Het is voorstelbaar dat je daar niet doorheen kunt kijken. Wie dat wel kan, ziet één van de mooiste shinto-schrijnen van Japan.

Kenmerken

YasukuniYasukuni bevindt zich in het centrum van de hoofdstad, in de wijk Chiyoda, op een steenworp afstand van het keizerlijk paleis. De schrijn staat middenin de stad en wordt niet, zoals de Meiji Jingu, aan het zicht onttrokken door bomen: afhankelijk van de kant waar je vandaan komt, kun je er vrij plotseling oog in oog mee staan. Nader je de Yasukuni echter vanuit oostelijke richting, vanaf de Waseda Dori, dan kun je moeilijk om de gigantische toegangsweg heen, die zo breed is dat het misschien nog beter een plein genoemd zou kunnen worden.

Op dat plein bevinden zich in totaal drie torii, shinto-toegangspoorten. Van oost naar west zijn dat de gigantische stalen Daiichi Torii (‘de eerste grote toegangspoort’), de iets kleinere maar nog steeds enorme koperen Daini Torii (‘de tweede grote toegangspoort’), en ten slotte de Chumon Torii. Deze ‘middenpoort’ ontleent zijn naam aan de plaatsing tussen de shinmon (houten toegangspoort) en het hoofdterrein van de schrijn.

Dat hier krijgsgeschiedenis wordt herdacht, blijkt meteen: niet alleen wordt de toegang tot het terrein gemarkeerd door Japanse marinevlaggen, maar tussen de eerste twee torii staat daarnaast een standbeeld van Omura Masujiro, die als ‘vader’ van het moderne Japanse leger wordt beschouwd. Hij was viceminister van oorlog tijdens de openstelling van het land in de jaren 50 en 60 van de 19e eeuw, en introduceerde onder meer de dienstplicht. Zoals het een grondlegger van modern Japan betaamt, werd hij niet oud: opstandige samurai maakten in 1869 een einde aan zijn leven. Leuk om te weten: het is het oudste Japanse standbeeld in westerse stijl.

Historie

De Yasukuni Jinja werd opgericht in 1869, maar niet alleen ter nagedachtenis aan Omura Masujiro: dat jaar markeerde het einde van de Boshin-oorlog (1868-1869), een bloedige strijd tussen aanhangers van de laatste shōgun en voorstanders van een modern Japan. De revolutionairen wonnen en installeerden keizer Mutsuhito. Die legde dat jaar nog de eerste steen voor de schrijn, die in eerste instantie Tokyo Shokonsha werd genoemd: ‘de schrijn in Tokyo waar de zielen rusten’. Pas tien jaar later, toen er nog veel meer mensen in naam van de keizer waren gestorven, kreeg de schrijn zijn huidige naam. Mutsuhito, die sinds zijn dood bekend staat als Meiji, liet zich daarbij inspireren door een klassieke Chinese tekst: yasukuni betekent letterlijk ‘het land tot rust brengen’. Daarmee is het een onomwonden eerbetoon aan de Meiji-revolutionairen, al zou je kunnen zeggen dat zij precies het tegenovergestelde deden toen ze besloten de shogun af te zetten.

Zoals aan het begin van dit artikel geschreven, stierven er sinds 1869 heel wat soldaten in naam van hun keizer: niet alleen op eigen bodem, maar Japan nam daarnaast ook deel een groot aantal conflicten. De Chinees-Japanse oorlog, de Russisch-Japanse oorlog, de Eerste Wereldoorlog, de invasie van Mantsjoerije, de slag om Shanghai en de Tweede Wereldoorlog. Momenteel huizen er in Yasukuni meer dan 2,46 miljoen zielen, die jaarlijks door meer dan vijf miljoen bezoekers worden herdacht. Twee keer per jaar, in de lente en in de herfst, vinden grootschalige herdenkingen plaats. Hoewel keizer Akihito de schrijn nooit in functie bezocht, zijn daarbij wel andere leden van het keizerlijk huis aanwezig.

Tempelcomplex

yasukuni

Wie niets op het terrein wil missen, kan met bijgaande officiële plattegrond uitstekend uit de voeten. Heb je minder tijd, zorg dat je dan in ieder geval de hoogtepunten bekijkt die hieronder worden besproken.

  • Wanneer je eenmaal onder de drie torii en shinmon door bent gelopen en je je hebt gereinigd bij de otemizusha, kom je aan bij de haiden: de hal voor het publiek. Twee grote witte lakens, met daarop de keizerlijke chrysant, sieren de ingang. Wie komt herdenken, kan hier plaatsnemen.
  •  De honden ligt daar vlak achter maar is, zoals bij elke shinto-schrijn, afgesloten voor het publiek. Daarachter bevindt zich de reijibo hoanden: een klein bijgebouw waarin de rollen papier liggen met daarop de namen van alle zielen die herdacht worden. Ook dit gebouw is afgesloten voor het publiek, en vanaf het terrein ook niet zichtbaar.
  • Link van de honden bevindt zich de Motomiya-schrijn, die in 1861 in het geniep door revolutionairen in Kyoto werd gebouwd en als een soort prototype voor de Yasukuni kan worden gezien. In 1931 werd deze naar Tokyo verhuisd.
  • Rechts van de honden staan de tochakuden en sanshuden, ontvangsthal en wachtruimte voor groepen bezoekers die samen komen herdenken.
  • Daar vlak voor vind je het Noh-theater, dat in 1903 vanuit een ander park naar Yasukuni werd verhuisd. De traditionele theater- en dansvoorstellingen die hier worden opgevoerd zijn altijd ter ere van de gesneuvelden.
  • Rechts achter de honden bevinden zich een traditioneel Japans theehuisvijver en sumo-ring. Al sinds de stichting van de schijn in 1869 wordt er meerdere keren per jaar geworsteld, en niet door de minsten: ook yokozuna, de grote worstelkampioenen, worstelen hier tijdens het lentefestival. De wedstrijden zijn gratis te bezoeken.
  • Ten slotte bevinden zich rechts voor de honden twee gebouwen die op zijn minst bijdragen aan de twijfelachtige reputatie van de Yasukuni. In de Yasukuni Kaiko Bunko wordt bijgehouden hoe de soldaten die in de schrijn herdacht worden, aan hun einde kwamen. Dit archief, dat in 1999 werd gebouwd, is open voor het publiek.
  • Ook het Yushukan, rechts van het archief, is open voor publiek, maar evenmin geschikt voor alle bezoekers. Oorspronkelijk bedoeld als museum voor stukken van het keizerlijk leger uit de tijd van de Meiji-restauratie, werden na elke oorlog nieuwe voorwerpen toegevoegd – dus ook voertuigen en wapens uit de Tweede Wereldoorlog. Zo hangt er een Mitsubishi Zero aan het plafond, staan er verschillende tanks, en kanonnen die werden gebruikt bij de verdediging van Okinawa. Nu is een oorlogsmuseum niet per definitie verkeerd – het kan fungeren als waarschuwing voor jongere generaties – maar vanwege de situering en de rol die Japan speelde in de Tweede Wereldoorlog, is het Yushukan erg beladen.

yasukuniAdres en bereikbaarheid


Klik op de Googlemap hiernaast voor een virtuele rondwandeling.

De Yasukini-schrijn bevindt zich op een paar minuten lopen van het Kudanshita-station. De Hanzomon-, Tozai- en Shinjuku-metrolijn stoppen er.

De schrijn is alle dagen van het jaar gratis te bezoeken vanaf zes uur ’s ochtends. Afhankelijk van het jaargetijde verschillen de sluitingstijden: in de winter om vijf uur, in het voor- en najaar om zes uur, in de zomer om zeven uur. Voor het Yushukan geldt wel een entreeprijs.

Meer informatie

Dit artikel maakt deel uit van de reeks Ken uw Tempel van Katern: Japan

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *