Sumo is de nationale sport van Japan, diep geworteld in traditie en shinto-rituelen. Het is een vorm van topsport die kracht, techniek en discipline vereist. Maar sumo is ook een gesloten wereld, waar vrouwen nog altijd worden uitgesloten van professionele deelname – en zelfs fysiek uit de ring worden geweerd.
Al een aantal jaren volgen we, mijn man en ik, sumo, de Japanse nationale vechtsport die zijn oorsprong heeft in het shintoïsme. Er zijn door het hele land talloze wedstrijden, maar de belangrijkste zijn zes grote toernooien door het jaar voor de top van sumo. Een toernooi duurt 15 dagen en elke sumoworstelaar speelt één partij per dag. Buiten Japan zijn deze toernooien te volgen via livestreams op YouTube, of online via NHK World, met samenvattingen voorzien van Engels commentaar.
Er wordt vaak een beetje lacherig over gedaan als mensen horen dat wij sumo volgen. Het zijn tenslotte bijna-blote, vaak dikke mannen die elkaar met geweld op een soort podium van klei (de dohyo) uit de ring van stro die erop ligt proberen te werken, terwijl de scheidsrechter met een gek zwart hoedje in kleurige jurk om hen heen danst. Alles rondom sumo ademt eeuwenoude traditie: de rituelen, de kleding, de entourage. Maar ondertussen is het een professionele sport geworden en op het hoogste niveau is het absoluut topsport. Het zijn kolossale krachtpatsers, de rikishi (het Japanse woord voor sumoworstelaar). Vaak zwaar, ja, maar vooral ook gespierd, lenig en loeisterk. Tijdens een documentaire zagen we een van de vorige yokozuna (de hoogste rang rikishi) trainen. Een vent van 1,92 meter en 160 kilo die zonder enige moeite minutenlang kniebuigingen deed. De camera zoomde uit en wat bleek… hij had iemand op zijn nek zitten. Een jongere rikishi, iets minder zwaar, maar toch.
Sumo is topsport
Het zijn topsporters die technieken beheersen die vergelijkbaar zijn met judo, aikido en karate: klemmen, heupworpen, schouderworpen, maar ook til- , trek- en duwtechnieken of het neerslaan van de tegenstander. Een partij duurt niet lang. Vaak minder dan één minuut, vanaf het moment dat ze in de aanval gaan en in volle kracht tegen elkaar aan botsen (tachiai) tot het moment dat een van hen buiten de ring stapt of valt, óf met een lichaamsdeel anders dan de voeten de klei van de dohyo aanraakt.
Ondertussen zijn het allang niet meer alleen Japanners die deze sport op het hoogste niveau beoefenen. De eerste niet-Japanse yokozuna was Akebono, hij kwam uit Hawaï en won de titel in 1993. Nu is het een sumoworstelaar uit Mongolië, Hoshoryu. Voor hem waren het zijn landgenoten Terunofuji, Kakuryu en de GOAT, Hakuho. Tochinoshin uit Georgië deed het ook niet slecht, en nu worstelen twee jonge Oekraïners, Shishi en Aonishiki, op het hoogste niveau mee. Hun namen zijn uiteraard niet hun echte namen; zij krijgen een Japanse naam vanuit de sumo-organisatie of stal waar ze aan verbonden zijn.
Ongemak
Ik hou van de sport, maar het voelt wel ongemakkelijk. Sumo is helaas een “men only”-sport. Vrouwen mogen het in Japan slechts als amateur beoefenen, niet professioneel. Zij kunnen wel buiten Japan deelnemen aan professionele sumotoernooien, zoals in de VS, Duitsland en Brazilië. Maar niet in hun eigen land, het land notabene waar sumo is ontstaan. Het gaat zelfs zo ver dat de dohyo nog steeds verboden is voor vrouwen. Niet alleen voor vrouwelijke sporters, maar voor alle vrouwen. Het is letterlijk verboden terrein: een vrouw mag er geen stap op en in zetten. Ze mag het niet eens aanraken.
Bij sumowedstrijden is het gebruikelijk dat een burgemeester of een gouverneur van een prefectuur een toespraak houdt of een prijs uitreikt. Een mannelijke burgemeester stapt zonder problemen de ring in, een vrouwelijke burgemeester krijgt een plek buiten de ring. Dat is nog steeds zo. Ronduit seksistisch en discriminerend. Deze starre houding rond vrouwen en de dohyo leidde in 2018 tot een schrijnend incident. Tijdens een toespraak in de ring kreeg een burgemeester een hartstilstand. Meerdere vrouwelijke hulpverleners snelden toe, maar werden weggestuurd omdat ze de ring niet mochten betreden. Het leven van de burgemeester werd gered, maar er was wel ophef. De Japan Sumo Association JSA bood later excuses aan.
Japan scoort wat betreft gendergelijkheid beschamend laag (in 2024 op de 118e plaats van de 146 landen in het jaarlijkse Global Gender Gap report) en sumo is hier een taai voorbeeld van. Toch kraakt het systeem, verandering is onvermijdelijk. Er komen niet alleen steeds meer vrouwelijke sumoworstelaars, maar ook vrouwen die burgemeester of gouverneur zijn. Hun kracht zal deze archaïsche regels doen sneuvelen. Discriminatie, hoe ritueel verpakt ook, blijft discriminatie.
De foto bovenaan het artikel is van Bob Fisher.
15 april 2025