In het eerste deel kwam aan bod hoe Star Wars wat betreft verhaal en cinematografie enorm is beïnvloed door het werk van de Japanse regisseur Akira Kurosawa. Maar daar houdt de Japanse invloed niet op: ook uiterlijk ontleent de serie een hoop aan de Japanse esthetiek.
Het verhaal mag dan uit de pen van George Lucas zijn gevloeid, maar hoe Star Wars eruit ziet hebben we voor het grootste deel te danken aan ontwerper Ralph McQuarrie. George Lucas benaderde hem in 1975 met een ruwe versie van het script voor de eerste film, en gaf hem de vrije hand bij het ontwerpen van de iconische ruimteschepen, gebouwen en kledij. McQuarrie liet zich bij de kostuums inspireren door samurai.
Het meest duidelijke voorbeeld daarvan is het iconische masker van Darth Vader (zichtbaar hierboven – die in het zwart, rechts). Lucas had bedacht dat de grote slechterik uitsluitend zwart droeg, en in eerste instantie in de ruimte moest kunnen ademen om gemakkelijk van schip te kunnen wisselen. Dat vroeg om een volledig dichte helm, waarvoor McQuarrie zich wendde tot de krijgsmaskers van de Japanse samurai. Naast een kabuto-helm (vernoemd naar de grote gehoornde Japanse kevers) ter bescherming van hoofd en nek, droegen samurai namelijk ook vaak maskers om er permanent angstaanjagend uit te zien. Kostuumontwerper John Mollo keek bij het verfijnen van de ruwe tekeningen ook goed naar de Duitse gasmaskers en helmen uit de Tweede Wereldoorlog, maar de rudimentaire vorm is ontegenzeggelijk Japans. Als je bijgaande afbeelding door je wimpers bekijkt, zie je het silhouet van Vader’s helm.
Voor diens goedaardige evenknie en vroegere leermeester Ben Kenobi bedacht McQuarrie een soort kruising tussen de mantels van boeddhistische monniken en pakken van budosporters. Deze soort van kimono geeft Kenobi een gewichtig en verheven uiterlijk, maar heeft als bijkomend voordeel dat het sierlijk wappert op het moment dat hij met zijn lichtzwaard zwaait. Over lichtzwaarden gesproken: die zijn duidelijk geïnspireerd op samurai met hun katana. Net zoals de Japanse zwaarden ooit werden vervangen door musketten, worden in Star Wars lichtzwaarden beschouwd als inferieur aan lasergeweren. Maar net als in pre-modern Japan is in Star Wars een zwaard in de hand van een geoefend gebruiker dodelijker dan welk geweer ook.
Daarnaast vormde de Japanse taal een belangrijke inspiratie. In veel science fiction-universa is de zogenoemde standaardtaal Engels: Star Wars vormt daarop geen uitzondering. Echter liet George Lucas zich voor bepaalde terminologie inspireren door het Japans. Films over samurai heten in het Japans Jidaigeki: wat de Engelsen (bij gebrek aan een mooi Nederlands equivalent) ‘period pieces’ noemen. In die Japanse titel vond Lucas de naam voor de broederschap waar Kenobi onderdeel van uitmaakt: Jidai werd Jedi. Zo zijn er wel meer termen die in geen enkele taal iets betekenen, maar wel Japans klinken. En hoewel geschreven taal in Star Wars nooit nadrukkelijk in beeld komt, is op bijvoorbeeld uithangborden wel een soort cross-over tussen chinese karakters, Japanse katakana en het Koreaanse schrift hangul te herkennen.
De Japanse invloeden reiken verder dan de originele trilogie: in de prequel-trilogie keren onder meer de wapperende Jedi-gewaden en andere kostuums terug. Die drie films werden echter niet door McQuarrie vormgegeven, wat voor veel Star Wars-fans van het eerste uur als een gemis werd ervaren. Dat is ook de reden dat de recente films The Force Awakens en Rogue One nieuwe ideeën vermengen met ongebruikte originele schetsen van McQuarrie, die in 2012 overleed.
Daarmee wordt Star Wars weer Japanser, wat goed te zien is aan de kleding van nieuwe personages als Kylo Ren en Rey. Deze werden in 2015 door de Japanse traditionele kunstschilder Taro Yamamoto als donder- en windgod op een kamerscherm vereeuwigd. Het resultaat is verrassend traditioneel, en zou niet misstaan in musea met kunst uit de Edo-periode. Japanse esthetiek is een onmisbaar onderdeel van het DNA van Star Wars geworden.
3 januari 2017