Japanse principes, leeftrends en -wijzen zijn de afgelopen jaren ongekend populair in het westen. Boeken van Europese auteurs, zoals Tomas Navarro met Kintsukuroi en Francesc Miralles en Héctor Garcia met Ikigai, en Japanse schrijvers, zoals Marie Kondo met The Life-Changing Magic of Tidying Up en Fumio Sasaki met Goodbye, Things: The New Minimalism vliegen als warme broodjes over de toonbank. Shinrin yoku – de helende kracht van bosbaden van Annette Lavrijsen is het volgende boek in dat rijtje.
We leven in een tijd van ongekende mogelijkheden, iets waarmee het – afhankelijk van je karakter – soms moeilijk omgaan kan zijn. Lavrijsen, die als freelance-journalist schrijft over onder meer gezondheid, psychologie en natuur, heeft daar last van: ze is, in haar eigen woorden, ‘behept met een fijngevoelig systeem en een bovenkamer die kan malen alsof het brood van de wereld ervan afhangt’ en daardoor ‘haar hele leven een makkelijk doelwit geweest voor prikkels, positief en negatief’. Voor zulke mensen, betoogt ze, kan shinrin yoku uitkomst bieden.
Wat is shinrin yoku?
Shinrin yoku betekent letterlijk ‘baden in de atmosfeer van een bos’. Wie denkt dat Japanners zich dus al sinds het ontstaan van het land massaal laven aan de helende kracht van het bos, komt van een koude kermis thuis, vertelt Lavrijsen: shinrin yoku bestaat pas sinds de jaren tachtig. Het Japanse equivalent van Rijkswaterstaat riep het in het leven als tegenwicht voor de sterk verstedelijkte samenleving. Inwoners van Kyoto, Osaka en Tokyo zouden daardoor sneller het bos in gaan, was de hoop. Natuurlijk baseerden de ambtenaren zich daarbij wel op een eeuwenoud geloof in de helende kracht van het bos, maar wetenschappelijk bewijs dat het ook echt goed voor de mensen is, ontbrak nog.
Pas in 1984 leverde een Amerikaans onderzoek het bewijs dat natuur doorwerkt op processen in het lichaam. Zes jaar later trokken Japanse onderzoekers er zelf ook op uit, om in de eeuwenoude bossen van Yakushima proefpersonen te volgen bij hun wandeling. De effecten van het bos op hun gemoedstoestand werden vergeleken met hun gevoelens na een wandeling op een loopband. Wat bleek: humeur en energieniveau waren sterk verbeterd, stresshormonen flink afgenomen. Door de jaren heen volgden daarna wereldwijd nog talloze onderzoeken waaruit (samenvattend) bleek dat wandelen door het bos goed voor ons is. Nu is dat op zich geen hele verrassende conclusie, maar toch handelen we er niet naar. Zoals Lavrijsen beredeneert: de wereld ligt door moderne technologie binnen handbereik, dus we hoeven ons huis nauwelijks meer uit. Iets dat we daarom ook veel minder doen, met alle gevolgen voor onze gezondheid van dien.
Pas op de plaats
De helende kracht van bosbaden is geen boek om in één ruk uit te lezen, maar fungeert vooral als een gids. Het is, na een diepgravende inleiding, daartoe overzichtelijk opgedeeld in hoofdstukken over lichaam, hoofd, hart en ziel: de verschillende niveaus die door de natuurervaring worden beïnvloed. Lavrijsen geeft in ieder hoofdstuk praktische tips, meditatie-oefeningen en vergelijkt Japanse gebruiken met westerse, zoals bijvoorbeeld voetenbaden (ashiyu in het Japans).
In hoeverre we op zoek zijn naar, behoefte hebben aan of open staan voor deze principes, verschilt per persoon. Maar, zoals hierboven ook al gezegd – we leven in tijden van ongekende mogelijkheden, en het kan dan ook geen kwaad om af en toe een pas op de plaats te maken, Alleen daarom al is het aardig om, aan de hand van Lavrijsen, de bekende wandeling door het bos eens door Japanse ogen te bekijken.
Shinrin Yoku: De helende kracht van bosbaden
Annette Lavrijsen
223 pagina’s
Ambo Anthos, 2018
ISBN 9789026342165
Bol.com