Shichi fukujin : de zeven geluksgoden van Japan

De shichi fukujin, (七福神, ‘zeven Japanse geluksgoden’) vormen al sedert de Edo-periode een populair gezelschap. Deze ‘magnificent 7’ tref je afgebeeld in en rond bijna alle tempels van Japan. Soms zie je er één, maar vaker bevinden ze zich op de takarabune, hun gezamenlijke ‘schattenschip’.

Wie Japan tijdens de jaarwisseling bezoekt, gaat uiteraard ook naar de tempel of de schrijn. Bij het verlaten van de tempel werd ons een groezelige A4 fotokopie in de handen gegeven met daarop in grijs vaag een boot met daarop zeven figuren. “Deze moet u vannacht onder het kussen leggen, dat levert een jaar lang geluk op”.

En inderdaad, zo is dat. De A4 is inmiddels – ruim tien jaar later – geplastificeerd en is nog steeds niet uitgewerkt. Zoals de drie koningen per kameel de krib aandoen, zo arriveren de zeven goden op 31 december met de boot om cadeaus in de vorm van geluk en voorspoed uit te delen. Voor wie gelooft. Het zijn verbeeldingen van hoop, het eerder genoemde kerstkind wist ook niet onmiddellijk wat hij concreet aanmoest met “wierook, mirre ende goud”. De zeven geluksgoden worden niet geassocieerd met werkelijke  presentjes zoals de kerstman en sinterklaas die rondbrengen. Kinderen leggen traditiegetrouw de afbeelding van de Shichi fukujin echter graag op oudjaarsavond onder hun kussen. Baat het niet, dan schaadt het niet. Wie deelneemt aan het strenge Japanse onderwijs, kan wel wat wind in de zeilen gebruiken.

shichi fukujinOok hun ouders geloven graag in de helende en geluk schenkende gaven van de Grote Zeven. Tijdens de eerste zeven(!) dagen van het nieuwe jaar, de Hatsumode, bezoeken hele families hun tempels en schrijnen en betonen daarbij ook eer aan de zeven zeelieden. Elk van de zeven heeft een eigen specialiteit en zorgt voor voorspoed in een deelaspect van het leven. Het is dan ook het mooist wanneer je ze samen treft. Dat is niet in alle tempels het geval, de Kiyomizudera in Kyoto beurt bijvoorbeeld op van de beeltenissen van Daikoku, maar de anderen zijn er niet of in elk geval minder prominent. Bij de meeste tempels zijn wel souvenirs van de complete Godenboot verkrijgbaar. Ons huis is dan ook het gehele jaar beschermd en gelukkig.

Japanners besteden graag hun vrije tijd aan het begin van het nieuwe jaar om een minitour te maken langs een aantal tempels om zo aan elk van de Zeven hun probleem voor te leggen, geluk af te smeken, of om ze te eren. Deze piepkleine pelgrimstocht wordt Shichi fukujin meguri genoemd en wordt ook gedurende de rest van het jaar ondernomen. Daarbij is de kunst om de Zeven te vinden in de nabijheid van het eigen huis. Over heel Japan verspreid zijn er minstens twintig clusters van zeven tempels waar dit zeker zou moeten kunnen lukken. Al eerder werden de boeken met tempelstempels besproken, er is ook een variant voorhanden waarin specifiek de Shichifukujin meguri verzameld kan worden.

Daikoku en Ebisu lijken wel het meest te worden afgebeeld, maar zij zijn dan ook de patroonheiligen van handel, landbouw en visserij. Daar is ook tegenwoordig nog steeds veel geluk bij nodig. Bishamonten – de god van de oorlog – leeft sedert de laatste oorlog begrijpelijk wat meer teruggetrokken. Vervolgens zijn Benten, Fukurokuju, Hotei en Jurojin ook vaak permanente tempelbewoners.

Het getal zeven is een belangrijk getal overal op de wereld (én in Game of Thrones). Disney verhaalt over zeven dwergen, en wie herinnert zich niet de Zevensprong op tv? Een joods huishouden heeft een menora, de zevenarmige kandelaar, de christelijke kalender telt in zeven dagen, het boeddhisme leert dat men zeven maal kan reïncarneren. De islam stelt dat er zeven hemels zijn en zeven treden in het geloof. Stephen Covey, die vooral in de kracht van mensen zelf gelooft, vertelt over zeven eigenschappen van effectief leiderschap.

Japan eert de Zeven ook op andere manieren. De bushido, de Japanse krijgsleer, kent zeven basisprincipes, het Tanabata festival valt op de zevende dag van de zevende maand. De beroemde film van Akira Kurosawa heet Seven Samurai. Er wordt in Japan bij een overlijden zeven dagen gerouwd. En zo zitten er dus zeven Fukunokami of geluksgoden op de boot – met zeven schatten. Het andere geluksgetal 88, dat we al vaker bespraken, zou de boot ook veel te vol maken en minder zeewaardig.

shichi fukujinDe boot waarmee de shichi fukujin aanmeren in Japan is een prachtige metafoor voor de oorsprong van de zeven. Ze komen namelijk niet uit Japan, maar zijn overgevaren vanuit China en India en zijn oorspronkelijk vertegenwoordigers van Brahmanisme, Boeddhisme en Taoïsme. Aan het eind van de 14e eeuw werden deze ‘vluchtelingen’ in Japan ingeburgerd en goed doorvoed met Shintoïsme.

De zes heren en één dame worden meestal afgebeeld als dikkige, mollige en misschien zelfs komische figuren. Ze lijken wel wat op de dikke ‘boeddha’ die wij kennen uit de Chinese toko. Een van de zeven is ook werkelijk de Japanse verbeelding van deze vreemde chinees. Ze dragen lange gewaden, wel degelijk pijen als van monniken, of toga’s zoals van universitair opgeleiden. Ze zijn vooral herkenbaar aan hun eigen schat:  hun eigen specifieke aspect van geluk. De oorspronkelijke schatten in de vorm van juwelen en goud (wierook ende mirre) werden destijds door de pragmatische Japanse boeren en de visserssamenleving vervangen door concretere schatten als vis, rijst en baar geld. We stellen de shichi fukujin graag even nader aan u voor.

Benten (of Benzaiten)

De enige dame in het gezelschap draagt altijd een biwa, een Japanse luit. Benten is van Indiase komaf. Zij is eigenlijk Saraswati, de godin van de muziek, schilderen en beeldhouwen, dans en literatuur. Haar elegantie en liefde voor de schone kunsten haalt de scherpe kantjes af van het meer ordinaire geld verdienen en streven naar materiële welvaart Ofschoon Benten een hindoe-achtergrond heeft, kwam ze met het boeddhisme mee naar Japan.
Benten is de beschermer van geluk, liefde, onderwijs en dus de schone kunsten, en helpt studenten, geisha en artiesten goed vooruit.

Ebisu (of Ebisuten)

Ebisu is de beschermheer van vissers en zorgt voor een goede vangst. Hij draagt in de heupzwaai ook bij aan veilige overtochten voor wie Japan met de boot bezoekt. Hij zelf kwam immers ook met de boot vanuit China en slaagde waar hele legers van Mongolen omkwamen. Op het platteland draagt Ebisu zorg voor een uitbundige rijstoogst. Hij is de naamgever van een prima bier en Yamanote-halte. De combi van rijst en vis (met bier) maken hem verreweg de meest populaire van de zeven.
Ebisu is herkenbaar aan de flinke vis die hij immer bij zich draagt. Meestal is dat een zeebaars of karper. De vis hangt aan zijn hengel in de rechterhand of wordt onder de linkerarm geklemd. Ebisu heeft altijd een grote gelukzalige glimlach (het bier?) en draagt een jagersmuts, een kazeori eboshi. Ebisu is de zoon van Daikokuten en we zien vader en zoon vaak samen afgebeeld.

Daikoku (of Daikokuten)

Daikoku, de vader van Ebisu, is de god van rijkdom en handel en kwam naar Japan vanuit India in de 9e eeuw. Hij is een incarnatie van Shiva, beschermer van mensen tegen boze krachten.
Dat zou onder meer het weer kunnen zijn, want Daikoku beschermt gewassen tegen regen en droogte. Hij draagt zorg voor een goede oogst. Later ging hij zich ook succesvol bemoeien met de handel. De commerciële en dienstensector vereert hem ook. Specifiek noemen we ook de horeca. Koks weten zich zelfverzekerder door zijn goede zorgen.
Daikoku draagt graag een jagersjas of tuniek en heeft een ‘pietenmuts’ of baret. Hij mag graag op uitpuilende balen rijst staan en aan zijn buik te zien geniet hij daar zelf ook uitbundig van. De zak over zijn schouder bevat zijn schat. Dat is niet zozeer rijst als wel wijsheid en geduld. In zijn rechterhand is hij goed herkenbaar aan de groot formaat hamer die hij hanteert. Deze uchide-no-kozuchi brengt geluk voor wie er over wrijft.

Fukurokuju (of Fukurokujin)

Fukurokuju heeft Chinese roots. Hij is de verpersoonlijking van een oude Taoistische god, die op zijn beurt weer gebaseerd is op de chinese wijsgeer Lao Tzu, uit de Sung dynastie. Aan hem worden verscheidene wonderdaden toegeschreven op het terrein van wetenschap, wijsheid, maar ook – en niet onbelangrijk – viriliteit. Hij is dan ook de god van de blijdschap. De oude genieter draagt de toga van een wijsgeer en een stok om zijn overig beslist ouder wordende lijf te ondersteunen. Fukurokuju wordt vaak verward met Jurojin. Gek is dat niet, want beide heren delen blijkbaar hetzelfde lijf. Zij zijn eigenlijk dezelfde persoon. Fukurokuju is echter heel goed te onderscheiden van zijn maatje. Hij heeft een onwaarschijnlijk hoog voorhoofd en een lange baard. Hij lijkt op Ki-Adi-Mundi, Jedi en lid van de Jediraad uit het Star Wars-universum. Mundi is een cereaan, een humanoïde ras met een extreem hoog hoofd. In het hoofd zit een tweede hart, dat werkt voor zijn binaire hersensysteem. Mogelijk is Mundi afgeleid van Fukurokujin.

Hotei (of Hotei osho)

Hotei wordt dikwijls verward met de Chinese godheid Budai of de bekende ‘Lachende Boeddha’-beeldjes. Eigenlijk is het één en dezelfde god. Hotei is herkenbaar aan zijn armzalige kleding en zijn dikke buik. Oorspronkelijk was Hotei een Boeddhistische monnik met de naam Pu Tai. Hotei (en Budai) is een verbastering of japanisering van deze naam. Hij leefde tijdens de Latere Liang-dynastie in China en werd beschouwd als een Maitreya (miroku Bosatsu).
Hotei, is net als Daikoku, een god van overvloed. De zak op zijn rug is gevuld met ’toverrijst’ die nooit op raakt! Hij is dan ook een god van de lach en spoort je aan tevreden te zijn met wat je hebt of reeds wist te bereiken. Hotei beschermt specifiek de handelaars in winkelstraten en shoppingmalls en hij is dan ook vaak te vinden in de straat of bij de ingang van een winkelcentrum.

Jurojin

Jurojin waaide over via het Taoisme vanuit China en woont samen met Fukurokuju in het zelfde lijf. Toe maar. Hij is een god van welvaart, weelde en vooral van een gelukkig lang leven.
Ook de oude Jurojin draagt de toga van een wijsgeer en een stok om zijn lijf te ondersteunen. Maar hij draagt ook een muts, terwijl Fukurokuju met het blote hoofd de elementen trotseert.

Bishamon (of Bishamonten)

Bishamon is geboren in India en is de god van de krijgers. En zo ziet hij er ook uit: de bebaarde athleet draagt een beschermende wapenrusting en helm. Maar een vervaarlijke speer om – indien nodig –  mee aan te vallen. Iemand om geen ruzie mee te hebben. Bishamon’s taak in India was een beschermende. Hij is één van vier wachters (shi-tenno) die de zetel van de Boeddha beschermen. Hij brengt in tijden van oorlog zowel geluk bij de verdediging als de aanval. Tussen de oorlogen in beschermt hij de boeddhistische leer en bewaakt hij de vrede.

Een boot brengt altijd geluk

Een boot brengt altijd geluk, zo weten wij. Wie de Texelboot op loopt om naar ‘het Gouwe Boltje’ af te reizen, wordt daar blij van. Wie in Japan een tempel of schrijn bezoekt, kijkt de ogen uit. Wordt overvallen door of meegenomen in een veelvoud van indrukken. Een bezoek wordt wellicht nog aardiger wanneer je ook een of meerdere van de shichifukujin herkent. En, wie wat geluk kan gebruiken, doet er goed aan een boot mee te nemen naar huis.

Dit bericht werd geplaatst in Filosofie en Religie en getagd , , , , , , door Cees Omes . Bookmark de permalink .

Over Cees Omes

Onderwijskundig adviseur/programmeur, docent en trotse vader van drie zonen die volledig "into Japan" zijn. Twee daarvan hebben in Leiden de studierichting Talen en Culturen van Japan afgerond, de derde is een Anime-Otaku. Naast Cool Japan en eeuwenoude culturele tradities beschouwt hij vooral Sociaal Japan. Cees verwondert zich over de sociale cohesie en oplossingen die Japan kiest voor vraagstukken wanneer mensen met elkaar omgaan. Op straat, in het gezin, het onderwijs en in de zorg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *