Fusuma (襖) zijn verticale rechthoekige panelen die van links naar rechts kunnen worden verplaatst om ruimtes te herdefiniëren binnen een kamer, of fungeren als deuren. Fusuma zijn even groot als een tatami-mat, twee tot drie centimeter dik, maar toch licht van gewicht. Fusuma hebben een esthetische waarde, dragen samen met de tatami bij aan dat typische karakter van een Japanse kamer. Fusuma zijn vooral ook geweldig functioneel. Ze draaien niet, ze schuiven!
Deuren zijn bedacht om dieven buiten en beesten binnen te houden, om binnenkomende kou of warmte tegen te gaan. Binnendeuren onttrekken de inhoud van een kast aan het zicht, of verdelen een grotere ruimte in kleinere compartimenten. Deuren zijn vanzelfsprekend. Wij denken bij deuren aan hout, al of niet voorzien van een glaspaneel, en aan scharnieren. Deuren zwaaien open, naar binnen of naar buiten. Het kan ook anders.
Soms moet dat ook, want naarmate de deuropening groter wordt, zal het gewicht van het hout toenemen. Dat wordt opgelost door meer dan twee scharnieren toe te passen of door de deur niet open te laten zwaaien, maar te laten hangen aan rails waarmee de deur opengeschoven kan worden. Staldeuren zijn daar een traditioneel voorbeeld van. Het gewicht blijft gelijkelijk verdeeld, zodat de muur niet omgetrokken wordt. Wie de deuropening ten volle wil benutten om de tractor naar binnen te rijden, moet aan weerszijden wel dezelfde ruimte reserveren. Dat lukt aan de buitenkant van het gebouw meestal beter dan aan de binnenzijde, waar kasten of gereedschappen tegen de muur staan.
Een poosje geleden kwamen deze hangende staldeuren ook het gewone huis in. In elke bouwmarkt zijn deze “barndoors” verkrijgbaar, compleet met rustiek smeedijzeren beslag, rails en wielen. De trend lijkt inmiddels weer op zijn retour, mogelijk omdat de ruimte naast de deur vrij moet blijven en dus niet zo eenvoudig benut kan worden voor een schilderij, een stopcontact of lichtknop.
Als de volledige ruimte niet per se nodig is, gebruik je twee rails, zodat de ene deur voor de andere kan schuiven. Een van de best en langst verkopende producten in een bekend Zweeds warenhuis is de enorme kledingkast met dubbele schuifdeuren. Niet voor niets, want slaapkamers zijn meestal niet zo ruim bemeten en met een riant tweepersoonsbed is het vaak lastig om deuren van een kledingkast volledig open te zwaaien. De dubbele deur toont dus ofwel de garderobe voor haar, of die van hem.
Schuivende panelen
In Japan worden schuivende panelen al veel langer toegepast. Met name bekend zijn de shōji, de met washipapier bedekte licht doorlatende houten frames die als raam en deur ingezet worden tussen kamer en engawa, de overdekte gang of open veranda om het huis.
De fusuma is daar het zusje van. In tegenstelling tot de shōji zijn deze niet transparant. Ze zijn aan beide zijden beplakt met karton en dik behang-papier en vaak voorzien van een afbeelding. Fusuma worden toegepast als scheidingswand of voor de kastenwand waarin de futons en ander beddengoed worden opgeslagen. De term fusuma 襖 is mogelijk afgeleid van een ander karakter met dezelfde uitspraak, fusuma 衾, dat gewatteerde deken of beddengoed beschrijft, Beide fusuma spelen in elk geval een functionele rol in het warm houden van het lichaam.
De op de panelen gehanteerde afbeeldingen zijn vaak subtiele seizoensgerelateerde motieven of beelden landschappen af, zoals we ze kennen van kamerschermen, herhalend of juist in gezamenlijkheid een beeldverhaal vormend. In het Katsura paleis – de Katsura Rikyū – in Kyoto hebben ze er rond 1600 juist iets heel opvallends van gemaakt, daar zijn de fusuma van de Shōka-tei, de ruimte om te genieten van de kersenbloesem, verdeeld in blauw-zachtgele blokken.

Vóór de zevende eeuw bestond een Japans huis uit één grote kamer. Kamerschermen werden gebruikt om een scheiding van de ruimte te creëren. Wie het kon betalen beschikte over een verplaatsbaar houten frame, met zijde bedekt. Deze werden fusuma shōji genoemd. Nadat papier van China naar Japan overwaaide, werd de zijde vervangen door papier en veranderde de naam in karakami shōji (papieren shoji-deuren). Historische tekeningen uit de twaalfde eeuw laten zien dat deze panelen een vaste plaats kregen en open en dicht geschoven konden worden. In eerste instantie waren fusuma voorbehouden aan de welgestelden, maar vanaf 1900 begonnen deze ook in standaardhuishoudens te verschijnen. In die tijd ontstonden er steeds meer huizen met kamers in westerse en Japanse stijl en de fusuma werd een handige manier om de twee fysiek (en mentaal) van elkaar te scheiden.
Zowel fusuma als shōji zijn lichtgewicht kamerverdelers die aan de boven- en onderkant met houten rails worden geleid. De bovenste rail is de latei en wordt een kamoi (鴨居, letterlijk “eendenplek”) genoemd, en de onderste de shikii (敷居) of drempel. Traditioneel kwam er was aan te pas om de deur vloeiend te verschuiven, maar tegenwoordig worden vinyl of kunststof strips gebruikt om de beweging van de fusuma en shōji te vergemakkelijken. De extra ruimte tussen de bovenkant van de deur en de groef in de latei is precies groot genoeg om het paneel in gareel te houden, maar indien nodig eenvoudig uit de rails te kunnen tillen.
Soms is dat nodig bij herstelwerkzaamheden, het blijven immers panelen van papier en karton en ze zijn snel beschadigd. Een mooi voorbeeld van zo’n beschadiging (en reparatie) wordt opgevoerd in Asura, een nieuwe zevendelige Netflixserie van Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda uit 2025. In de eerste aflevering verliest iemand (volstrekt a-typisch) het geduld, en smijt een speelgoedauto door de kamer, Het poltieautootje boort zich in de fusuma. Zoals Japanners zich weer razendsnel hernemen zijn ook de fusuma weer snel gerepareerd. Er wordt een grote sakurasticker over het gat geplakt.

Fusuma zijn doorgaans ongeveer 90 cm breed en 180 cm hoog, even groot als een tatamimat, en 2-3 cm dik. De hoogte van fusuma is de afgelopen jaren toegenomen van 170 cm naar 190 cm vanwege de toename van de gemiddelde lengte van de Japanse bevolking. Ze bestaan net als shōji uit een traliewerkachtige houten framewerk. Dit wordt afgedekt met karton en een laag papier aan beide kanten. Ze hebben doorgaans een zwarte gelakte rand en een ronde uitsparing om de deur open en dicht te schuiven zonder het papier vies te maken. In films zien we mensen fusuma met één vinger open maken en we hebben empirisch vastgesteld dat dit inderdaad uitstekend kan. De deur is vederlicht en de rails zijn vernuftig ontworpen. Soms glijden de deuren ‘koud’ op de onderste rails, vaak ook is een tweetal kleine wieltjes in de onderste rand van de deur verborgen.
Eerder noemden we de vaak niet al te ruim bemeten slaapkamer in ónze huizen. In Japan treffen we het echter vaak nog veel kleiner, veelal is de slaap- en woon-functie in één kamer gecombineerd. Overdag wordt geleefd, gegeten en gewerkt, ’s avonds wordt de in een kast opgeborgen futon-matras uitgerold en wordt het dekbed erover uitgespreid. Het omvangrijke beddengoed wordt opgeslagen in een grote diepe kast die met fusuma aan het oog onttrokken wordt.


Fusuma zijn typisch Japans
Fusuma zijn typisch Japans. Zoals shõji, tatami en noren bepalend zijn voor het beeld dat we van Japanse interieurs hebben. De functionele schuifdeur is geniaal, maar heeft zich nog niet buiten Japan gewaagd. Vreemd eigenlijk, want wie een draaiende deur met scharnieren correct moet afhangen in een sponning weet dat dit geen DHZ-klusje is, maar aan de vakman moet worden overgelaten. Vreemd ook want een fusuma “levert ruimte op” in de ruimte. Al snel een vierkante meter kan worden bespaard. Huizen uit de jaren dertig van de vorige eeuw beschikken nu en dan over kamers en-suite: een combinatie van een voorkamer en een achterkamer, gescheiden door een of twee houten schuifdeuren met glas in lood. Deze worden meestal achter kasten geschoven, zodat aan beide zijden van de deur opbergmogelijkheden zijn. Deze zware deuren lopen niet echt lekker en dat ligt niet per se aan hun ouderdom. De bovengenoemde deur van het Zweedse warenhuis is geen schuifdeur, maar een hangdeur, hij ‘hobbelt’ net als de staldeur op wieltjes over de geleider en is zeker niet van hout, karton en papier.
Een traditioneel Japans huis wordt gebouwd met houtskeletbouw en kent niet het probleem van ‘dragende muren’. In onze baksteencultuur worden huizen tijdens de bouw in vaste ruimten van meet af definitief ingedeeld, de gang slingert tussen de kamers en draait er niet omheen. Deuropeningen zijn bepaald tijdens de bouw en niet gemakkelijk anders opnieuw te maken. Dat vraagt om deuren met een scharnier, er is hooguit rekening gehouden met een schuivende deur naar een terras.
Van een één op één overname van de fusuma zal het hier niet komen. Door hun delicate bouw zijn ze bedoeld voor gebruikers die er met beheersing mee omgaan. Of is het andersom, rustige mensen kunnen toe met eenvoudiger materialen? Het is heel goed denkbaar dat het aantal politieautootjes dat zich hier in de deur zou boren veel hoger is dan in Japan. De sakurastickers zouden niet aan te slepen zijn.
27 februari 2025