Rust, Regelmaat en Reinheid: de drie R’s

Tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw werden de drie R’s liefkozend gebruikt om kernwaarden voor opvoeding en onderwijs te promoten bij jonge ouders en toekomende leraren. Rust, regelmaat en reinheid vormden immers de basis voor een veilige school en vertrouwde thuissituatie. In Nederland zijn we ze vergeten, maar in Japan worden ze nog steeds als van groot belang ervaren, door opvoeders én door kinderen.

In het Nederland van dit moment staan de drie R’s wellicht voor rumoer, rommelig en ratjetoe. Kinderen worden vooral gedreven door hun eigen impulsen, worden niet (meer) intensief becommentarieerd op storend gedrag, zijn vluchtig in hun aandacht en ontberen een wat langere spanningsboog. Een groeiend aantal verschijnt op school zonder voorafgaand ontbijt of zonder gewassen te zijn. De noodzaak van het zelf opruimen wat je hebt gebruikt, wordt niet meer zo bewust bijgebracht.

Het is echter nog steeds belangrijk dat kinderen rust krijgen en nemen. Zo groeien zij gezond op. Tijdens het slapen groeien kinderen en verwerken ze wat ze overdag gezien, geleerd en gedaan hebben. Jonge kinderen houden van regelmaat en herhaling. Dat is één van de redenen waarom ze Sesamstraat nog altijd fijn vinden. Het is plezierig als er ook dingen zijn die elke dag hetzelfde gaan, thuis zowel als op school. Een dagritme met een vast patroon geeft houvast.

De leefomgeving van een kind moet nog altijd schoon zijn, ook vandaag. Het bevordert de gezondheid zeer. Natuúrlijk wordt er in de buurt van kinderen niet gerookt en natuúrlijk wordt het avondmaal niet te dicht bij de kattenbak gegeten. Het zijn echter vaak de kabouters die het huis of het klaslokaal schoonmaken. Meestal onttrekt het opruimen zich aan de waarneming van het kind en wordt er niet expliciet aandacht gevraagd voor het schoonmaken of de schoonmaker. Ouders doen het als vanzelfsprekend en op school zijn er aparte functionarissen (kabouters) die, wanneer de klas leeg is, de rommel opruimen.

Het hierboven somber geschetste beeld is wellicht wat te negatief aangezet. Het is ook waar dat wij in Nederland een nijver volkje zijn, creatief en opportunistisch en handel drijven over de hele wereld. De drie R’s zijn misschien niet eens gewoon verloederd, maar noodgedwongen opgeofferd aan de steeds drukker wordende dagtaak en samenleving. Reinheid is ook niet het eerste begrip dat je als etiket op de Nederlander plakt. Tot ver in de IJzeren Eeuw werd de inhoud van de plee-emmer op de stoep geloosd. De tandenborstel is geen Nederlandse uitvinding en een groot deel van generatie Babyboom moest nog een kunstgebit aangemeten krijgen. De kinderen van deze generatie gingen nog op zaterdag in de teil in bad, allemaal achter elkaar in het zelfde water.

In Japan wordt hetzelfde water nog steeds gebruikt voor alle gezinsleden, maar eenieder heeft zich eerst geschrobd en gereinigd buiten het bad. De Japanner is vertrouwd met het zelf zorg dragen voor de rommel die hij maakt. Het wordt met de paplepel ingegoten – zo hebben veel scholen geen speciale schoonmakers, maar mogen de kinderen daar bij helpen – en als prettig en voorwaardelijk voor goed functioneren van de groep en van jezelf ervaren. Het schoonmaken wordt O soji genoemd, kleine kinderen zijn er “druk” mee, maar ook high school leerlingen besteden ongeveer twintig minuten per school dag aan het samen opruimen van de klaslokalen.

Voor deze behoefte aan reinheid zijn meerdere redenen aan te wijzen. Het warme, vochtige klimaat waar in het grootste deel van het land sprake van is, vraagt om goede hygiëne. Maar naast nodig uit praktische overwegingen, is reinheid ook een belangrijk onderdeel van het Shintoïsme, Japans ‘eigen’ godsdienst. Voor het terrein van een Shinto-schrijn betreden mag worden, moeten bezoekers hun handen wassen en mond spoelen. De Shinto-godheden hebben een hekel aan vuil.

Wie naar EuroDisney is geweest en ook naar Tokyo Disneyland, zal het hebben gemerkt: Alles is uitwisselbaar, Mickey, de attracties, de feelgood-sfeer en de parade. Hét grote verschil is echter dat in Japan de paden aan het eind van een drukke dag nog steeds onberispelijk schoon zijn. Prullenbakken zijn niet eens nodig, men neemt de rommel mee naar huis. Na sportwedstrijden maken de Japanners de tribunes zelf schoon.

Hoe het werkt? De schooltijd is doordrongen van de drie R’s, waarbij kinderen geleerd wordt om samen op te ruimen, schoon te maken, verantwoordelijk om te gaan met de publieke ruimte. De bijgevoegde video van nieuwskanaal AJ+ geeft een helder beeld van de dagelijkse gang van zaken in dit opzicht en laat zien dat kinderen zelf ook genieten van hun klussen. Natuurlijk zijn er in Japan ook kabouters nodig. Maar die hebben het veel minder zwaar.

Dit bericht werd geplaatst in Onderwijs, Sociaal Japan, Waarden en normen en getagd , , door Cees Omes . Bookmark de permalink .

Over Cees Omes

Onderwijskundig adviseur/programmeur, docent en trotse vader van drie zonen die volledig "into Japan" zijn. Twee daarvan hebben in Leiden de studierichting Talen en Culturen van Japan afgerond, de derde is een Anime-Otaku. Naast Cool Japan en eeuwenoude culturele tradities beschouwt hij vooral Sociaal Japan. Cees verwondert zich over de sociale cohesie en oplossingen die Japan kiest voor vraagstukken wanneer mensen met elkaar omgaan. Op straat, in het gezin, het onderwijs en in de zorg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *