De Japanse liefde voor robots kwam al eerder aan de orde op Katern: Japan, maar dan vooral op een negatieve manier. Joleen schreef in haar artikel over Techno-Oriëntalisme dat westerlingen Japan vaak zien als een land waar koude technologie boven menselijke waarden staat. Maar zij gaan voorbij aan de verschillende rol die technologie speelt in de Japanse cultuur. Daarom volgt hier een uiteenzetting over robots in de Japanse en westerse (Amerikaanse) cultuur. Zowel de verschillen in perceptie, als het doel van de robot, komen aan bod.
Een belangrijke reden dat de Japanners zo open staan voor robots, is dat zij geen wezenlijk onderscheid maken tussen levende en levenloze wezens. Dit idee is afkomstig uit het Shintoïsme, een inheemse natuurreligie, waarin zowel dieren, alsook bomen en stenen, een geest kunnen hebben. Het is zelfs toepasbaar op zaken die door mensen zijn gemaakt, in dit geval robots. De geest die in de robot huist, is er niet op uit om zijn maker iets aan te doen, maar verkeert in harmonie met hem.
In het westen bestaat deze harmonie juist niet. De beroemde roman van Mary Shelley, over het monster van Frankenstein, is hier een goed voorbeeld van. Wanneer Victor Frankenstein een vriend voor zichzelf probeert te maken, blijkt het schepsel dat tot leven komt verre van perfect. Ook doodt het een aantal van Victors vrienden en familieleden. Deze ongelijke en gewelddadige relatie tussen Frankenstein en zijn schepper vindt zijn oorsprong in het Joden- en Christendom. In deze religies is God namelijk de enige schepper. Het is ten strengste verboden om deze rol van God over te nemen. Volgens deze regel roept Victor Frankenstein het onheil zelf over zich af.
Als gevolg van deze perceptie verschillen de doelen van de robots in beide culturen flink. Zo hebben Amerikaanse bedrijven vooral geïnvesteerd in onderzoek naar militaire robots. Deze hebben vaak een expressief gezicht zodat ze niet bedreigend overkomen. Aan de andere kant hebben Japanse bedrijven vooral robots ontwikkeld om te gebruiken in de zorg. Deze beschikken vaak over een veel subtieler gezicht, dat doet denken aan de maskers die in het Japanse Noh-theater worden gebruikt. Deze maskers zitten vaak zo vernuftig in elkaar, dat het een andere gezichtsuitdrukking kan laten zien als de acteur het lichtelijk draait. Het ontwerp van de Japanse robot draagt er aan bij dat de robot een harmonieus geheel vormt met zijn gebruikers. Een goed voorbeeld hiervan is de zorg-robot Paro-chan, die de vorm heeft van een gestileerde zeehond. Ouderen kunnen de robot aaien, waarna hij geluidjes produceert. Na verloop van tijd herkent Paro wie hem aait, en bouwt hij een vertrouwensband op met de oudere.
Waar Amerikanen de robot vooral als bedreigend zien, geeft de Japanse cultuur deze juist een eigen geest. In het Westen blijft het denkbeeld dat technologie haar scheppers kwaad kan doen dominant, terwijl Japan de mogelijkheden van robots voor de zorg omarmt.
17 november 2014
Erg inspirerend artikel. Toont goed aan hoe christelijke waarden en normen onze visie beïnvloeden (ook al zijn we ons er soms niet van bewust!).
Dank voor je reactie Floris. Het is belangrijk je te realiseren dat onze culturele waarden relatief zijn, en zeker niet de enige ‘waarheid’.