In Japan zijn de koekoek en de kip nooit ver weg. Sterker nog, op elke straathoek zul je ze horen. Ze wonen namelijk in de stoplichten bij het zebrapad.
Net als in Nederland worden in Japan bij elke voetgangersoversteekplaats met lichten geluiden gebruikt om minder- en slechtziende overstekers van dienst te zijn. Hier zijn dat enigszins saaie bliepjes, die in tempo van elkaar verschillen. Hoe sneller ze op elkaar volgen, hoe korter de resterende tijd om aan de overkant te geraken. Japan echter, met haar fijne neus voor kawaii, zet schattige vogelgeluiden in. Het is ofwel de tjirp van – naar zij zeggen – de kip, die je aandacht trekt, ofwel de Japanse koekoek. Of beide – dat komt ook voor. De allereerste keren keken we verrast om ons heen, ‘waar is ie?’ Dat is niet perse onnozel, in Japan is de natuur bijna altijd heel dichtbij.
En er zit nog meer vernuft in de paal van het verkeerslicht. Ook de drukknop om aan te geven dat je wilt oversteken praat terug. Deze geeft ook auditief aan dat de aanvraag in gang wordt gezet. Slechtzienden zijn er blij mee. In Nederland doet de gemeente Helmond inmiddels hetzelfde. Bovendien voegen zij ook nog voelbare signalen toe aan de drukknop, zodat ook slechthorenden veiliger gefaciliteerd worden.
Het Japanse verkeers- en logistiek systeem werkt al sinds lang met geluiden om visuele signalen kracht bij te zetten of te vervangen. We schreven al eerder over de zo treffende treintunes van bijvoorbeeld de stations aan de Yamanote-lijn. Bij ieder station wordt een tweetal unieke herkenningsmelodieën afgespeeld. De eerste melodie geeft aan dat het treinstel binnenkomt op het station en is alleen hoorbaar in het treinstel. Dommelende reizigers weten daardoor feilloos wanneer ze de trein uit moeten. De tweede melodie geeft aan dat de trein vertrekt naar de volgende halte en is zowel in de treinstellen als op het station te horen. De vertrekmelodieën zijn exact zeven seconden; daarna sluiten de deuren en moet worden gewacht op de volgende trein.
Vogelgeluiden
Op de stations zijn die elektronische melodieën de beste keuze, maar op straat liggen vogelgeluiden veel meer voor de hand. Vogelgeluiden zijn fijn kort, high-pitched, doen een beroep op het goede humeur van de voetganger en passen bovendien beter bij de beleving van het straatbeeld. In groenere steden als Kyoto, zoals hierboven op de hoek van de weg naar de Kiyomizudera, maar ook in een megastad als Tokyo. Want zelfs die andere bekende oversteekplaats in Shibuya is gebaat met de vogels. Lage Nederlandse bliepjes zouden er hopeloos wegvallen in het oorverdovend rumoer van verkeer, gesprekken en reclames, maar koekoek en kip komen overal bovenuit.
Dat is ook waarom ze bij ruim 19.000 zebrapaden door heel Japan dienst doen, maar dat was niet altijd zo. Lang voordat koekoek en kip in dienst traden van de dienst wegbeheer, werd een tweetal langere melodieën gebruikt. ‘Tōryanse’ is een onmiskenbaar en melancholieke Japanse melodie, ‘Common frae the town’ is een pittiger Schotse jig.
Tōryanse
Tōryanse is de naam van een warabe uta, een traditioneel Japans kinderliedje. De tekst van het lied is een dialoog tussen een kind dat een schrijn of tempel wil bezoeken, en de tempelwachter. ‘Je mag naar binnen’, betekent de titel. Gewone mensen mochten dat alleen bij speciale gelegenheden. Bijvoorbeeld tijdens de viering van Shichi-Go-San, waarop dank wordt gezegd voor kinderen die zeven, vijf of drie jaar oud zijn geworden – de dag kent zijn oorsprong in een tijd waarin de kindersterfte in Japan aanzienlijk was.
Deze specifieke warabe uta wordt gezongen als onderdeel van een traditioneel spel waarbij twee tegenover elkaar staande kinderen hun handen in een boog verbinden om een poort, of torii, te vormen, en de overige kinderen lopen er doorheen in een rij (en weer rond in cirkels). Het kind dat zich onder de boog bevindt wanneer het nummer eindigt, wordt ‘gepakt’. Eigenlijk een stoelendans, maar dan anders. Elk Japans kind kent het, wat de reden is dat het werd geselecteerd voor gebruik bij voetgangersoversteekplaatsen. Het was veilig om over te steken – totdat de muziek stopt.
Common Frae the town
De keuze voor de andere melodie was niet moeilijk, ook dat moest om die reden een kinderliedje zijn. Dat er vervolgens de halve wereld over werd gereisd om tot deze keuze te komen is dan weer wel verrassend. Common Frae the Town is eigenlijk bekend als Comin’ Thro’ the Rye en van de hand van niemand minder dan Robert Burns, een bekende Schotse dichter. Hij schreef zijn gedicht in liedvorm voor kinderen en gebruikte een melodie die zeer lijkt op die van het traditionele ‘Auld Lang Syne’. Ook daar is men in Japan tuk op: elk kind kent het. Tempo en ritme verschillen, maar de melodische vorm is bijna identiek.
Toch worden Tōryanse en Common Frae the Town langzaam maar zeker uitgefaseerd. Koekoek en kip nemen het over – ook in Japan is verkeerslawaai inmiddels geen kinderspel meer. De veilige en juiste keuze, maar het betekent ook dat er iets verloren gaat. En dat stemt soms weemoedig.
9 oktober 2018