Eerder schreef ik over de annexatie van Okinawa door Japan eind 19e eeuw, en de daaropvolgende Japanse maatregelen om de Okinawaanse bevolking bij Japan te trekken. Toen in 1937 de gewapende strijd met China losbarstte, en Japan voor het eerst in decennia weer oorlog voerde, was deze assimilatie verre van voltooid. Lange tijd verliep de oorlog gezwind voor de Japanners – grote delen van Azië werden ingenomen – maar toen de Verenigde Staten zich na de Japanse aanval op Pearl Harbor in het conflict mengden, keerde het tij langzaam voor Japan. In de lente van 1945 waren de Japanners teruggedreven tot Okinawa, waar de Tweede Wereldoorlog in Azië zou worden beslist.
Toen de VS op 1 april 1945 het offensief inzetten was de verwachting dat het aanwezige Japanse leger snel overwonnen zou worden. De Amerikanen hoopten Okinawa te gebruiken als vliegveld, vanwaaruit bommenwerpers de Japanse hoofdeilanden gemakkelijk zouden kunnen bereiken. De Japanners waren er echter op gebrand zo lang mogelijk stand te houden, om de troepen op de hoofdeilanden de kans te geven zich voor te bereiden op de komst van de Amerikanen. Overgave was geen optie.
De Amerikanen ondervonden tijdens de landing op de stranden echter nauwelijks verzet. Binnen enkele dagen was het noordelijke deel van Okinawa in Amerikaanse handen. Maar zo gemakkelijk als de overwinning in het noorden werd behaald, zo moeilijk bleken de Japanse soldaten in het zuiden te bestrijden. Het Japanse leger was veel beter voorbereid op de regen (die weken aaneen aanhield) en veel beter bekend met het terrein. De Amerikanen boekten dan ook nauwelijks vooruitgang.
De Japanse bevelhebbers probeerden de Okinawaanse bevolking er ondertussen van te overtuigen dat de Amerikanen duivels waren, die niets anders wilden dan iedere burger op het eiland doden. Die aanpak had effect, mede door het feit dat er door voortdurende Amerikaanse bombardementen bijna geen huis meer overeind stond op Okinawa. De Okinawaanse bevolking trok zich onder leiding van de Japanse soldaten terug in grotten.
De Japanners vochten voor iedere vierkante meter, maar moesten stukje bij beetje toch toegeven aan de Amerikaanse opmars. Als Amerikaanse soldaten dichterbij kwamen, dwongen de Japanners Okinawaanse burgers tot het plegen van zelfmoord. Niets was immers erger dan in Amerikaanse handen vallen, spiegelden zij de radeloze burgers voor. Moeders die hun kinderen wurgden alvorens zich op een granaat te werpen, oudste kinderen die hun jongere broers en zussen met stenen doodden, voordat ze de hand aan zichzelf sloegen, bejaarde Okinawanen die door hun kinderen van de kliffen werden gegooid, waarna ze er zelf achteraan sprongen: er zijn oneindig veel verhalen over gedwongen moord en zelfmoord door Okinawanen, het ene nog afschuwelijker dan het andere.
Maar dat is niet de enige reden dat er zoveel burgers omkwamen: vaak werden zij door Japanse soldaten ook als levend schild gebruikt, of gedwongen gewonde Japanse soldaten te verplegen – of om het leven te brengen, indien de Amerikaanse vijand naderde. Wereldberoemd is de geschiedenis van de zogenoemde Himeyuri (‘lelies’): meer dan 200 Okinawaanse schoolmeisjes die in de grotten als zusters te werk werden gesteld, en op grote schaal gedwongen werden tot zelfmoord, gedood werden door Japanse soldaten of stierven door Amerikaans toedoen.
Want de vermoeidheid onder de Amerikaanse soldaten speelde zeker ook een rol. De Amerikanen waren moegestreden na vier jaar van onophoudelijk vechten. Elke overwinning die na 1941 op de Japanners werd geboekt was zwaarbevochten, en de voortslepende strijd op Okinawa werd de Amerikanen te veel. Hoewel veel soldaten inmiddels wel op de hoogte waren van de ambivalente Okinawaanse gevoelens ten opzichte van de Japan, kon het velen niet meer schelen. Of er nou soldaten of burgers uit grotten kwamen gerend; vaak werd in beide gevallen het vuur geopend.
Meer dan 100.000 Japanse soldaten en 45.000 Amerikaanse soldaten verloren het leven tijdens de slag om Okinawa, die – al werd er op kleinere eilandjes nog maanden doorgevochten – officieel tot een einde kwam op 22 juni 1945. Maar beide aantallen verbleken bij het aantal Okinawaanse burgers dat het leven verloor: meer dan 150.000 van hen kwamen om in de bloedige strijd, die tegenwoordig door de Okinawanen wordt aangeduid als Tetsu no Bōfū (‘IJzeren Storm’).
De Tweede Wereldoorlog in Azië werd beslist door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, maar het is de vraag of president Truman zou hebben besloten tot het werpen van de bommen als de overwinning op Okinawa gemakkelijker zou zijn behaald. De Amerikanen hadden aanvankelijk een invasie van Japan voor ogen, maar lieten dit plan mede door de uitputtende strijd op Okinawa varen.
De strijd om Okinawa was de climax van een onvoorstelbaar smerige oorlog. De Amerikanen kon het verschil tussen Japanners en Okinawanen niet langer schelen, terwijl de Japanners de Okinawanen uiteindelijk nooit als hun eigen volk beschouwden. De Japanse regering stelde Okinawa decennia lang voor als onderdeel van Japan, maar liet de bevolking in de steek op het moment dat het er werkelijk om ging. Tot op de dag van vandaag leidt dit tot woede, en voedt het de Okinawaanse wens om weer onafhankelijk van Japan te worden.
Op de foto: door Amerikaanse soldaten bijeengebrachte Okinawaanse burgers
21 juli 2013