Okinawa en Japan (2) – Mislukte assimilatiepolitiek

De vorige keer schreef ik over Okinawa als een 19e-eeuwse variant op het Senkaku/Diaoyu-conflict, maar niets bleek minder waar: ineens was er weer gedoe toen twee Chinese academici zich in de krant People’s Daily openlijk afvroegen of Okinawa wel bij Japan hoort. De Japanse regering liet weten zulke vragen ‘totaal onacceptabel’ te vinden: op Okinawa wonen immers meer dan een miljoen Japanners. De toenmalige Meiji-regering had in de tijd na de annexatie in 1879 waarschijnlijk minstens zo gepikeerd gereageerd. Maar het is de vraag of dat om dezelfde reden zou zijn geweest: Okinawanen waren, cru gezegd, tweederangs burgers.

Dat veel Japanners van de hoofdeilanden hen als zodanig zagen, kent zijn oorsprong in de Edo-periode (1603-1868). De eerste Tokugawa-shoguns, die het land gedurende 250 jaar bestuurden, schilderden het toenmalige Ryukyu-koninkrijk als zo buitenlands mogelijk af. Zo wilden ze vooral maar benadrukken dat zij als machthebbers zelfs andere landen dwongen om het machtige shogunaat tribuut te betalen. Hierdoor was er geen enkele behoefte om Ryukyu op wat voor manier dan ook dichter bij Japan te trekken.

Halverwege de 18e eeuw maakte Japan echter kennis met de Westerse expansiedrift, toen Rusland bovenmatige interesse in de Koerilen (ten noorden van Hokkaido) bleek te hebben. De behoefte aan een duidelijke Japanse grens nam naarmate de tijd vorderde toe. Toen de Amerikanen in 1853 de openstelling van Japan afdwongen, waren de grenzen in grote lijnen bepaald. De volgende stap: de inwoners van de grensgebieden ‘Japaniseren’.

Terwijl ook Taiwanezen, Koreanen en Ainu (de oorspronkelijke inwoners van Hokkaido) kennismaakten met de Japanse assimilatiepolitiek, werd deze nergens zo grondig gevoerd als op Okinawa. De eilanden waren door hun strategische ligging felbegeerd, en Japan wilde ze koste wat kost behouden. Okinawanen moesten onder meer Japans leren, en hun namen en schrift veranderen.

De Japanse regering legitimeerde deze aanpak door te stellen dat Okinawa ooit Japans was, maar door de eeuwen heen door Chinese invloeden steeds verder van Japan was afgedreven; de tijd was nu gekomen om Okinawa weer bij de bij de Yamato Minzoku (‘nationale familie’) te trekken. Ze mochten dan nog geen Japanners zijn, maar ze waren hard op weg om het weer te worden.

Wat totaal niet hielp, was dat de ‘echte’ Japanners dit ook te horen kregen. Toen Okinawa in vergelijking met kolonie Taiwan economisch gezien ook nog eens veel minder interessant bleek, kon bij Japanners van de hoofdeilanden een bepaald gevoel van superioriteit ten opzichte van Okinawanen niet lang uitblijven. Daarbij kwam dat lokale cultuuruitingen verboden werden, Okinawaanse politici uitgesloten werden van deelname aan verkiezingen en lokale handelaren door grote Japanse bedrijven kapot werden geconcurreerd. Dit leidde weer tot grote weerstand aan Okinawaanse zijde. De assimilatie was hierdoor verre van voltooid toen in 1937 met de Tweede Chinees-Japanse oorlog de Tweede Wereldoorlog in Azië begon.

In het volgende deel: hoe de Tweede Wereldoorlog in Azië op Okinawa werd beslist.

Op de foto: Okinawaanse scholieren voeren een Japanse dans uit op de met Japanse vlaggetjes behangen binnenplaats van het Shuri-kasteel in Naha (© Okinawa Soba)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *