Als een rode draad zijn ze verweven met de Japanse cultuur: honden. De van oorsprong Japanse rassen zijn zelfs uitgeroepen tot Nationaal Erfgoed – zo trots zijn de Japanners op hun inheemse rassen! Maar er is meer: de Japanners hebben in de loop der tijd ook bijzondere rassen ontwikkeld die hun wortels in Europa hebben liggen.
Volgens de Japanse Kennel Club, het orgaan dat bijhoudt welke raszuivere rassen en honden er gehouden worden in Japan, zijn er in totaal tien hondenrassen die de titel Japans verdienen: de Japanse Akita (ook gewoonweg Akita genoemd), de Hokkaido, de Japanse Spaniël (ook bekend als Japanse Chin), de Japanse Spits, de Japanse Terriër, de Kai (of Kai Ken), de Kishu, de Shiba Inu (tegenwoordig volstaat Shiba), de Shikoku en de Tosa.
Wat al deze rassen, logischerwijs, met elkaar gemeen hebben, is dat ze uit Japan stammen of in Japan ontwikkeld zijn. Daarom ontbreekt in dit lijstje ook de Amerikaanse Akita. De Japanners zien de Amerikaanse Akita niet als een Japans ras, ondanks dat het van oorsprong wel Japans is. De Amerikaanse Akita heeft dan wel dezelfde roots als de Japanse Akita, maar doordat dit ras in Amerika werd ontwikkeld, wordt het door de Japanners zelf niet als een Japans ras gezien.
Van oorsprong Japans versus Japans
Wat is nu eigenlijk het verschil tussen die twee termen? Eigenlijk is dat vrij eenvoudig: van de tien Japanse hondenrassen, zoals ze door de Japanse Kennel Club worden erkend, zijn er maar liefst zes die al honderden, zo niet duizenden jaren in Japan voorkomen. Het zijn zuivere honden; rassen die “oer” zijn en allemaal als verre voorouder eenzelfde type wolf hadden. Naar alle waarschijnlijkheid is dat de Aziatische wolf, die ook in de bergen van Japan voorkwam.
Vijf rassen (als we de Amerikaanse Akita meetellen) zijn ontstaan uit kruisingen met Europese rassen of kruisingen met Japanse rassen die buiten Japan zijn ontwikkeld. Dat noemen we dus bewust geen van oorsprong Japanse rassen, maar rassen uit Japan. Wat deze rassen veelal met elkaar gemeen hebben, is dat ze ontstonden doordat overzeese handelaars hun honden meenamen naar Japan en ze gingen kruisen met van oorsprong (en inmiddels uitgestorven) Japanse rassen. De zes oorspronkelijke Japanse rassen hebben hier ook onder te lijden gehad, maar zijn gelukkig aan het begin van de vorige eeuw weer terug gefokt naar een gezonde populatie en worden nu beschermd als Nationaal Erfgoed van Japan.
De van oorsprong Japanse rassen
De van oorsprong Japanse rassen behoren allemaal tot rasgroep vijf: Keeshonden en Oertypen en zijn zonder uitzondering te herkennen aan de dubbele vacht, rechtopstaande oren en een krul- of sikkelvormige staart.
Akita
De Akita is het nationale ras van Japan. Hij is genoemd naar de prefectuur waar hij vandaan komt: Akita. In het tijdperk van de samoerai vormde de Akita diens vaste metgezel. De sterke genegenheid tegenover zijn baas heeft ertoe geleid dat de Akita een belangrijke plaats is gaan innemen in de Japanse mythologie, en Akita-beeldjes worden nog steeds als teken van vriendschap en voorspoed geschonken. De Akita wordt daarom ook gezien als een geluksbrenger.
Shikoku
De Shikoku is het meest zeldzame en primitieve Japanse ras. Het ras kent veel gelijkenissen met wolven en volgens de overlevering zou er ook nog heus wolvenbloed door zijn aderen stromen. Waarschijnlijk is dit beeld te danken aan het vermoeden dat de oerwolven van Japan op het eiland Shikoku, waar het ras is ontstaan, het langst hebben kunnen overleven.
Hokkaido
De originele bewoners van het eiland Hokkaido, waar het ras zijn oorsprong kent, gebruikten de Hokkaido voor de jacht op beren en herten. De fysieke kracht van dit ras stelt de hond in staat extreme kou te weerstaan en extreme omstandigheden zoals sneeuw, dichte bossen en ruw terrein.
Kai
De Kai wordt ook wel tora (’tijger’) wordt genoemd. Deze prachtige bijnaam heeft het ras te danken aan zijn bijzondere vachttekening. Dit ras werd in de provincie Kai (de hedendaagse prefectuur Yamanashi) gefokt voor het opsporen van beren en herten. Het ras zoefde moeiteloos door het water en kon volgens de overlevering zelfs in bomen klimmen.
Kishu
Oorspronkelijk werd de Kishu vooral ingezet bij de jacht op wilde zwijnen. In eerste instantie werden de vachten van deze honden vaak opvallend gemarkeerd met kleuren zoals rood, sesam of brindle. Vanaf 1934 werden alleen egaal gekleurde vachten toegestaan. De vachten met markeringen waren verdwenen in 1945, en kwamen nooit meer terug. Tegenwoordig ziet men ook witte vachten.
Shiba
Rond het jaar 7000 v. Chr. zouden voorouders van de huidige Shiba de eerste immigranten naar Japan, de Jomonjin, vergezeld hebben. Archeologische opgravingen tonen aan dat zij inderdaad kleine honden hadden. In de derde eeuw v. Chr. bracht een nieuwe groep immigranten hun honden mee naar Japan. Deze honden werden gekruist met de nakomelingen van de Jomonjin, en hieruit ontstonden honden met rechtopstaande oren en een gekrulde staart. Bijzonder om te weten is dat de Shiba het enige van oorsprong Japanse hondenras is dat niet genaamd is naar een regio of provincie. Hoe dat kan, lees je in dit artikel.
De Japanse rassen
Deze vier hondenrassen hebben geen Japanse oorsprong, maar werden wel in Japan ontwikkeld en behoren dus ook tot de Japanse honden.
Tosa
De Tosa (rasgroep twee: Pinschers en schnauzers, molossers, berg- en sennenhonden) behoort tot de groep van de Molossers, de zware dogachtigen. De Tosa is een ras dat 150 jaar geleden ontstond in de voormalige provincie Tosa (de huidige prefectuur Kochi) in Japan. Tosa Inu betekent dan ook “hond van Tosa”. Het ras is ontstaan door kruising van inheemse Japanse honden met verschillende Europese rassen zoals de Sint-Bernard, mastiff, Duitse dog, bloedhond, pointer, bulterriër. Later zijn er nog Bordeaux doggen en Amerikaanse pitbullterriërs doorheen gekruist. De Tosa is de Japanse toernooihond: hij werd enkel voor hondengevechten gefokt. Inmiddels wordt het ras in Japan ook graag als waakhond ingezet. Buiten Japan wordt hij ook vaak als gezelschapshond gehouden.
Japanse Spaniël
De Japanse Spaniël (rasgroep negen: Gezelschapshonden) ook wel bekend als de Chin, stamt uit China. De voorvaderen van het ras kwamen in de zestiende eeuw met boeddhistische monniken naar Japan. Ze werden al snel de favoriete honden van de bovenklasse: bij de adellijke dames in Japan was het de gewoonte om een Chin als gezelschapshond te houden. De hond was zo klein, dat hij in de mouw van de kimono kon worden meegedragen.
Japanse Spits
De Japanse Spits (rasgroep vijf: Keeshonden en Oertypen) lijkt sterk op de Duitse Middenslag Keeshond, of een Samojeed in pocketformaat. Ooit, in een ver verleden, is hij in Japan terechtgekomen, maar hoe is onbekend. Er zijn theorieën die claimen dat hij is ontstaan uit de Samojeed. Over het algemeen wordt echter aangenomen dat hij afstamt van de grote, witte Duitse Keeshonden die rond 1920 via Siberië en Noordoost China (het oude Mantsjoerije) in Japan kwamen. Tussen 1918 en 1925 werden er ook witte honden van het Spitstype uit Canada, de Verenigde Staten, China en Australië geïmporteerd en gekruist om het ras te behouden en te verbeteren.
Japanse Terriër
De Japanse Terriër (rasgroep drie: Terriërs) is ontstaan doordat Europese zeelieden hun terriërs meenamen naar Japan. Het wordt zelfs algemeen aangenomen dat de Nederlandse Boerenfox Terriër aan de wieg staat van dit ras. Deze dieren werden gekruist met Japanse honden. Hieruit ontstond dit ras, dat gebruikt wordt als gezelschapshond en, een hele enkele keer, als jachthond. Het ras komt vrijwel uitsluitend voor in Japan. Ook in Japan zelf is de hond zeldzaam.
Twijfelgeval: Amerikaanse Akita
En dan is er nog één type over: de Amerikaanse Akita (rasgroep vijf: Keeshonden en Oertypen). De Japanners zien de Amerikaanse Akita niet als een Japans ras, omdat het in Amerika is doorontwikkeld. De geschiedenis van deze hond is net zo uitgebreid als ingewikkeld, en in detail te lezen op de website van rasvereniging Nippon Inu.
Voor uitgebreide informatie over al deze prachtige rassen, verwijs ik graag naar de websites van de Nederlandse rasverenigingen. Voor de van oorsprong Japanse hondenrassen, American Akita en Tosa zijn dat Nippon Inu en de Nederlandse Akitaclub. Voor de Japanse Chin is dat de Pekinees en Dwergspanielclub. Meer informatie over de Japanse Spits is te vinden op de website van de Nederlandse Keeshondenclub Voor de Japanse Terriër is helaas geen Nederlandse rasvereniging. Meer info over mij en mijn twee Shiba’s, Kimiko en Ōji, vind je op mijn eigen website, Shibalog.
17 juli 2017