Meten in Japan: met meer dan twee maten

Huur een appartement in Japan, en je wordt, naast met een boel papierwerk, geconfronteerd met oppervlaktematen in jō. Een woonhuis gaat echter in tsubo, ruwweg (maar niet precies) twee jō. Als je nu niet meer naar Japan durft, kunnen we je geruststellen: op de borden langs de snelwegen zijn de afstanden ‘gewoon’ in kilometers af te lezen, en ook in de keuken wordt met vertrouwde liters gewerkt. Zolang het niet om een portie rijst of sake gaat trouwens – die geven Japanners weer in go.

Voor de oorsprong van het huidige Japanse meetsysteem moeten we terug naar de Edo-periode (1603-1868). In de ruwweg tweeënhalve eeuw daarvoor was het land afgesloten voor handel met het westen, bang als de regering was voor te veel Westerse invloed. De Nederlanders bleven echter welkom, in quarantaine op het kunstmatige eiland Deshima. Ze waren ook al bereid om, in het zicht van de haven van Nagasaki, de domineesmantel om te wisselen voor koopmanskledij. 

meten in japan

De Japanners ruilden voornamelijk zilver, goud, koper, kamfer, sake en soja met de Nederlanders. Ze wogen die grondstoffen af in de eenheden van het shakkanhō, ‘kan-meetsysteem’. Dat werd aan het begin van de 8e eeuw van China overgenomen. Zoals te verwachten bij een systeem dat ruim 1000 jaar in gebruik is, is er in de loop der tijd behoorlijk met benamingen gegoocheld. Bovendien verschilden de hoeveelheden van regio tot regio. Dat klinkt wellicht ingewikkeld, maar vergeet niet dat de Nederlanders ook pas aan het begin van de 19e eeuw wisten wat kilogrammen en liters waren. Er zullen voor die tijd dan ook behoorlijk wat kan en shō zijn omgerekend naar ‘kubieke ellen’, ‘schepels’. Misschien zelfs naar ‘vingerhoedjes’.

De blik naar buiten

In 1885 ging het systeem op de schop. Het behoudende regime was inmiddels verdreven door een regering die de blik uitdrukkelijk naar buiten richtte. Mee moest Japan in de vaart der volkeren, en het greep daarom alle buitenlandse expertise en zinvolle gebruiken aan die voorhanden waren. Treinen, zware industrie en waterbouw, maar ook de ondertekening van de Meterconventie in 1885: het meten in Japan moest voortaan met meter en kilogram. Toch werden deze niet meteen de standaard, ze bleven secundair aan het Japanse systeem.

In 1909 werd het pas echt ingewikkeld, toen ook nog het Engelse imperiale systeem in zwang raakte. Zo ingewikkeld zelfs, dat de regering in 1924 besloot terug te keren naar één systeem, en wel het metrieke stelsel. Dat was echter tegen het zere been van nationalisten, die het als ‘schadelijk’ beschouwden voor de Japanse taal en cultuur. Toen ze in de jaren ‘30 aan de macht kwamen draaiden ze die beslissing dan ook weer terug.

Maar Japan verloor de Tweede Wereldoorlog en de nationalisten de macht. De Amerikanen bezetten het land en hervormden het naar eigen inzicht. Zij hanteerden een versie van het imperiale systeem, hier en daar verder opgeleukt met unieke eenheden als ‘gallons’. In 1951 stemde de bezetter evenwel in met de wens van de Japanse overheid om terug te keren naar het metrieke systeem. In 1959 werd het definitief ingesteld; sinds 1961 is het gebruik van specifieke traditionele Japanse eenheden officieel strafbaar.

Meten in Japan: een mengvorm

En toch word je in Japan nog steeds geconfronteerd met een mengvorm van de traditionele en metrieke systemen, al heeft de gallon de Amerikaanse bezetting gelukkig niet overleefd. Zoals gezegd meet Japan de oppervlakte van een huis in tsubo, en die van een appartement in jo, oftewel tatami-matten. In principe vrij duidelijk, ware het niet dat er drie verschillende formaten tatami-matten in omloop zijn! De matten in Kyoto zijn een paar centimeter breder en langer dan die in Tokyo. De Nagoya-matten zitten daar, net als de stad, precies tussenin, en zijn in principe (maar niet overal) waar een makelaar het over heeft als hij of zij over jo spreekt. Het is dan ook raadzaam om maten te nemen vóór je de tatami-matten vernieuwt. 

Ook in de keuken blijft het opletten geblazen. Sake en rijst gaan in porties van één go, oftewel 180 milliliter – de inhoud van het bijgaande houten bakje. Traditioneel bevatten flessen sake tien go, oftewel 1800 milliliter, maar ze worden ook in liters verkocht. Sushi wordt geteld in kan, al telt één bordje bij de kaiten sushi, met de lopende band, er meestal meer. Dan wordt gesproken van een hitosara. En shokunin, zeker die in de traditionele beroepen werkzaam zijn, hanteren ouderwetse maten: onder meer de lengte van gereedschappen wordt gemeten in sun en bu, respectievelijk 3,03 centimeter en millimeter). Wil je het zelf ook eens proberen? Met deze online rekenmachine converteer je alles in een handomdraai naar Japanse maten.

Rekenen in tienduizenden

Voor wie nog geen hoofdpijn heeft, nog één tip tot besluit, want ook het tellen zelf vereist wat extra denkwerk. Een groot deel van de wereld rekent in duizenden, dus drie cijfers achter elke punt, maar Japan heeft dat gebruik niet overgenomen. Grote getallen spreekt men uit in tienduizenden, oftewel man. De één miljoen yen (1.000.000) yen die je op Schiphol wisselt, is bij aankomst in Japan evenveel waard, maar wordt er wel uitgesproken als hyaku-man, oftewel ‘honderd-tienduizend’. De komma’s staan echter ook in Japan op dezelfde plek, wat maakt dat het voor de meeste niet-Japanners knap lastig blijft om grote getallen er vloeiend uit te laten rollen. Op sommige Japanse scholen wordt kinderen daarom geleerd om na elke vier cijfers een komma te plaatsen; 1.000.000 wordt dan 100.0000. Makkelijker leesbaar, maar ook wel erg verwarrend. Dat lieten oudere Japanners, die het anders aangeleerd kregen, al weten. Ook op het Japanse meetvermogen staat – gelukkig – tóch een maat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *