Als we ons zorgstelsel betaalbaar en bereikbaar willen houden, moeten we investeren in zorg waarin de zelfredzaamheid van mensen centraal staat. Daarbij kunnen we iets leren van de Japanse mentaliteit, betoogt bestuurder Johan van Houwelingen van zorgdienstverlener AAG.
Zorg? Dat regelt de overheid
Sinds de jaren vijftig is de kwaliteit van de Nederlandse zorg fors gestegen. Die kwaliteitsverbetering werd centraal vanuit de overheid georganiseerd. Het gevolg was dat we een tijdlang zelfs geen wachtlijsten hebben gehad; een enorm succes. De keerzijde? Overheidsgeld en de daarbij behorende verantwoordingscultuur creëerden een overgeorganiseerde systeemwereld. En burgers gingen zich daarnaar gedragen. Zorg? Daar hoef je niks voor te doen, want dat regelt de overheid. Dat wreekt zich nu de zorg in zijn huidige vorm onbetaalbaar wordt.
Gat in de grond als toilet
Onlangs was ik samen met een groep zorg- en woningcorporatiebestuurders op studiereis in Japan. We bezochten een zorginnovatielab waar we een toilet voor ouderen te zien kregen: een gat in de grond met een wc-bril en -deksel erop. Onze eerste reactie: dat is lowtech en inhumaan. Maar toen kwam de uitleg. Japanse huizen zijn vaak niet geschikt voor een rolstoel. Om valgevaar te vermijden, bewegen veel Japanse ouderen zich daarom kruipend door huis. De wc-in-de-grond was voor hen juist een manier om langer hun zelfstandigheid en daarmee hun waardigheid te behouden.

De samenredzaamheid van Japanners
Waar Nederlanders voor hun zorg als vanzelfsprekend naar de overheid kijken, zijn Japanners tot op hoge leeftijd zelfredzaam. Of beter: samenredzaam. Kinderen krijgen op de basisschool vier jaar les over normen en waarden. Er is veel aandacht voor community en omgangsvormen en mensen vinden het vanzelfsprekend om tot op hoge leeftijd een bijdrage te leveren aan de samenleving; onze taxichauffeur in Tokyo was 95 jaar. Als we in Nederland de zorg bereikbaar en betaalbaar willen houden, kunnen we iets leren van die mentaliteit.
Zorgen voor zichzelf en elkaar
Want dát we naar een meer zelfredzame maatschappij moeten, staat als een paal boven water. De zorg kan simpelweg niet meer alles voor iedereen doen. We moeten daarom meer maatschappelijke verbindingen aangaan, communityvorming stimuleren en de zorg dicht bij bestaande informele netwerken organiseren. Dat is een boodschap waar de politiek liever niet aan wil. Als je zegt dat mensen meer en langer voor zichzelf en elkaar moeten zorgen, trek je geen stemmen. Daarom biedt de overheid de zorg weinig incentives om de bijbehorende veranderkundige opgave op te pakken: de overgang naar een ander soort organisaties, ander vastgoed en andersoortige samenwerkingen.
Beste mensen vrijmaken
Incentives zijn hard nodig, want de transitie gaat tijd en geld kosten. Zorgorganisaties moeten hun beste mensen vrijmaken om de kar te trekken. En dat in een tijd dat veel van hen toch al op de rand balanceren. Personeelstekorten, verouderde bedrijfsprocessen – mijn vakgebied – en een hoog ziekteverzuim slokken al het geld en alle aandacht op. Eigen vermogen is er wel, maar dat kan alleen worden aangesproken met een negatief resultaat. ‘Geen sprake van’, zeggen (externe) toezichthouders dan. De bank waarschuwt intussen voor de ratio’s, terwijl de inspectie fijntjes meldt dat de zorgkwaliteit niet in gevaar mag komen. Dus blijft het koorddansen, zonder dat er wezenlijk iets verandert.
Werken tot op hoge leeftijd
Een combinatie van sociale, economische en culturele factoren zorgt ervoor dat in Japan oudere mensen vanzelfsprekend tot op hoge leeftijd blijven werken.
- Vergrijzende bevolking: Japan heeft een van de snelst vergrijzende bevolkingen ter wereld. Het geboortecijfer is laag en er is een grote groep ouderen. Omdat er minder jonge mensen zijn om te werken, blijven ouderen actief om het personeelstekort te helpen opvangen.
- Pensioensysteem: Hoewel Japan een pensioenstelsel heeft, zijn de uitkeringen niet altijd voldoende om comfortabel van te leven. Veel ouderen blijven werken om hun inkomen aan te vullen.
- Levensverwachting en gezondheid: De levensverwachting in Japan is hoog, en veel mensen blijven fysiek en mentaal gezond tot op hoge leeftijd. Dit stelt hen in staat om door te werken, vooral in minder fysiek veeleisende banen zoals verkeersregelaars, conciërges, of medewerkers in supermarkten.
- Culturele waarde van werken: In Japan is werken diep geworteld in de cultuur. Er heerst een sterke werkethiek, en veel ouderen voelen dat ze een bijdrage aan de maatschappij moeten (en willen) blijven leveren. Voor sommigen betekent werken ook sociale betrokkenheid en een gevoel van eigenwaarde.
- Arbeidsbeleid: De overheid en bedrijven stimuleren ouderen om actief te blijven in de arbeidsmarkt, onder meer door beleid dat oudere werknemers in dienst houdt of hen parttime werk biedt.
Daarnaast gaan in de laatste 10 jaar voor het pensioen op 65-jarige leeftijd de salarissen in Japan drastisch omlaag. De aanpak verschilt per bedrijf maar bij 55-60 jarigen kan het salaris ineens 50% lager zijn terwijl je hetzelfde werk blijft doen met dezelfde uren. Of je krijgt vanaf 55 jaar ieder jaar 10% minder. Niet iedereen heeft dan nog genoeg om van te leven en voor z’n oude dag te sparen ook omdat de gemiddelde salarissen een stuk lager liggen dan in Nederland. Werken tot op hoge leeftijd is dus vaak genoeg bittere noodzaak. (bron: Coincide)
Risico verdelen
Zo blijft het systeem zorgorganisaties naar beneden duwen. Die tendens moeten we doorbreken. Alleen als iedereen – zorgorganisaties, de overheid, banken en toezichthouders – bereid is om een deel van het risico te dragen, komt er ruimte om de zorgtransitie door te zetten. Tegen iedereen die dat risico te groot vindt, wil ik zeggen: draai het eens om. Het risico van niet investeren in de zorgtransitie is namelijk nog veel groter. Stel dat een grote GGZ- of ouderenzorgorganisatie morgen besluit dat ze een deel van de zorg niet meer wil of kan leveren onder de huidige voorwaarden. Dan zijn twintig- of dertigduizend mensen van de ene dag op de andere verstoken van die zorg. Dat is geen ver-van-ons-bedshow, maar een tamelijk realistisch scenario in de huidige markt.
Wij zijn erbij
Nu hoor ik u denken: dat is een handig verkooppraatje van een dienstverlener in de zorg. Natuurlijk wil ik zorgorganisaties helpen om hun bedrijfsprocessen draaiende te houden tijdens de transitie. Maar bij AAG werken we anders dan andere marktpartijen. Onze winstmarge houden we laag, op 3 procent. Al het geld dat overblijft, steken we in innovatie voor de zorg. Bovendien zijn we bereid om risicodragend te participeren. Als bedrijven bijvoorbeeld onze data-analyse willen gebruiken, implementeren we die in sommige situaties gratis. Dat kost ons geld, maar we zijn ervan overtuigd dat betere stuurinformatie betere resultaten oplevert en het geld dus uiteindelijk naar ons terugkomt. Ik durf daarom te zeggen: wij trekken ons niet terug. Wij zijn erbij. Ik hoop dat zorgbestuurders en alle andere betrokkenen in Nederland die keuze ook maken.
Waarde(n)vol
De studiereis naar Japan was waarde(n)vol. We blikken terug op een geslaagde en leerzame reis en reflecteren op wat we hebben geleerd, gevoeld, gezien en gehoord. Japan is indrukwekkend. Het is een land met een totale andere mindset en een demografische ontwikkeling die 20 jaar voorloopt op Nederland. Het is vooral de andere manier van doen die ons deed reflecteren op hoe onhandig of anders wij dingen doen in Nederland. Wij zijn gewend om direct en resultaatgericht te handelen. In Japan staat reflectie en verdieping veel meer voorop.




Interessant om te lezen, als 65-plusser. Ik kan het me helemaal voorstellen, dat ouderen-toilet. Moet ik alvast flink gaan oefenen….. om me kruipend door huis een weg te banen.