Leestip: Sharing a House with the Never-ending man

Inkijkjes bij Studio Ghibli focussen vaak op het werk van animatieregisseur Hayao Miyazaki. Erg interessant, maar veel andere mensen en bezigheden blijven onbelicht. Sharing a House with the Never-ending Man biedt een nieuw perspectief. Steve Alpert, de enige Amerikaan die ooit bij Ghibli werkte, geeft in deze memoires een bijzonder vermakelijk kijkje achter de schermen van de wereldberoemde animatiestudio.

never-ending
Toshio Suzuki en Steve Alpert

Toen Steve Alpert in 1996 solliciteerde bij Tokuma Shoten, destijds het moederbedrijf van Studio Ghibli, had hij vermoedelijk ook niet verwacht daar ooit een boek over te zullen schrijven. De films van Ghibli waren megahits in Japan en populair in Zuid-Korea, China en Taiwan, maar de westerse markt was nagenoeg onontgonnen. Daar moest verandering in komen, vond Yasuyoshi Tokuma, de president van Tokuma Shoten. Toshio Suzuki, uitvoerend producent en algemeen manager van Studio Ghibli, kreeg de opdracht een speciaal team samen te stellen. Suzuki selecteerde een aantal ‘westers-georiënteerde Japanners’, maar besloot dat het team geleid moest worden door een buitenlander. Alpert solliciteerde en kreeg de baan. Van 1996 tot 2011 vervulde hij een veelheid aan taken om de gang naar het westen te helpen organiseren. 

Zoals in het boek kleurrijk en uitgebreid beschreven, was het een veelzijdige functie. In zijn 15 jaar bij Ghibli organiseerde Alpert persinterviews, begeleidde hij de lokalisatie van films, sloot hij deals met Europese en Aziatische distributeurs, bezocht hij prijsuitreikingen en nam hij deel aan talloze vergaderingen tussen met name Tokuma en Disney – de Amerikaanse Ghibli-distributeur. Over de Japanse bedrijfscultuur is al veel gezegd en geschreven, maar het kwam er in het kort op neer dat het met de Amerikanen flink kon knetteren. Alpert heeft, om oververhitte situaties te voorkomen en wederzijds onbegrip te verhelpen, door de jaren heel wat beschuldigingen over en weer creatief moeten vertalen.

De never-ending man maakt het bont

Maar hoewel alle anekdotes zonder meer smakelijk zijn, wordt het echt spannend wanneer Hayao Miyazaki ten tonele verschijnt. De ‘never-ending man’ uit de titel maakt het geregeld erg bont, al dan niet met opzet. Wanneer hij in 1997 ter ere van de Amerikaanse première van Princess Mononoke kort in New York verblijft, is hij een paar uur ‘kwijt’ – in zijn eentje aan het wandelen door Central Park. Als Martin Scorcese – ook toen al één van de grootste regisseurs van Hollywood – om een ontmoeting vraagt, laat Miyazaki aan Alpert weten er ‘te moe’ voor te zijn. Op bezoek bij Disney Animation noemt hij Fantasia 2000, die toen in productie was, desgevraagd hidoi: ‘vreselijk’. Alpert redt echter de sfeer (en de relatie tussen Tokuma en Disney) door die uitspraak te vertalen als ‘interessant en ongewoon’.

Never-ending
Steve Alpert, Hayao Miyazaki en collega’s in Wenen

Maar niet alleen netwerken blijkt aan hem niet besteed; Miyazaki trekt eigenlijk voortdurend zijn eigen plan. En als hij iets toevallig al ging doen, weigert hij het vervolgens alsnog als iemand hem ernaar vraagt. Daarbij ging het soms om persinterviews, maar niet zelden ook om belangrijkere dingen. Zo liet hij de uitreiking van de Gouden Beer op het filmfestival in Berlijn, maar ook die van de Academy Award voor Spirited Away aan zich voorbijgaan. Want, zo legde Miyazaki het althans aan Alpert uit: op het moment dat je je met prijzen en ceremonies laat eren voor je werk, geef je eigenlijk toe dat het er al op zit.

Niet heel veel nieuws

Alpert geeft, anders dan de titel suggereert, uiteindelijk niet heel veel belangrijke nieuwe details over Miyazaki zelf prijs, wellicht ook omdat Alpert op dagelijkse basis niet bijzonder veel met hem te maken had. Hij schakelde en werkte vooral met Toshio Suzuki, die de meeste beslissingen voor zijn sterregisseur nam. Alleen als Alpert erg aandrong, mocht hij het aan Miyazaki voorleggen. Die zei dan vrijwel altijd, zoals Suzuki correct voorspelde, nee.

Maar Alperts inspanningen zijn ook bij hem niet onopgemerkt gebleven. Als blijk van waardering tekende Miyazaki hem daarom in The Wind Rises, zoals te zien op de voorkant van het boek. Alpert mocht, ondanks zijn gebrek aan acteerervaring, bovendien zelf de stem van het personage inspreken.

Aanrader

Toch is het boek een aanrader. Voor superfans van Ghibli zelfs verplichte kost. Maar hoewel het zeker helpt om de films te hebben gezien, is het zelfs zonder die voorkennis uitermate leesbaar. Alpert laat goed zien hoe het tekenen van de film slechts de helft van het werk is; deze wereldwijd in de zalen krijgen vereist elke keer opnieuw een gigantisch doorzettingsvermogen – van alle betrokkenen. Suzuki wandelt in de documentaires vaak glimlachend al rokend door het beeld, maar blijkt met zijn geniale marketingingevingen en vasthoudendheid tijdens onderhandelingen net zo onmisbaar als de sterregisseur. Uit documentaires over Miyazaki lijkt Ghibli soms een one-man show. Alpert laat, zonder diens rol kleiner te maken, zien dat het achter de schermen een collectief was.

Sharing a House with the Never-ending Man: 15 years at Studio Ghibli
Steve Alpert
296 pagina’s
Stone Bridge Press, 2020
9781611720570


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *