Leestip: Miyazakiworld

In 2016 kondigde hij aan nog één keer het tekenschort voor te zullen binden: regisseur Hayao Miyazaki, grootmeester van de Japanse animatie, werkt op dit moment hard aan zijn laatste film. Eerder zouden we daarvan opkijken, maar tegenwoordig nemen we dit soort statements met een flinke korrel zout. Miyazaki kondigde zijn pensioen namelijk al minstens drie keer eerder aan, en keerde telkens terug. Wat drijft Miyazaki? In haar boek Miyazakiworld probeert Susan Napier een antwoord op die vraag te geven.

Dat is zeker geen makkelijke opdracht. Miyazaki is namelijk behoorlijk onzichtbaar, zeker voor een regisseur met zijn staat van dienst. Op de zeldzame momenten dat hij op de voorgrond treedt, is het in documentaires als The Kingdom of Dreams and Madness (2013) en Miyazaki: Never-ending Man (2017). Maar in die films komt hij er niet al te best vanaf: Miyazaki is onbenaderbaar, grof en vrijwel altijd aan het werk – op het bezetene af. Daarbij verschuilt hij zich het liefst achter een gordijn van sigarettenrook en salvo’s lompe opmerkingen.

Susan Napier

Maar Susan Napier is gelukkig niet de eerste de beste schrijver. Ooit begonnen als wetenschapper in de Japanse literatuur, is ze tegenwoordig wereldwijd bekend als de ‘anime-professor’: één van de eerste niet-Japanse academici die Japanse animatie serieus nam. Dat kwam haar, zo blijkt ook uit het voorwoord van dit boek, op veel hoon van collega’s te staan. Maar ze liet zich niet van de wijs brengen, en schreef Anime from Akira to Howl’s Moving Castle (2005). Deze bloemlezing van invloedrijke Japanse animatiefilms wordt wereldwijd beschouwd als een standaardwerk. Met Miyazakiworld (2018) voegt ze daar een prachtige opvolger aan toe.

Napier is wetenschapper, maar schrijft in tegenstelling tot sommige andere academici zeer toegankelijk. Ze sprak Hayao Miyazaki voor dit boek ook zelf, maar putte voor dit boek voornamelijk uit zijn dialogen met Japanse journalisten en critici. Bij het verschijnen van een nieuwe film gaf Miyazaki telkens interviews, waarin hij vertelde hoe hij op dat moment naar de wereld keek – en hoe dat zijn werk heeft beïnvloedt.

Diepe afkeer voor oorlog

Napier begint bij het begin: Miyazaki, geboren in 1941 in Tokyo, herinnert zich levendig hoe hij met zijn ouders en broers moest vluchten voor Amerikaanse brandbommen. Hij weet nog dat de familie in de vluchtauto geen plek had voor andere mensen uit de buurt, die het bombardement vervolgens niet overleefden. Wat die herinnering bovendien nog pijnlijker maakt, is dat de familie een fabriek in gevechtsvliegtuigonderdelen runde – en daardoor onlosmakelijk verbonden is met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Met name in Nausicaä of the Valley of Wind (1984), Princess Mononoke (1997) en Howl’s Moving Castle (2004) klinkt deze diepe afkeer voor oorlog door.

Een andere vroege herinnering is de langdurige ziekte van Miyazaki’s moeder, en de angst die de jonge Hayao voelde voor haar overlijden. Dit gegeven vormde de basis voor My Neighbour Totoro (1988) waarin de moeder van de zusjes Satsuki en Mei door een mysterieuze ziekte aan haar is bed gekluisterd. Miyazaki heeft twee broers, maar geen zusjes; hoogstwaarschijnlijk symboliseert de dappere Satsuki hoe hij met de ziekte van zijn moeder om had willen gaan. In werkelijkheid reageerde Miyazaki meer als het jongere zusje Mei: paniekerig en emotioneel.

‘Miyazakiworld’

Hayao Miyazaki

Napier trekt voor elk van Miyazaki’s films één hoofdstuk uit, waarin ze aan de hand van dit soort anekdotes de thematiek en totstandkoming van ieder werk omschrijft. Op die manier verbindt ze de verschillende films ook met elkaar: hoofdpersonages zijn meestal vrouwelijk, oorlogen hebben altijd een vernietigende werking en ook de gevolgen van milieuvervuiling worden telkens duidelijk. Deze en andere bouwstenen maken samen ‘Miyazakiworld’, betoogt Napier.

Hoewel dat zeker een interessante manier is om naar de filmografie van Miyazaki te kijken, is Miyazakiworld ook om een andere reden een must-read: Napier laat de regisseur zien als mens. Hij kan in documentaires en interviews lomp overkomen, vraagt soms teveel van zijn personeel en lijkt over het algemeen een somber heerschap. Maar heel af en toe breekt toch de zon door – en toont hij zijn ware aard. Zo bracht hij in voorbereiding op Princess Mononoke een bezoek aan een verzorgingstehuis voor leprapatiënten. Gevraagd naar hoe hij die dag ervaren had, antwoordde hij dat hij, ondanks alle ellende waar deze mensen mee kampen, ze toch ook plezier hadden. Miyazaki was toen al bijna 60, maar had dit nog nooit zó duidelijk gezien. Niet voor niets luidt de slagzin op de filmposter ‘Ikiro!’, ‘leef!’

Dit soort ontroerende anekdotes maakt duidelijk dat er achter de vierkante brillenglazen, grijze baard en eeuwige sigaret stiekem helemaal geen cynicus schuilt. Integendeel, Miyazaki blijkt iemand met hoop en ideeën voor onze toekomst. En tot hij die allemaal gedeeld heeft, is het lastig om het tekenen op te geven.

Miyazakiworld

Miyazakiworld
Susan Napier
Yale University Press
September 2018
ISBN 9780300226850
Bol.com

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *