Kijktip: Shoplifters

Toen Shoplifters deze lente de Gouden Palm won op het filmfestival van Cannes, werd dat door een deel van de filmpers gezien als een compromis; de jury zou het niet eens hebben kunnen worden over andere films. Niets van waar, zei juryvoorzitter Cate Blanchett, “de film heeft ons compleet van ons stuk gebracht”. In de Nederlandse bioscoop, ruim een half jaar later, blijkt dat bepaald niet overdreven.

shopliftersIn Shoplifters (in Japan verschenen als Manbiki Kazoku, letterlijk “de familie die uit winkels steelt”) toont regisseur Hirokazu Kore-eda in de verte de Tokyo Skytree. Alsof hij daarmee wil laten zien dat het Tokyo dat we kennen van hippe wijken als Shibuya, Shinjuku en Ikebukuro, ver weg is. Dit is de Japanse hoofdstad zoals je ‘m niet vaak ziet: tochtige parkeerterreintjes, eindeloze rijen grijzige woonflats. Daartussen genesteld ligt, omzoomd door een tuin vol onkruid en tot de nok toe volgestampt met oude spullen, het krot van de familie Shibata. Nou ja, ‘familie’…

In veel van zijn eerdere films onderzocht Kore-eda al vaker wat nu eigenlijk een familie maakt. Is dat de bloedband, of kun je je ook zonder als een familie voelen? Tot nog toe toonde hij voor- en nadelen aan beide kanten, en liet hij die conclusie telkens aan de kijker. Shoplifters breekt al in het eerste kwartier met die traditie. De Shibata’s zijn dan misschien een stel verschoppelingen bij elkaar, maar wanneer ze in de buurt Yuri, een door haar ouders verwaarloosd meisje op straat aantreffen, wordt ze al snel onderdeel van hun gelegenheidsgezin. 

Ook al weet de hele familie dat het niet verstandig is, ze kunnen niet anders. Het koppel Osamu en Nobuyo zit gevangen in fysiek zware banen, maar ze kunnen van het geld dat ze daarmee verdienen niet rondkomen. Ze wonen noodgedwongen bij Osamu’s moeder, Hatsue (een ingehouden maar ontroerende Kirin Kiki, in haar laatste rol). ‘Dochter’ Aki verdient bij als stripper, ‘zoon’ Shota steelt samen met zijn ‘vader’ de buurtsuper leeg. Ieder gezinslid ziet in de kleine Yuri wel een stukje van zichzelf. Zeker Nobuyo, die zelf ook het slachtoffer werd van mishandeling.

Zware kost, verteerbaar opgediend

Het zou zware kost zijn, ware het niet dat Kore-eda het zoals (bijna) altijd verteerbaar opdient. In plaats van te benadrukken wat de Shibata’s niet hebben, laat hij met prachtige, kleine scènes zien hoe rijk ze ondanks die materiële armoede juist wel zijn. De film kabbelt rustig voort, negentig minuten lang, en doet daarmee nog het meest denken aan Our Little Sister. En dan gebeurt er iets onoverkomelijks.

Daar meer over verklappen is zonde, maar het is in dat laatste halfuur dat je als kijker inderdaad volledig van je stuk wordt gebracht. Door een regisseur op de toppen van zijn kunnen, die wordt bijgestaan door een ijzersterke cast. Iedereen speelt zo subliem naturel, dat het bijna onvoorstelbaar is dat de acteurs slechts een rol spelen. De prestaties die Kore-eda uit zijn kindacteurs krijgt, zijn wederom verbluffend. Maar met name een monoloog van Nobuyo, recht in de camera afgeleverd, zong bij mij nog dagenlang na.

Shoplifters is zowel beeldschoon als verpletterend. Het zet je aan het denken. Over de betekenis van familie, maar zeker ook over maatschappelijke problemen als armoede en vereenzaming. Japan is zeker niet het enige land dat daarmee worstelt. Daarmee is Shoplifters een perfecte film voor deze tijd.

Eén gedachte over “Kijktip: Shoplifters

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *