Wie zijn woning wil inrichten met Japanse accenten kan op internet en met name op Pinterest terecht voor een stortvloed aan ideeën. Het wordt lastiger wanneer je ook je kamerplanten in stijl wilt toevoegen. Dat heeft een aantal redenen.
Ons bereikte de volgende vraag: “Ik wil graag mijn woning inrichten met Japanse invloeden. Nu ben ik al een hele tijd op zoek naar Japanse kamerplanten voor accenten in mijn woonkamer. Op sites vind je een heleboel tuinplanten maar bij kamerplanten kom ik niet verder dan orchidee, lepelplant, vingerplant en varens. De orchidee is mooi maar vergt erg veel van mijn geduld.”
In Japan zelf worden kamerplanten zoals wij ze kennen niet of nauwelijks gebruikt. De woonruimte is doorgaans krap, iedereen werkt lange dagen en heeft of neemt geen tijd om ze te verzorgen. Ook kamerplanten vragen immers om verzorging. Ze zijn vooral afkomstig uit de tropen, vragen om een constante temperatuur, water en licht. Meestal geen direct zonlicht aangezien ze in hun natuurlijke omgeving beschut worden door bomenkronen. Vanwege de lichtvraag staan in Nederland de planten meestentijds op de vensterbank, maar daarmee ook boven de verwarmingsradiator. Daar is de gemiddelde plant niet blij mee. Warmte moet zoals in het echt gefilterd en van boven komen. Bovendien dient de warmte niet droog, maar vochtig of – brrrr – broeierig te zijn. Daar zitten de bewoners van het huis niet echt op te wachten. Japanners kennen weliswaar geen centrale verwarming, dat lijkt daar beter voor de planten, maar Japan hanteert airco’s om het binnenklimaat te reguleren en ook daar wordt het vocht uit het huis verdreven. Kamerplanten zijn dus in Japan niet beter af dan in Nederland. Als ze mochten kiezen, bleven ze liever thuis, ergens rond de evenaar.
Japanse accenten
Wanneer je aan Japanse accenten denkt, zie je met name minimalistische open ruimten, het gebruik van natuurlijke materialen als hout en zeegras voor je. Je denkt aan traditionele architectuur van weleer. De gemiddelde hedendaagse grootsteedse Japanse woning is echter met spullen volgestouwd door hoarders in de dop, is bekleed met kunststof vloeren en panelen (met houtprint, dat wel). Er is hooguit nog één tatamiroom, en schuivende papieren panelen met shoji verdwijnen in rap tempo. Te veel onderhoud, te weinig tijd, te druk met andere zaken en taken. Planten voor binnen zitten niet voor in het hoofd, staan niet op de verlanglijst.
Ikebana
Wel worden er nog steeds bloemen en takken naar binnen gehaald en tot arrangementen geschikt. Dat hoeft niet altijd volgens de strikte regels van de kunst van het ikebana. Belangrijker is dat het arrangement gebruik maakt van de planten die op dat moment buiten voorhanden zijn en het seizoen verbeelden. De bloemstukjes, of gewoon bloemvaasjes staan in de alkoof of tokonama of voor de kamidana. Hoe klein behuisd ook, een huisaltaar is er nog altijd. Het is immers troostend en respectvol om met bloemen stil te staan bij dierbaren die overleden zijn.
Tanabata
Eens per jaar – rond 7 juli – wordt een grote tak bamboe uit het plaatselijke bos gesneden en in een pot in de woonkamer gezet. Tijdens het Tanabata-feest wordt de bamboetwijg met papieren wensstrookjes volgehangen. De bamboeboom is de tegenhanger van de kerstboom (en verliest evenals de spar het blad dat tot weken na het feest nog overal opduikt). Tanabata of sterrenfestival, is van Chinese oorsprong. In het astronomisch sprookje zijn twee geliefden, weefster Orihime (de ster Wega) en herder Hikoboshi (de ster Altair) gescheiden door de vader. Als straf voor het verwaarlozen van het weven en hoeden na de trouwerij, werden zij door de vader aan weerszijden van de rivier (de Melkweg) gezet. Eenmaal per jaar (7 juli) ontmoeten zij elkaar doordat eksters een brug over de rivier vormen. Dit gebeurt alleen bij een heldere nacht. Als het regent, moeten de twee geliefden weer een jaar wachten.
Kan’yōshokubutsu: decoratieve Japanse kamerplanten
Wie toch Japanse kamerplanten wil aanschaffen, kan terecht in het tuincentrum. Alleen in het zuiden – in Okinawa – is de temperatuur warm genoeg om rechtstreeks uit het bos te oogsten. Verrassend genoeg is de collectie van het tuincentrum niet veel anders dan bij ons. De tropische planten van alle landen rond de evenaar die we hier in een pot zetten, worden precies ook in Japan aangeboden.
Een kamerplant wordt in Japan aangeduid als een Kan’yōshokubutsu (観葉植物). Letterlijk een decoratieve plant. Zoeken op deze term levert een aantal Japanse websites op. Bijvoorbeeld de keten Lovegreen met vestigingen door geheel Japan, staat in de eerste rij met resultaten en biedt een overzicht van 30 decoratieve planten die het in het Japanse huis ook goed zouden doen. Wanneer je de Japans-talige site opent in Google Chrome, kun je deze door de browser automatisch laten vertalen.
De Google vertaler wijst ons dan op planten met grote kip en daaronder ook met kleine kip. Dat wordt wel veel onderhoud, of het nu een kleine of grote kip zou zijn, je zou het huis niet uit durven. Kippen hebben nog meer verzorging nodig dan planten, daar zullen Japanners al helemaal niet aan beginnen. Er zal vast iets anders bedoeld worden: verzamelingen van kleine, middelgrote en grote soorten. Zo’n machinevertaler maakt wel eens fouten, maar in dit geval gaat het om de naam van de plant bij de afbeelding.
De eerste plant die genoemd wordt, wordt vertaald als Shefrera (Kapok). In Nederland hebben we het dan over een Schefflera of vingerboom. Je kunt je voorstellen dat deze genoemd wordt: de vorm van het ingesneden blad spreekt tot de verbeelding van de Japanner, die niet per se voor de bloemen gaat, maar vooral voor de architectonische vorm van de plant (en het minimum aan benodigd onderhoud, de plant is behoorlijk “kamer-hard”). Zie ook het artikel Bloem Japonica, Plant Japonica, Tuin Japonica. De tweede in de lijst en veel van de er opvolgende zijn ook Schefflera’s of lijken er zeer op.
Verder naar beneden “bladerend” lijkt ons ook de ‘Fluweel Kazura’ een kanshebber, het lijkt of deze plant zelf heel goed begrijpt hoe ikebana er uit moet zien. Niets meer aan doen! Het gaat hier grappig genoeg niet om een Japanse autochtoon, maar om een soort Philodendron, afkomstig uit Colombia. De ‘Fluweel Kazura’ prijkt dan ook als uitgelichte afbeelding boven dit artikel.
Bonsai
Als het om het verzorgen van planten gaat met een zeer hoge decoratieve waarde, mag ook de bonsai niet ontbreken. Een bonsai echter wordt ook bij voorkeur buiten gehouden, of gedurende de strengste wintermaanden in een oranjerie of kas. Maar ook vanwege het intensieve onderhoud valt de miniatuurboom doorgaans af. Er zijn wél tropische planten die enigszins als bonsai voor de dag komen. De waringin is er zo een, en deze staat dan ook als Banyan-boom in de Lovegreen-lijst. De Japanse naam is Banjumaru, de plant is inheems in Okinawa en Kagoshima en heeft dikke wortels, die al groeiende boven de aarde uitkomen en luchtwortels vormen.
Eigenlijk is er dus geen specifiek voorschrift voor het verjapaniseren van de planten in de huiskamer. Ofschoon Japanners zelf nauwelijks waarde hechten aan kamerplanten en er ook eigenlijk geen inheemse planten gebruikt worden, hechten Japanners aan interessante vormen van blad of van groei. De vingerplant staat op nummer 1 (en 2, 3 en verder). Maar ook een smalle hoog opgaande plant met ijle blaadjes geeft de sfeer die je wellicht zoekt. Een bamboe wordt in menige sumi-e inkstschildering afgebeeld en doet het het hele jaar, dus niet alleen met Tanabata – prima. Mocht je geen zin hebben in bladverlies, Japan is ook weg van kunstplanten.
Wanneer je je echt Japans wilt voelen, verdient het aanbeveling om de kamerplanten te laten voor wat ze zijn. Snijdt in het voorjaar een tak forsythsia of een jonge kastanjetak uit de tuin en plaats deze in een vaas. Geniet van het uitbotten van de knoppen en waardeer de plant, zoals de kersenbloesem in Japan, op dat ene moment.
4 februari 2020