Japans vertalen: veel te leren, jij hebt

“Much to learn, you still have”. Het is een aandoenlijke oneliner van Yoda, de befaamde kleine, groene Jedi-meester uit Star Wars. Volstrekt onbekend is nog steeds waar Yoda vandaan komt, maar aan zijn zinsconstructie te zien zou hij best op een afgelegen eiland in de archipel van Japan geboren kunnen zijn. Zolang hij zich aan korte uitspraken houdt is het aandoenlijk, wanneer je echter een A4 van zijn hand zou moeten vertalen, ontstaan er behoorlijke uitdagingen. In dit artikel geven we een aantal eigenschappen van de Japanse taal weer die een vertaler moet bemeesteren om een boterham te kunnen verdienen. Immers: “Eat, you must”.

Elke taal heeft zo haar eigen aardigheden. Waar wij samen met de Duitse buren “een en twintig” zeggen, heeft een Engelsman het over “twenty one”. Dat is andersom denken. Ze rijden ook links. Japanners gaan nog een stap verder, zij hebben de volledige zinsconstructie verbouwd. De woordvolgorde is anders. Japan hanteert een heel andere set afspraken voor haar communicatie.

Taaleigenschappen

  • Woordvolgorde
    Wellicht het grootste verschil tussen de Japanse taal en bijvoorbeeld het Nederlands, is de volgorde waarin de woorden aan elkaar geregen worden. Het Japans behoort tot de talen die eerst het onderwerp, dan het lijdend voorwerp en tot slot het werkwoord plaatsen in de zin. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de zin: 私はパンを食べます watashi wa pan wo tabemasu (ik brood eten). In het Nederlands zou je zeggen: “Ik eet brood”, omdat onderwerp, werkwoord, lijdend voorwerp de voor ons normale volgorde is.
  • Raad de hoeveelheden
    Een tweede essentieel verschil is dat het Japans geen onderscheid maakt tussen enkelvoud en meervoud. In de bovenstaande zin wordt niet aangegeven of je een boterham eet of dat je meerdere sneetjes of zelfs het volledige brood te lijf gaat.
  • Tijdreizen
    Voorts worden de tegenwoordige en toekomende tijd op dezelfde manier geschreven. watashi wa pan wo tabemasu kan zowel “ik eet brood” als “ik zal brood eten” betekenen. Gelukkig wordt de verleden tijd wel anders geconstrueerd met een werkwoordsverbuiging. Om ook de Japanners zelf van dienst te zijn, worden veelal tijdaanduidingen ingevoegd. Morgen, straks, vandaag, gisteren.
  • Positie van spreker en ontvanger
    Het Japans kent talloze beleefdheidsvormen. Hoewel die in het Nederlands ook voorkomen, zijn het er veel meer en is het systeem fijnmaziger. In het modern Japans heb je de keuze tussen informele en formele taal. Vervolgens kun je binnen die informele en formele dimensie weer een onderscheid maken tussen nederige, neutrale, licht erende en erende taal. Bovendien gebruikt de Japanse keizer een ander woord wanneer hij het over zichzelf heeft dan een kantoorwerker. Werkwoordsvormen en een specifieke woordenschat geven de relatieve status van spreker en ontvanger aan.
  • Context
    Het Nederlands is een context-arme taal. Wanneer je een Nederlandse zin leest, kun je, ook al nam je niet deel aan de situatie die in die zin beschreven wordt, vaak nog redelijk goed begrijpen waar het over gaat. Het Japans daarentegen, is een context-rijke taal, waarbij het belangrijk is om de omliggende zinnen en de situatie die wordt beschreven precies te kennen. Ook wordt het onderwerp in een Japanse zin vaak weggelaten, zodat je deze zin niet kunt begrijpen zonder in omliggende zinnen naar het onderwerp te zoeken. Een goed voorbeeld daarvan is de zin: botan wo oshita (“op de knop drukte”). Het is duidelijk dat iets of iemand op de knop drukte, maar of het een persoon was of bijvoorbeeld een droïde, zul je als lezer uit een omliggende zin moeten afleiden.
  • Lijmen
    Japans is een zogenaamde agglutinatieve taal: woorden en woorddelen worden volop ‘koud’ aan elkaar gelijmd. Paddenstoel of paddestoel zou in Japan geen onderwerp van discussie en irritatie hoeven te zijn: het wordt pad-stoel. In die zin lijkt het een gemakkelijker taal. Daar tegenover staat dat voor bijvoorbeeld aantallen en richtingaanwijzers een hele reeks eigen partikels wordt gebruikt die aan het woord geplakt kunnen worden. Drie potloden zijn enpitsu sanbon (drie+bon want lange dunne objecten), drie kaki worden sanko (drie+ko want rond en heerlijk fruit) en drie mensen benoemen we als sannin, drie+nin, het betreft immers personen. Oef.

Begrijpend lezen

Japans vertalen

Japans proberen te volgen via NHK of op locatie is dus al een forse uitdaging, maar het kan nog ingewikkelder. Om geschréven Japans te kunnen lezen, dien je drie alfabetten behoorlijk te beheersen. Naast de van oorsprong Chinese Kanji (ideogrammen die een begrip vertegenwoordigen), hanteert Japan ook de fonetische hiragana en katakana syllabeschriften. Katakana beschrijven buitenlandse leenwoorden en hiragana worden gebruikt voor onder meer werkwoordsuitgangen en de bovenstaande partikels. Ze zijn ook voor Japanners zelf een escape wanneer ze de formele kanji niet kennen. Kinderen beginnen met hiragana en voegen tijdens hun schoolloopbaan vervangende kanji toe. Niet-Japanners kunnen met taaltrainers en woordenboeken een inhaalslag maken om de alfabetten te meester te worden en te ontcijferen.

Het is nodig om de lezing van kanji (Chinese karakters) te begrijpen. Bovendien moet je weten welk deel van een werkwoord door de kanji gerepresenteerd en welk deel met zogenaamde okurigana (uitgangs-kana) geschreven wordt. In het geval van het werkwoord yomu wordt yo met het karakter voor lezen geschreven en zorgt de mu ervoor dat het verbogen kan worden. Yomu betekent “ik lees”, Yomanai betekent “ik lees niet”.  

Japans vertalen: een voorbeeld

Bij het ontleden van een Nederlandse zin, zoek je met behulp van vaste vragen naar het onderwerp, het gezegde en het lijdend voorwerp. In de zin ik sloeg tegen de bal, is het onderwerp ik en het lijdend voorwerp de bal. De Japanse vertaling luidt booru wo utta. (bal, sloeg). Er gebeurt iets opmerkelijks. Het onderwerp van de zin “ik” verdwijnt net als het voorzetsel tegen. Het partikel wo geeft aan dat de staat van de booru (bal) door het werkwoord utta (sloeg) getransformeerd wordt. Met andere woorden, de bal verandert van nog niet geslagen zijn in geslagen zijn. Dankzij de aanwezigheid van wo kun je er ook vanuit gaan dat de zin een (weggelaten) iets of iemand kent dat tegen de bal slaat. Je kunt de zin ook maken met het onderwerps-partikel ga: booru ga utta. Echter, in dat geval verandert de betekenis in “de bal slaat”. Het zou logischer zijn als de bal geslagen wordt, daarom is de lijdende vorm hier meer op zijn plaats: booru ga utareta (“de bal wordt geslagen”).

Het Japans kent geen interpunctie. In het Nederlands daarentegen, is het toepassen van interpunctie vaak belangrijk, omdat je zo nadruk kunt leggen op bepaalde zinsgedeelten. Literair Japans wordt traditioneel gezien van onder naar boven, van rechts naar links geschreven. Terwijl het Japans in schoolboeken dan weer volgens de westerse conventie van links naar rechts wordt afgedrukt.

Net als Nederland kent Japan verschillende streektalen. Een beroemd voorbeeld van een Japanse roman die geschreven is in het dialect van Osaka, is Manji (Kruisende Lijnen, 1931) van Jun’ichirō Tanizaki. De Nederlandse vertaler Jacques Westerhoven kon gelukkig de hulp van zijn Japanse vrouw inroepen om het dialect te vertalen. Hij besloot wel om het verhaal naar het standaard-Nederlands te vertalen, hetgeen misschien afbreuk heeft gedaan aan het overbrengen van de regionale sfeer in de Kansai-regio.

Daarnaast heeft elke taal haar spreekwoorden en gezegdes. Een vertaler moet dus zowel kennis hebben van literaire uitdrukkingen in de Japanse taal als in de Nederlandse taal. De Japanse taal hanteert ook tal van eigen specifieke culturele code-woorden, zoals Inuït soorten sneeuw aanduiden. Literatuur met name kan dus nooit zomaar letterlijk worden vertaald.

Topje van de ijsberg

Het “topje van de ijsberg”, is dus zo’n uitdrukking waarvan we op moment van schrijven niet zeker weten of deze ook in Japan overdrachtelijk verstaan wordt. We geven dus een aantal voorbeelden van uitdagingen en eerlijk gezegd zijn het er nog veel meer. Het leren van Japans kan goed vergeleken worden met de queeste die Luke Skywalker aangaat, wanneer hij Yoda ontmoet op Dagobah. Met vallen en opstaan doorloopt hij een stevige training, waarbij Yoda telkens wanneer Luke een uitglijder maakt, opmerkt: “Much to learn, you still have”. Hoewel het lijkt alsof het hier om een reprimande gaat, kun je het ook ombuigen in je voordeel en het als motto opvatten om de uitdaging van het Japans leren aan te vliegen!

2 gedachten over “Japans vertalen: veel te leren, jij hebt

  1. Wow- Pim – wat een ijzersterkte tekst! Complimenten. Vorig jaar toen ik de literaire salon by Kyas in Amsterdam organiseerde voor de Nederlands-Japanse Vereniging, hebben we dit onderwerp ook uitgebreid besproken. Als moderator mocht ik toen Elbrich Fennema (vertaalster van Murakami) en Yumiko Kunimori (-ja, de vrouw van 😉 en vertaalster van Hella S. Haase en Couperus) vragen naar hun ervaringen. Er is een klein verslag op mijn Facebooksite te vinden. Interessant kijkje achter de schermen gehad toen over hoe zij dat voor literaire werken hebben aangepakt! Je geeft een mooi kijkje ‘achter de schermen’ in deze fascinerende materie. Doomo Arigatoo!

  2. Hoi Maaike, dank voor je enthousiaste reactie! Het artikel heeft niet alleen als doel om een inkijkje in het vertaal proces te geven, maar ook om de lezers te enthousiasmeren het zelf te proberen. Het is minder moeilijk dan je denkt, veel gewoon proberen en veel feedback vragen. En daar kan uitwisseling van meningen en gedachten tijdens een literaire bijeenkomst, zoals jij die organiseert, zeker ook bij helpen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *