De Indiase premier Manmohan Singh bracht vorige maand een bezoek aan Tokyo. Hij was daar voor de jaarlijkse conferentie van India en Japan, die hij samen met de toenmalige en inmiddels weer Japanse premier Shinzo Abe in 2007 in het leven riep. Deze conferentie is een teken van de opmerkelijke toenadering tussen Japan en India, die sinds 2005 plaatsvindt. De conferentie van dit jaar heeft als resultaat dat Japan en India de onderhandelingen omtrent een akkoord over civiele nucleaire samenwerking weer voortzetten, dat Japan de Indiase hoofdstad New Delhi gaat helpen met het opzetten van infrastructuurprojecten, en dat beide landen zich meer in gaan zetten voor hun gedeelde strategische belangen.
De banden tussen India en Japan waren in de decennia na de Tweede Wereldoorlog hecht. Toch bekoelde deze goede relatie in de jaren 90. In 1998 deed de Indiase regering namelijk een proeftest voor nucleaire wapens, waar de Japanse regering uiteraard negatief op reageerde. Japan legde India sancties op en sneed de financiële investeringen in en officiële ontwikkelingshulp aan India af. Onderlinge politieke besprekingen werden ook opgeschort. Pas drie jaar later, in 2001, liet de Japanse overheid deze sancties varen. Sindsdien trekken beide landen weer naar elkaar toe.
Deze toenadering werd echter pas echt zichtbaar vanaf 2005. Toen maakten de toenmalige Japanse premier Junichiro Koizumi en de – toen ook al – Indiase premier Manmohan Singh hun relatie officieel: India en Japan zouden vanaf toen een zogenoemd “Partnership in a New Asian Era” vormen. Sindsdien zijn deze officiële banden alleen maar verder toegenomen, mede dankzij het wederzijdse respect dat is ontstaan tussen Singh en de huidige Japanse Premier Shinzo Abe. De goede relatie tussen de twee leiders zorgde ervoor dat tijdens Abe’s eerste premierschap in 2007 de betrekkingen opnieuw verbeterd werden, deze keer tot het niveau van een strategisch verbond. Ook spraken de leiders af dat er een jaarlijkse conferentie zou plaatsvinden, afwisselend in New Delhi en Tokyo.
De toenadering vond niet alleen plaats op officieel niveau, maar werd ook vertaald naar de praktijk. India is tegenwoordig de grootste ontvanger van Japanse ontwikkelingshulp, waarbij Japan de Indiase regering vooral hulp biedt bij verbetering van infrastructuur. Op militair vlak is er ook samenwerking: India en Japan namen in 2004 gezamenlijk deel aan reddingsoefeningen voor het geval er een tsunami zou plaatsvinden, en in 2007 aan militaire oefeningen met andere landen. Ook werkt de Japanse marine samen met India in maritieme missies tegen piraterij.
Zulke concrete uitkomsten zal de conferentie van dit jaar echter niet opleveren. De Japanse regering heeft wel nieuwe leningen voor ontwikkelingshulp beloofd en opnieuw steun toegezegd aan nieuwe infrastructuurprojecten in India. Zo gaat Japan helpen met het ontwikkelen van een metronetwerk in Bangalore en Chennai, en de aanleg van industrie in de regio Delhi-Mumbai. Naast deze besluiten is er echter weinig concreets naar voren gekomen. Singh en Abe hebben afgesproken de onderhandelingen omtrent civiele nucleaire samenwerking tussen India en Japan weer op te starten, dat een slepend dossier in de betrekkingen beide landen vormt. Ook hebben beide leiders opnieuw het belang van hun strategisch verbond benadrukt, maar veel verder dan woorden gaat dat niet.
Dit heeft misschien te maken met het feit dat voor India de economische overeenkomst met Japan de belangrijkste is. De verbetering van de infrastructuur die India nodig heeft om economisch te kunnen blijven groeien, gaan de Indiase regering immers handenvol geld kosten. Mede daardoor zijn er in het verbond met Japan weinig praktische initiatieven omtrent veiligheid. Op strategisch vlak is de relatie er dus een van veel woorden en weinig daden.
Desondanks ziet Shinzo Abe India toch als een belangrijke strategische partner in de regio. Door de problemen met China omtrent de Diaoyu/Senkaku-eilanden, moet Japan de banden met andere Aziatische landen wel aantrekken. Een goede relatie met opkomende economie India is daarbij cruciaal.
24 juni 2013