In 2007 verwierf het Rijksmuseum in Amsterdam twee monumentale 14e eeuwse Japanse tempelwachters, die het toen nieuw geopende Aziatisch paviljoen luister bijzetten en ook de gehele Rijksmuseumcollectie voor altijd bewaken. De enorme en vervaarlijke houten reuzen blijven hier als hoeders van cultuur en wijsheid, maar zijn dankzij kunstenaar Jikke van Loon, en haar project Issho-ni/Tomo-ni toch ook weer in Japan, in Delfts blauw.
Ah en Un, want zo heten ze, woonden ruim zes eeuwen in Izumo-Yokota, een kleine stad in de prefectuur Shimane en bewaakten de toegang tot het tempelcomplex. Tempelwachters, of Niō, staan in een eigen poortwachtershuis bij de ingang van een tempel om het kwaad tegen te houden. De open en gesloten monden van het duo staan voor ah en un, het eerste en laatste teken van een sanskriet-variant: ze symboliseren alle klanken en geschriften, en daarmee alle kennis of wijsheid van de wereld. Het stadje ontvolkte ten gevolge van het sluiten van de mijnen en viel, zoals nagenoeg overal op het platteland van Japan, eind vorige eeuw ten prooi aan de vergrijzing, en het tempelcomplex raakte in verval. Of Ah en Un zelf besloten te verkassen is onduidelijk, maar zeker is dat ze in het Aziatisch paviljoen van het Rijksmuseum Nederlanders ook vandaag weten te interesseren voor de cultuur van Japan.
Toch worden ze in Yokota gemist. De achtergebleven ouderen missen hun beelden, hun tempel en hun verleden. Een foto van de Niō-mon (poort) genomen in 2015 toont aan dat men echter niet in staat is om beide heren een behoorlijk onderkomen te blijven bieden. Yokota telt vandaag nog maar 7000 zielen.
Issho ni/Tomo-ni
Om de ouderen enigszins gerust te stellen en de inmiddels ook wel weer jongere instromers een ‘beeld’ te geven van hun eigen lokale geschiedenis en traditie, nam beeldend kunstenaar Jikke van Loon het initiatief om de beide beelden “terug te brengen naar huis”. Zij werden vereeuwigd in manshoge tegeltableaus van Delfts blauw, dat zo typisch Nederlandse aardewerk.
Ofschoon typisch Nederlands? Delfts blauw is faience, of dun aardewerk, met blauwe decoratie, dat in Delft werd vervaardigd vanaf het einde van de 16e eeuw als goedkoop alternatief voor het peperdure blauw-witte Chinese en zelfs nog kostbaarder Japanse porselein. Het werd in korte tijd wereldberoemd en reist nog altijd de wereld over in onder meer de jeneverhuisjes van de grootste Nederlandse vliegmaatschappij. We leenden dit voor Nederland kenmerkende exportproduct dus eigenlijk ook al uit Japan.
Het idee voor het community artproject ‘Issho-ni/Tomo-ni (re-creating pure wisdom, together!)’ ontstond in 2015 tijdens een reis van Jikke van Loon naar de oorsprong van de beide wachters en leidde van augustus tot en met december 2019 tot het vervaardigen van een viertal tegeltableaus waarop de tempelwachters stoer geportretteerd staan afgebeeld. Ruim 500 deelnemers, zowel Nederlanders als inwoners van Yokota, droegen bij aan het tot stand komen van de Delfts blauwe tegels. Samen, met elkaar.
Begin dit jaar zijn de tableaus naar Yokota gebracht en staan deze ’tablauws’ opgesteld in het gemeenschapshuis. Zijn ze daarmee teruggekeerd? Of vormen ze een ansichtkaart met de boodschap: “Kijk, we zijn op reis in Nederland en we maken het goed”?
Zijn de tempelwachters nu teruggekeerd?
Kunstenaar en projectleider Jikke van Loon riep deze vraag zelf op. Nu Issho-Ni/Tomo-ni nagenoeg haar einde nadert, is niet alleen een Delfts blauw portret ontstaan van de beide wachters, maar is ook verwondering en inzicht verworven over opvattingen over kunst, bezieling en eigenaarschap. Jikke riep op tot debat. Al tijdens de aanvang van het project in 2015 tijdens haar verblijf in Japan als Artist in Residence werd haar duidelijk dat Japan niet alleen een andere kijk op beeldhouwen heeft, maar ook anders denkt over de waarden en ziel van objecten. Jikke stond in Yokota bij de vervallen poort en vroeg zich af of de tempelwachters wel blij waren in Nederland. En waren het eigenlijk nog wel tempelwachters, nu ze zo ontdaan waren van hun functie? Ze leken werkeloos en verloren.
Wat is de betekenis van realiteit, authenticiteit en eigenaarschap? In Nederland en in Japan wordt hierover met professionals uit verschillende vakgebieden gedebatteerd. Meest recent organiseerde Jikke van Loon een debat in Marci Panis Amsterdam op 23 februari 2020. Een dertigtal beeldend kunstenaars, Japanologen, geïnteresseerden en deelnemers aan het project werd uitgenodigd om actief mee te denken.
Essenties
Kunst, de boodschap, het verhaal, de connectie gaat verder dan de drager. De essentie zit niet alleen in het hout, het materiaal waar de tempelwachters van zijn gemaakt, of de verf waar ze mee waren beschilderd, de techniek, of de locatie waar ze waren geplaatst. Het gaat om de betekenis, de rol die ze vervullen. Niet zo zeer de functie om als afschrikwekkende figuren de kwade geesten buiten te houden, maar wel om als poort naar wijsheid te fungeren.
Die rol als intermediair hebben de Niō-zo (Niō-beelden) ook nu weer in het community center van de gemeente Yokota. De plek waar mensen bij elkaar komen, samen komen, en waar nu een nieuw verhaal is ontstaan met veel verschillende perspectieven, voor iedereen die aan het kunstwerk heeft deelgenomen of er in de toekomst nog aan zal deelnemen. Nieuw cultureel erfgoed ontstaat zolang er mensen zijn die er naar komen kijken, het komen voelen, bezoeken. Iedereen die voortaan naar de tempelwachters in het Rijksmuseum zal gaan of naar het community center in Yokota, of de verlaten plek waar ooit de tempel Iwayaji heeft gestaan, zal nu ieder op zijn manier verbonden zijn met dit ‘engaging’ kunstwerk. Kunsthistorica Takako Kondo benoemde het: Jikke heeft ze ‘een comfortabel nieuw thuis’ gegeven.
Tijdens het debat bleek dat niet iedereen het met dit standpunt eens was. De tempelwachters staan namelijk fysiek ook nog steeds in het Rijksmuseum. Is dan alleen wat je ziet waar? In de loop van het gesprek werd het iedereen duidelijk: Jikke heeft er met Issho-ni/Tomo-ni voor gezorgd dat de Niō-zo terug zijn in het bewustzijn. Hun rol als intermediair hebben ze nu ook weer gekregen in het community center van de gemeente Yokota. Matthi Forrer, voormalig conservator van het Museum voor Volkenkunde in Leiden toonde het zeer theatraal: de objecten hebben hun religieuze functie verloren in het museum. De lokale gemeenschap kan zorgen voor de zingeving.
Zowel Menno Fitski, conservator Japanse kunst van het Azië-paviljoen, als de inwoners van Yokota zijn blij met de aandacht en waardering. Een gedoofd vuurtje is weer nieuw leven ingeblazen. Jikke van Loon heeft de tempelwachters weer tot leven gebracht. Filmmaker Kiriko Mechanicus, die een documentaire maakte over dit project, visualiseerde de nostalgische reflectie treffend. Er werden herinneringen opgehaald. Angsten zijn overwonnen. Bescherming en zorg wordt geboden. Er is een nieuwe kizuna, ‘connectie’ gemaakt tussen Nederland en Japan. Er is iets in beweging gezet. Een nieuw veld van wijsheid is ontstaan.
Gedeelde werkelijkheid
De aanwezigen bij het debat waren het erover eens: de absolute waarheid, is de gedeelde werkelijkheid. Was er behoefte aan een verzoening? De energie stroomt in ieder geval weer. In de gedachten van de mensen zijn de tempelwachters en het Boeddhistische culturele erfgoed dat ze representeren weer aanwezig. Voor degenen die willen weten of de magie van de tempel is verdwenen of juist in waarde is toegenomen, is het toch echt noodzakelijk om daar in Yokota, én in het Azië-paviljoen van het Rijksmuseum in Amsterdam bij de wachters, zelf een kijkje te gaan nemen.
Meer informatie?
- Kijk dan op de projectsite, Isshoni-tomoni, of op de algemene website van Jikke van Loon.
- Tempelwachters collectie Rijksmuseum
Dit artikel werd geschreven door Maaike Ono-Boots in samenwerking met Pim Omes.
26 februari 2020