Wie Japan bezoekt wordt overspoeld met een vloed aan indrukken. Een modern land, maar met zoveel zichtbaar bewaarde tradities. En met verrassend zichtbare energiekabels boven de grond aan palen kriskras door de lucht. Waarom worden de lelijke stroomdraden niet net zoals bij ons onder grond gelegd? In onderstaand artikel maken we dat inzichtelijk.
De brievenbus klepperde. Dat gebeurt niet zo vaak meer in onze digitale wereld. Er lag een heuse brief op de mat, notabene afkomstig van de netbeheerder van het energienet. Er werd, excuus – excuus, een voorgenomen stroomonderbreking aangekondigd door werkzaamheden aan het elektriciteitsnetwerk in onze buurt. Er moet flink gegraven worden om bij de kabels te komen. Tijdens een dagdeel zal er geen stroom zijn en dat heeft consequenties voor veel meer dan je zo bedenken kunt.
Geen verlichting, maar het is gelukkig overdag.
Er werd – op tijd – geattendeerd dat ook andere dagelijkse vanzelfsprekendheden het niet zullen doen.
Koelkast en diepvries ontdooien, langzaam, maar zeker. Koken op elektrisch? Dacht het niet. De CV-ketel of de stadsverwarming worden – juni of niet – uitgeschakeld. Wie in een appartementencomplex woont moet rekening houden met niet werkende liften of gesloten automatische garagedeuren. Zelfs de waterdruk kan afnemen voor wie hoog woont. Zonnepanelen wekken – juni of niet – geen stroom op: de omvormer is stroomloos. Wie aangewezen is op medische hulpmiddelen die stroom nodig hebben, te denken valt aan beademing of dialyse, moet maatregelen treffen. Wanneer we een begeerd Japans toilet zouden hebben, zouden de meeste functies niet meer werken en moesten we net als de netwerkbeheerder ons weer behelpen met papier.
Telefoon, internet en servers vallen stil.
We streven ernaar om het onderhoudswerk zo snel mogelijk te laten verlopen. Mocht het onverhoopt langer duren dan kunt u de noodvoorraad conserven voor een eventuele oorlogssituatie aanspreken, bedenk daarbij dat een nog mechanische blikopener nodig is. Als ook de buurtsuper zonder stroom zit, zal de pinautomaat niet werken en kunt u de voor nood aanbevolen 70 euro contanten te gelde maken. Dit laatste staat niet in de brief, ze lossen het immers snel op. Wel is het de tweede keer in korte tijd, zo’n brief. Het onderhoudswerk levert dus ongemak op en de attente netbeheerder is zich daarvan bewust en grijpt daarbij naar een analoog communicatiemiddel terug om er toch zeker van te zijn dat we op de hoogte zijn.
Ondergrondse kabels
In Nederland liggen de kabels dus in de grond. Dat is anders geweest. Telefoonverbindingen lopen via een draad. Wie wel eens twee conservenblikjes met elkaar verbonden heeft, weet dat nog. Inmiddels bellen we draadloos, via accesspoints en satellieten. Tijdens de eerste periode van telegraaf en telefoon werden de kabels in industrialiserende landen overal ter wereld aangelegd met houten palen en verdeelkasten. In eerste instantie om bijvoorbeeld vanuit het ene treinstation het volgende te laten weten dat ie er aan kwam, de trein. Boven de grond langs de rails en hoog genoeg om overstekende auto’s voldoende ruimte te bieden. Toen ook winkels en woonhuizen werden aangesloten, verschenen de telefoonpalen ook in stad en dorpskernen. Met verdeelkasten en versterkers werd het ene na het andere huis aangesloten. En niet alleen de telefoon, ook het televisiesignaal werd via kabel gedistribueerd. Wat een geweldige vooruitgang! Althans vanuit oogpunt van communicatie. Welstandscommissies waren veel minder blij met de toenemende kabelspaghetti. Luchtvervuiling.
We zien hier dan ook nergens meer telefoonpalen of stroomdraden. Opgeborgen, veilig en uit het zicht. Daar houden wij van. Ook in huis hangt de stoppenkast niet pontificaal in de woonkamer maar in een afgesloten ruimte naast de voordeur en kabels voor luidsprekers, verlengsnoeren en internetbekabeling worden weggewerkt. Uit het zicht, uit het hart, we hoeven er niet aan te denken. In onze buurt dus binnenkort wel eventjes.
Bovengrondse kabels
In Japan werkt het anders, grote delen van Japan hebben de kabels voor de nutsvoorzieningen nog altijd bovengronds en in het zicht. Daar zijn redenen voor.
Na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlogbombardementen moest een snelle wederopbouw gerealiseerd worden. Daar was met name energie voor nodig. Mentaal, maar vooral ook in de vorm van stroom. Een bovengronds netwerk is vele malen sneller opgezet dan een getunneld systeem. Hout is in Japan overdadig voorradig en men weet als geen ander hoe er duurzame palen van te maken. De grond in vulkanisch Japan is van nature hard en in stedelijke gebieden toentertijd in elk geval bezaaid met puin.
In oude centra van zowel steden als dorpen staan de huizen traditioneel heel dicht op elkaar, wegen lenen zich al niet voor auto’s, maar zeker ook niet voor ondergronds kabelen en periodiek onvermijdelijke vernieuwingen en onderhoud. Meer dan 80% van Japan is onbewoonbaar vanwege bergen en bos, en al moeten er kabels door, daar heeft het sowieso geen zin om te gaan graven.
Het merendeel van Japan woont langs de kusten, de ervaring leert dat na overstromingen eventuele ingegraven kabels moeilijk te herstellen zijn.
Japan heeft haar dagelijkse dosis aardbevingen. Energiemasten vallen weliswaar niet elke dag om, maar wanneer het gebeurt is het netwerk veel sneller te herstellen dan bij een ondergrondse variant. Japan heeft ook haar stormen. De tyfoons in Japan zijn vaak zeer krachtig, trekken aan de draden en blazen de palen om.
Snelheid, flexiblileit, kosten en doorontwikkeling
Snelheid en flexibiliteit zijn dus belangrijk, maar ook de kosten spelen een rol. Becijferd is, dat bovengronds kabelen tot 10 keer besparender is dan ingraven. Er blijft altijd onderhoud nodig, daar zijn geen aardbevingen voor nodig. Het oorspronkelijke kopernetwerk is vervangen door coax en dat op haar beurt zo zoetjes aan door glasvezel. Het kan altijd beter, het moet altijd meer.
Natuurlijk wilde het zich weer opbouwende Japan zich graag meten aan steden elders waar de kabels wel fraai uit het zicht zijn verdwenen. Ze storen zich ook zelf aan de kabel-udon. Japan is immers het land van esthetisch minimalisme. Eén pennenstreek, een onversierde houten tempel, teruggebracht tot alleen de functionele vorm. Voor de kabels geldt: Onder de grond waar kan, maar boven omdat dat moet.
Osaka is dezer dagen het podium voor de Wereldtentoonstelling. Het centrale station van Osaka is hypermodern, geen kabel te zien. Dat geldt ook voor de talloze kilometers lange overdekte winkelstraten of shōtengai en het toeristisch zeer vermaarde Dotonbori-gebied langs het kanaal, maar zodra je de zijstraten induikt zie je ze onmiddellijk: kabels, kabels, kabels.
Hōzenji Koisan Dori is daar een mooi voorbeeld van. Een typisch Japanse smalle straat, met schijnbaar ongeplande willekeurig geplaatste huizen en panden, uithangborden al dan niet met neonlicht, straatlantaarns in Jugendstil en papieren rode lampions. En dus de kabels langs de huizen en over de weg. Op palen met verdeelkasten, omvormers en trafo’s. Dán voel je je in Japan.

En overigens, ontwikkel je ontzag en respect voor degenen die in deze wirwar de weg weten en onderhoud plegen. Samen met de taxichauffeurs en postbodes zijn dit toch wel de helden van Japan.
Mooi van lelijkheid
Spuuglelijk of een hervonden vorm van nostalgie? Zeker is dat de kabels een bekend symbool zijn van het Japanse straatbeeld. Zelfs historische gebieden worden dus vaak overstelpt met stroomkabels. Tekenaars van anime beelden ze dan ook af om de alledaagse realiteit van de setting te bepalen en ook veel fotografen maken graag gebruik van de bedrading om diepte in hun prent te creëren. De lijnen zijn helpend bij de compositie en het perspectief. Foto’s en tekeningen van de dradenbrei zijn een hype. Mensen worden er blij van. Technologie kan verrassend organisch van aard zijn, of je terugvoeren naar een tijd waarin contact tussen mensen nog via draad verbonden werd. Draden verbinden.
Japan vindt de draden zelf ook niet per se lelijk. Zolang ze een functie hebben, mógen ze in het zicht. Een obi van een kimono wordt op zijn plaats gehouden met een koord. Dat kán dus onzichtbaar gedaan worden zoals we het elastiek in de zoom van een mouw of broek wegwerken, maar wordt bewust zichtbaar gedaan met een fraai kumihiro-gevlochten obijime-koord.
Op zoek naar alternatieven
Zoals wij via de brief van de netbeheerder weten dat we een periode geen bedraad internet en telefonie hebben, kunnen we wel bereikbaar blijven. Via de brievenbus dus, maar ook via het draadloos telefoonnetwerk. Japan experimenteert ook al geruime tijd met draadloos transport van stroom. In opdracht van het Japanse ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie heeft Toshiba een onderzoeksvoorstel en een opzet opgesteld voor de manier waarop de draadloze overdracht van elektrische energie kan worden gestandaardiseerd. Onderzocht worden inductie-methoden, vergelijkbaar met het opladen van tandenborstels en smart horloges en ook overdracht via radiogolven wordt aan de tand gevoeld. In beide gevallen zijn er mogelijkheden, het gaat vooralsnog om een heel bescheiden elektrisch vermogen, al kan een radiogolf blijkbaar al enkele kilometers ver (een héél kleine hoeveelheid) stroom transporteren.
We volgen het met grote belangstelling. Wanneer dit project slaagt, heeft dat grote betekenis voor de hele wereld. Zowel ondergrondse als de bovengrondse kabelnetwerken worden wellicht redundant. Op termijn reduceren we enorme kosten, zijn we onafhankelijker van de aardkorst en de stormen die nu en dan om ons heen razen. Ook in Japan zullen ze de kabels missen in het Japanse straatbeeld, maar gelukkig hebben we samen de nostalgie van de anime, foto’s, pentekeningen en aquarellen nog.
3 juni 2025
Ik kan het aanbod op Katern Japan niet bijbenen.
Er zit geen kabel los, in dit zo herkenbare straatbeeld van de steegjes in Japan. Wat een genot om te lezen. Je schrijfstijl spreekt me aan. De eenvoud van de kabel als onderwerp en tegelijkertijd de waarde van de kabel-udon. Wat een vondst. Ook die dradenbrei. Al twijfelde ik even over de ei of ij. Mijn breiwerk ontspoort soms ook in een kluwen van draden. En dat is geen rijstebrij….