Inleiding tot J-Pop (2) – Bump of Chicken

In de eerste aflevering van deze inleiding tot J-Pop behandelde ik Ikimono Gakari, in Japan geliefd bij jong en oud. Vandaag wil ik het graag hebben over een band die muziek maakt die misschien niet geschikt is voor alle leeftijden, maar desalniettemin in de ruim vijftien jaar sinds de doorbraak in Japan een enorme schare trouwe luisteraars heeft opgebouwd: Bump of Chicken.

Ja, ook ik moest wel even lachen toen ik de naam van de band voor het eerst hoorde. Waar de naam vandaan komt is onduidelijk. Er bestaat een verhaal dat het een niet heel geslaagde poging betreft om “aanval van bangeriken” te vertalen, maar de vier muzikanten die de band telt hebben er zelf nooit commentaar op gegeven: de mannen zijn niet heel scheutig met interviews, en hebben in ieder geval nooit de behoefte gehad om de toch vreemde naam uit te leggen. Overigens moet ik de eerste Japanner die zijn of haar wenkbrauwen optrekt bij de naam nog tegenkomen, dus misschien is het ze ook nooit gevraagd.

Hoe dan ook, (op de foto van links naar rechts) leadgitarist Hiroaki Masukawa, drummer Hideo Masu, zanger en gitarist Motoo Fujiwara en bassist Yoshifumi Naoi ontmoetten elkaar op de kleuterschool, en traden al in 1994 samen op op een schoolfestival. Vijf jaar later, de bandleden waren toen allemaal twintig jaar oud, brachten ze hun eerste album uit. Het moet gezegd worden: ze waren op dat moment nog wel zoekende naar hun vorm. De muziek die de band nu maakt laat zich misschien nog het best omschrijven als een Japanse variant op Coldplay – vrij rustige rockmuziek, maar groot van opzet – maar in die tijd was het allemaal behoorlijk springerig, schreeuwerig en met veel elektronisch gitaargeweld. ‘Sailing Day‘ stamt uit 2003. Zet het geluid vooral niet te hard.

Krap een jaar later slaat de band een behoorlijk andere richting in, en het is op dat moment dat de muziek voor een bredere doelgroep interessant wordt. Zanger Fujiwara toont zich in het nummer Sharin No Uta, (‘Wielenlied’) een begenadigd mandolinespeler, terwijl de overige bandleden voor de gelegenheid de elektrische gitaar, bas en drumstel hebben ingeruild voor een akoestische gitaar, contrabas en enkele trommel. Zet het geluid gerust weer wat harder.

Gelukkig is men sindsdien op deze kalmere toer verdergegaan, met (wat mij betreft) het voorlopige hoogtepunt ‘Planetarium’ uit 2005. Omdat Japanse platenmaatschappijen zeer streng zijn op de bescherming van copyright kan ik die helaas niet hieronder plaatsen, maar ‘You Were Here’ uit 2014 is een goede tweede.

Over de bandleden persoonlijk is niet heel veel informatie voorhanden, aangezien ze – zoals ik hierboven al schreef – niet veel interviews geven en daarnaast behoorlijk teruggetrokken leven. Van Bump of Chicken hoef je bijvoorbeeld ook niet te verwachten dat ze aanschuiven bij het jaarlijks op Oudejaarsavond terugkerende muziekspektakel Kohaku Uta Gassen. Met een gebrek aan populariteit heeft dat niet te maken: van ieder album verkoopt de band rond de 600.000 exemplaren, terwijl singles tussen de 100.000 en 250.000 maal over de toonbank gaan. Het is waarschijnlijker dat de band dergelijke optredens niet nodig vindt en ook niet nodig heeft: tours zijn vaak helemaal uitverkocht, en daarbij gaat het niet om kinderachtige zaaltjes: de band vult met gemak zalen als het Yoyogi National Gymnasium, een stadion met een capaciteit van meer dan 13.000 stoeltjes.

De zang van Fujiwara is misschien wat moeilijker te volgen dan die van Kiyoe Yoshiyoka van Ikimono Gakari, maar evengoed vormt het weer een goede oefening van je Japanse luistervaardigheid: Japanse mannen mompelen over het algemeen meer dan vrouwen. Een poging in ieder geval meer dan waard!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *