J-Pop: de Japanse popmuziek. Het lijkt een voor het ongeoefende westerse oor onneembaar fort van geschreeuw, gegil, harde muziek en enigszins achterhaalde melodieën. Hoewel dat zeker voor de muziek van sommige Japanse artiesten geldt (noem mij trouwens één land waar dat niet zo is) zijn er zeker ook spreekwoordelijke krenten uit de pap te halen. In dit eerste deel van een inleiding tot J-Pop ga ik er daar een aantal van langs. In deel 1: Ikimono Gakari.
J-Pop ontstond in de jaren ’70, toen Japanse rockbands de muziek van westerse voorbeelden als The Beatles en The Beach Boys begonnen te mengen met traditionele Japanse muziek. Onder leiding van bands als Yellow Magic Orchestra en Southern All Stars kreeg de Japanse popmuziek steeds meer een eigen smoel. De term ‘J-Pop’ werd begin jaren ’90 door Japanse media gemunt om onderscheid tussen westerse en Japanse popmuziek te kunnen blijven maken.
Het genre kenmerkt zich door het relatief hoge aantal jongens- en meisjesgroepen. De overgeproduceerde dertien-in-een-dozijn muziek die zij maken is onder veel Japanners razend populair – al gaat het sommige fans daarbij meer om het uiterlijk van de zangers (denk aan de Backstreet Boys) en zangeressen (denk aan de Spice Girls), dan de daadwerkelijke liedjes. Maar opnieuw, waar ter wereld is dat niet zo. Niets mis mee ook, maar voor wie bereid is verder te kijken dan deze kauwgomballenmuziek is er nog meer te genieten.
De band die ik vandaag uitlicht, Ikimono Gakari, werd in 1999 opgericht in de prefectuur Kanagawa door leadgitarist Yoshiki Mizuno, ritmisch gitarist Hotaka Yamashita en zangeres Kiyoe Yoshioka. De groep ontleent zijn naam aan het moment waarop Mizuno en Yamashita elkaar ontmoetten, op de kleuterschool in 1989: zij hadden toen, zoals gebruikelijk in het Japanse onderwijs, de “planten-beurt” (gakari: verantwoordelijkheid, ikimono: planten) in de school.
De eerste jaren van hun carrière kenmerkten zich door vaak en veel optreden op straat – in Japan een gebruikelijke manier om de aandacht van producers te trekken – tot ze in 2006 onder de vlag van Epic Records Japan hun eerste single, genaamd Sakura (‘kersenbloesem’), uitbrachten. Sindsdien verschenen er niet minder dan zes studioalbums, twee compilatiealbums en 25 singles van het drietal.
Als je ‘Sakura’ luistert, vallen twee dingen op: ten eerste hoor je meer instrumenten dan Mizuno, Yamashita en Yoshioka tegelijk kunnen bespelen. Ikimono Gakari treedt sinds hun ontdekking in 2006 niet meer als trio op, maar op papier bestaat de band nog steeds maar uit drie personen. Het andere dat opvalt, is het gebruik van aanzwellende violen. Ikimono Gakari heeft daar geen patent op – in de J-Pop wordt over de gehele linie veel gebruik gemaakt van strijkinstrumenten – maar het is wel de band die de violen het meest constant, en daardoor ook het beste, inzet.
Anders dan je op grond van de songteksten zou verwachten – die zijn namelijk meestentijds vanuit vrouwelijk opzicht geschreven – worden de meeste nummers door Mizuno op papier gezet. Dat hij goed weet wat er onder zijn vrouwelijke toehoorders speelt, blijkt uit het razendsnelle tempo waarmee Ikimono Gakari Japan voor zich wist te winnen: elk album verkocht minstens 250.000 exemplaren (wat veel is voor een land waar het huren en van cd’s gebruikelijk is), en van iedere single die verschijnt vliegen er tienduizenden over de toonbank. Van hun bestverkochte single, Arigatou (‘Dankjewel’) werden er zelfs meer dan 260.000 verkocht.
Vorig jaar bereikte de roem van Ikimono Gakari een voorlopig hoogtepunt, toen de band door de Japanse publieke omroep NHK werd gevraagd om het themanummer voor de uitzendingen over de Olympische Spelen in Londen te schrijven. Het nummer Kaze Ga Fuiteru (‘De Wind Waait’) was daardoor in augustus 2012 meerdere keren per dag in miljoenen Japanse huiskamers te horen.
Het luisteren van J-Pop is een goede manier om enigszins bekend te raken met de taal. Ben je van plan om Japans te gaan leren? Begin dan met het luisteren naar de muziek van Ikimono Gakari. Weinig Japanse zangeressen zingen namelijk duidelijker (en zuiverder!), of worden muzikaal zo goed begeleid.
1 september 2013