Aan het begin van deze maand konden de inwoners van de metropool Tokyo een nieuwe gouverneur kiezen. Hoewel verschillende kandidaten zich verkiesbaar hadden gesteld, konden de nationale politieke partijen geen kandidaten binnen hun eigen partijen vinden. In plaats daarvan schaarden de politieke partijen en leiders zich achter de verschillende onafhankelijke kandidaten. Uiteindelijk heeft de verkozen kandidaat van de regeringspartij de verkiezingen gewonnen. Komt dit echter mede door de partijdigheid van de Japanse publieke omroep, Nippon Housou Kyokai (NHK)?
Hoewel de inwoners van Tokyo pas in 2012 een nieuwe gouverneur hadden verkozen, mochten ze afgelopen maand opnieuw naar de stembus. In december 2013 kwam immers naar buiten dat gouverneur Noaki Inose bij een financieel schandaal betrokken was. Gouverneur Inose bleek geld te hebben geleend van de leider van de Tokushukai-Ziekenhuisgroep, en zou dit niet gedeclareerd hebben bij de Japanse financiële autoriteiten. Nadat de overheid van Tokyo een onderzoek had ingesteld, diende gouverneur Inose op 19 december zijn ontslag in.
De verkiezingen voor een nieuwe gouverneur van Tokyo begin deze maand werden daarom een belangrijke populariteitstest voor de Japanse premier, Shinzo Abe, en zijn regeringspartij, de Liberaal-Democratische Partij van Japan (LDP). De LDP en de andere politieke partijen konden geen kandidaten voor het gouverneurschap vinden binnen hun eigen partij. In plaats daarvan schaarden ze zich achter de verschillende onafhankelijke kandidaten die meedingend waren voor de positie.
De LDP steunde een ex-lid van de partij, oud-minister Yoichi Masuzoe. Masuzoe was een aantrekkelijke kandidaat voor de LDP omdat hij een voorstander is van het herstarten van de Japanse nucleaire reactors, die sinds de ramp in Fukushima grotendeels stilliggen. Dit is een belangrijk beleidspunt voor de regering van Abe.
Aan de andere kant stond kandidaat Morihiro Hosokawa. Morihiro Osokawa was in de jaren ’90 kortstondig premier van Japan, en werd in zijn campagne gesteund door de populaire oud-premier Junichiro Koizumi. De campagne van Hosokawa richtte zich voornamelijk tegen het herstarten van de nucleaire reactors. Dit was een positie die lijnrecht tegenover het beleid van de overheid en van premier Shinzo Abe staat.
Op 9 februari was de opkomst voor de verkiezingen door de sneeuwstormen in Tokyo laag: slechts 46%. De inwoners van Tokyo die wel kwamen opdagen, verkozen Yoichi Masuzoe tot nieuwe gouverneur van de metropool Tokyo. Hij kreeg 42,86% van de stemmen; de door de Japanse Communistische Partij gesteunde Kenji Utsunomiya werd tweede met 19,93% van de stemmen. Hosokawa kon maar 19,39% van de stemmen vergaren.
De reden voor deze lage steun lag echter niet alleen bij het feit dat Hosokawa voornamelijk één beleidspunt benadrukte. Het was volgens de bekende academicus Tessa Morris-Suzuki ook het gevolg van berichtgeving bij de Japanse media, die Hosokawa neerzetten als iemand die niet wist wat er onder de bevolking speelde. Morris-Suzuki ziet dit als een teken van de politieke inmenging bij en de onpartijdigheid van de publieke omroep, de NHK.
Ze haalt aan dat de NHK een raad van bestuur heeft met 12 leden. In december 2013 nomineerde de regering van Shinzo Abe vijf leden voor deze raad, die qua politieke opvattingen dicht bij Abe aan zitten. Niet veel later stelde de regering ook een nieuwe directeur-generaal aan, Katsuto Momii . Hoewel deze mensen benadrukten dat ze onpartijdig zouden blijven, laten de verkiezingen voor het gouverneurschap een ander beeld zien.
Op 20 januari zei een freelance radio-omroeper voor de NHK, Peter Barakan, dat bepaalde omroepen hem hadden geïnstrueerd om tijdens de verkiezingen geen discussie te beginnen over de nucleaire reactoren. Niet veel later nam Toru Nakakita, professor Economie aan de Toyo-Universiteit, ontslag als commentator bij een radio-programma van de NHK. Hij gaf aan dat directeur van het programma hem verplichtte zijn commentaar over de kosten van het generen van nucleaire energie uit de uitzendingen te schrappen, omdat zulk commentaar de kiezers zou kunnen beïnvloeden. Tijdens de campagnes is een professor aan de Kobe Gakuin Universiteit er ook achter gekomen dat er bij investeringen in de politieke partij van kandidaat Masuzoe mogelijk wetten zijn overtreden. Akahata, de krant van de Communistische Partij, publiceerde dit verhaal. De mainstream zenders, waaronder de NHK, hebben het verhaal genegeerd en hebben Masuzoe nooit met de beweringen geconfronteerd.
De recente verkiezingen leiden dus niet alleen tot de vraag of deze kandidaat gesteund door de LDP ook echt een voordeel voor de LDP zal opleveren in de toekomst. Ze leiden ook tot vragen over de onafhankelijkheid van de media in Japan.
23 februari 2014