Japan, China, en Taiwan ruziën al vier decennia lang over de Diaoyu/Senkaku-eilanden in de Oost-Chinese Zee. Tijdens de zomer van 2012 sloeg de vlam opnieuw in de pan, zeker nadat Japan drie van de eilanden kocht van de Japanse privé-eigenaar. Hoewel het conflict nu langzaam uit lijkt te doven, heeft het wel nog steeds stille gevolgen die terug te zien zijn op de handelsbalans van Japan.
In September 2012 kocht de Japanse overheid drie van de vijf eilanden in de Diaoyu (Chinese naam)/Senkaku (Japanse naam)-eilandengroep van een Japanse eigenaar. Deze eilandengroep behoort volgens de Japanse overheid tot Japans grondgebied, maar China en Taiwan spreken dit tegen. Deze laatsten zien de Diaoyu/Senkaku eilanden als Chinees grondgebied, een claim gebaseerd op historische Chinese kaarten en documenten. China en Taiwan zagen Tokyo’s aankoop van de drie eilanden dan ook als een poging van de Japanse regering om de eilandengroep te nationaliseren, en zo de Japanse claim erop te versterken.
De Japanse overheid zag het echter als een manier om toekomstige problemen in de relatie met China en Taiwan te beperken. De ultranationalistische gouverneur van Tokyo, Shintaro Ishihara, was namelijk van plan de eilanden te kopen en er allemaal projecten uit te voeren, zoals het bouwen van een haven. De Japanse overheid wist dat dit onacceptabel zou zijn voor China en Taiwan, en dacht dus dat ze door de eilanden zelf te kopen de schade zou kunnen beperken.
Dat bleek niet het geval. De Chinese regering en bevolking vonden dat Japan de aankoop gebruikte om de Japanse claim te versterken, en zo die van China te verzwakken. Het versterkte het gevoel onder Chinezen dat Japan de eilanden van China gestolen had. In de maanden na de aankoop liepen de gemoederen dan ook hoog op. De diplomatieke betrekkingen tussen China en Japan werden moeizaam, mede doordat er een algemeen anti-Japan sentiment onder de Chinese bevolking ontstond. In diverse Chinese en Taiwanese steden braken er protesten tegen Japan uit.
Daarbovenop begon de Chinese overheid Japan uit te dagen: Chinese schepen begaven zich in wateren die door Japan geclaimd worden, en ook vlogen er meermaals Chinese vliegtuigen zonder toestemming over de Diaoyu/Senkaku eilanden heen. Eén van de Chinese schepen zou zelfs zijn schietradar op een Japans schip en een Japanse helikopter gericht hebben. Het conflict leek kortom steeds verder te escaleren.
Momenteel lijkt deze escalatie niet door te zetten. Er is weinig nieuws over het Diaoyu/Senkaku-conflict, de protesten zijn gestopt en de Chinese uitdagingen lijken minder te worden. Op de handelsrekening van Japan heeft het conflict echter blijvend indruk gemaakt. In de nasleep van september 2012 boycotte een groot deel van de Chinese bevolking producten van Japanse makelij. Ook nu lijkt deze boycot zich door te zetten.
Het Japanse Ministerie van Financiën brengt maandelijkse statistieken betreffende de handelsbalans uit, en vorige maand noteerde Japan het achtste handelstekort op rij. Dit is uitzonderlijk gezien het feit dat Japan een geschiedenis van handelsoverschotten heeft. Een deel van dit handelstekort valt terug te voeren op de dalende vraag voor Japanse producten in China, als gevolg van het Diaoyu/Senkaku conflict. Zo kan het conflict dus ook op de lange termijn Japan nog pijn doen.
4 april 2013