Ghost in the Shell is één van de meest populaire, best bekeken en invloedrijke anime ooit. De manga, Kōkaku Kidōtai, van Shirow Masamune werd in 1995 door regisseur Mamoru Oshii vertaald naar het grote doek en wordt algemeen beschouwd als een meesterwerk. Gedurende één uur en drieëntwintig minuten wordt bloedstollende actie afgewisseld met fascinerende dialogen en existentiële vraagstukken. Het werd dus hoog tijd dat er, in deze tijd van reboots en remakes, een Hollywoodspeelfilm van werd gemaakt. Een film waarin het Japanse hoofdpersonage wordt gespeeld door de niet-Japanse Scarlett Johansson. Weet deze film de sfeer van het origineel wel over te brengen? Hoe lang blijft een futuristisch verhaal zijn tijd vooruit? Als groot fan van de eerste verfilming besloot ik de gok te wagen en de film in de bioscoop te bekijken om deze en meerdere vragen beantwoord te zien.
Niet alleen de eerste Ghost in the Shell kon mij bekoren; Ghost in the Shell 2: Innocence, de tweede bioscoopfilm van Oshii en de animeserie Kōkaku Kidōtai: Stand Alone Complex spraken zeer tot mijn verbeelding. De futuristische cyberpunkstad Niihama die het decor vormt voor Ghost in the Shell loopt over van de sfeer die we ook kennen van jaren ’80 sci-fi films als Blade Runner. Het is het jaar 2029, en we volgen Major Motoko Kusanagi, een cyborg die in een synthetisch lichaam alleen nog haar eigen hersenen – haar ghost – heeft. Major Kusanagi is als agent onderdeel van Section 9, een eenheid van het Ministerie van Defensie die cyberterrorisme tegen moet gaan. Dat is hoog nodig, want in het jaar 2029 vervaagt de scheidingslijn tussen mens en machine. Kusanagi plugt zichzelf, net als vele anderen, in op het netwerk via de aansluitingen in haar nek. Kusanagi is dan wel de enige cyborg, maar haar team bij Section 9 beschikt ook over een keur aan upgrades.
Gelukkig vinkt de nieuwe film al deze elementen keurig af. Je merkt dat de film is geregisseerd en geproduceerd door liefhebbers van het origineel. Het decor voor de film is een futuristische, Aziatische stad die compleet uit beton opgetrokken lijkt te zijn. De neonreclames zijn vervangen door gigantische hologrammen – waarbij de toevoeging van 3D effecten voor de verandering eens wel de juiste keuze blijkt te zijn geweest. Ook de muziek bracht meteen diezelfde sfeer, met een knipoog naar de originele soundtrack uit ’95.
Welaan: ik vond deze Ghost in the Shell een mooie film en ik heb me bijzonder vermaakt. De film gooit alle remmen los om er een overweldigend visueel spektakel van te maken. Toch heb ik een probleem met de film. Dat is niet dat er niet goed gekeken is naar het origineel en hoe dit zo goed mogelijk nagemaakt kon worden; het probleem is dat het lijkt alsof de makers na de vormgeving van de wereld en de brute actiescènes vergeten zijn om voor diepgang te zorgen. De Japanse film- en animatieserie spreken juist tot de verbeelding omdat deze het bewustzijn als een tastbare entiteit proberen neer te zetten, in een wereld waarin het bewustzijn langzaam maar zeker los is geweekt van het menselijk lichaam.
De film focust heel bewust op het verhaal van Major Mira Killian, zoals het personage van Scarlett Johanson in deze versie heet. Er is bewust afstand genomen van de Japanse naam die de Major in de anime heeft. Bovendien heeft Johansson expliciet gezegd dat ‘haar’ Major geen ras heeft, en niet zonder reden: vanaf de dag dat werd aangekondigd dat zij deze rol zou vertolken in de Hollywood remake vielen critici on- en offline over elkaar heen om daar iets van te vinden. Aan de ene kant werd beargumenteerd dat Kusanagi niet per definitie een ras heeft; ze is immers een cyborg. Ondanks haar Japanse naam en spraak blijft ze een machine. Totdat we cyborgs zonder ras daadwerkelijk kunnen casten als zichzelf, werkt het contrast tussen een westerse actrice en haar overwegend Aziatische medespelers best goed. Anderen stelden dat ondanks het uiterlijk van karakters in deze en andere anime in het algemeen, de cast Japans is, Japanse namen heeft. Bovendien kan dit specifieke verhaal zich alleen maar in een Japanse setting afspelen. Maar omdat de personages in het origineel er, zoals in veel anime en manga helemaal niet Japans uitzien, heeft de Hollywoodversie zich wat dichterlijke vrijheid veroorloofd. De grote ogen, de piekharen in felle kleuren doen immers niet meteen aan Japan denken.
Voor de reden daarachter moeten we 60 jaar terug in de tijd. Na de Tweede Wereldoorlog en de atoombommen op Nagasaki en Hiroshima begon Japan aan de wederopbouw van haar economie. Japan keek naar Amerika en begon de populaire Amerikaanse cultuur en stijl na te bootsen, met succes. Zoals met zoveel buitenlandse inspiratiebronnen slaagde Japan er in om de westerse cartoons beter te maken dan de Amerikaanse tekenaars zelf, en deed hetzelfde met poppen en speelgoed. Japan verruilde niet haar eigen identiteit uit bewondering voor het westen, maar nam juist de westerse cultuur en invloeden op om zo haar eigen economie te verbeteren. Pas toen de Japanse economie tegen het einde van de jaren ’70 en begin van de jaren ’80 een comeback maakte dankzij elektronica en speelgoed werd anime een echt genre. Toen de Ghost in the Shell-manga in 1989 uitkwam, op het hoogtepunt van deze periode van technologische revolutie, was dat een schot in de roos. Apparaten maakten van Japan immers weer een grootmacht, wat de relatie die Japan met elektronica heeft uniek in de wereld maakt. Ghost in the Shell is een product van die relatie en dat een Amerikaanse regisseur een westerse actrice (hoe goed of beroemd dan ook) kiest om de rol van Kusanagi te vertolken, voelt daardoor raar.
In de originele Ghost in the Shell wordt meermaals de vraag gesteld wat het betekent om mens te zijn. Wat maakt jou menselijk als jouw complete lichaam uit machines bestaat? De bioscoopfilm beantwoordt deze vraag met een typisch Hollywood-antwoord: wat wij doen, is wat ons definieert. Bewustzijn zit hem dus in handelen. Heel veel dieper gaat de film helaas niet, maar dat is uiteindelijk maar goed ook: het script van deze snelle, spectaculaire actiefilm zou wellicht bezwijken onder het gewicht van de diepe vragen over kunstmatige intelligentie die in de originele serie worden gesteld. Dat het verhaal echter compleet draait om Major Mira Killian, die uiteindelijk toch meer van Kusanagi lijkt te hebben dan dat de film ons aanvankelijk doet geloven, doet deze franchise geen recht. Gelukkig slaagt de film er in om me te doen geloven dat deze dystopische samensmelting van mens en machine ons nog niet in de nabije toekomst te wachten staat.
Mijn eindoordeel? Zoals zo vaak tegenwoordig, zijn de verwachtingen bij de verfilming van zo’n iconische franchise torenhoog. Ga de film zien en ga er zonder verwachtingen in, je zult versteld staan. Ghost in the Shell is een bijzondere film, wat zeker voor remakes tegenwoordig steeds moeilijker blijkt te zijn. De film overtreft wellicht niet de stoutste dromen van de fans van het eerste uur, maar totdat iemand daar wel in slaagt grijp ik van harte elke kans om te ontsnappen naar dit fascinerende universum met beide handen aan.
Ghost in the shell: wél.