Nikko : Futarasan

Het liefst op een druilerige dag. De Futarasan schrijn (二荒山神社, Futarasan-jinja) bevindt zich slechts een voetpad verwijderd van de Toshogu in Nikkō. Deze shintoschrijn is veel ouder dan haar een tikje opdringerige gouden buur. In tegenstelling tot alle pracht en praal van de Toshogu is de Futarasan een toonbeeld van soberheid, waarbij het rood van de schrijn vooral als het enigszins regent samensmelt met het groen van de bomen. Prachtig spelen de horizontale lijnen van de langgerekte daken met de verticale stammen van de oneindig hoge hinoki-cipressen. U begrijpt het, dit is één van onze absolute favorieten.

Kenmerken

Dat de Futarasan tot de verbeelding spreekt vinden wij niet alleen: samen met de Toshogu schrijn en de boeddhistische Rinnō-ji staat de Futarasan-jinja op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Tussen de twee schrijnen is een verbindende kaarsrechte laan, de Kamishindo, die omzoomd wordt door de bomen, maar vooral indruk maakt door een onafzienbaar lange rij identieke stenen lantaarns, de zogenaamde tōrō. In de zomermaanden doen de cicaden of semi hun uiterste oorverdovende best om een gesprek onmogelijk te maken. En zo hoort het ook, een schrijn nader je niet keuvelend of koetjes en kalvend, een schrijn nader je met aandacht. Deze schrijn heeft een tweetal heilige katana of Japanse zwaarden onder haar hoede, die gerekend worden tot nationale Japanse schatten. De veel gefotografeerde rode gebogen – en daarmee heilige – brug, de Shinkyō, ligt weliswaar op een kilometer afstand van de schrijn, maar behoort formeel ook tot de Futarasan. Wie de brug zoekt, kan de bijgevoegde plattegrond raadplegen.

Historie

De Futurasan werd opgericht rond het jaar 767 door Shōdō shōnin, een overigens boeddhistische monnik die de leer van Boeddha naar Nikkō bracht. Hij stichtte hiertoe met name ook de vlakbij gelegen Rinnō-ji tempel. De goede monnik begreep dat hij de bevolking vooral mee zou krijgen als hij de al veel eerder aanwezige kami ook een permanente plaats kon bieden. En dan liefst niet binnen zijn eigen tempel, maar in een schrijn er naast. Haar naam ontleent de schrijn aan de berg Futarayama (二荒山) die tegenwoordig ook Nantai wordt genoemd. Beide namen staan voor ’twee ruige bergen’. De Futarasan wordt dan ook opgedragen aan de kami van de heilige bergen in deze regio: de bergen Nantai, Nyoho en Taro. Eén van deze kami is Aji-Suki-Taka-Hiko-Ne, een dondergod net als Bishamonten van de Zeven Geluksgoden en Kaminari, die we van de gelijknamige donderpoort bij de Senso-ji kennen. Als je het geluk hebt dat Aji-Suki-Taka-Hiko-Ne thuis is, wordt het spannend. Onweer in de bergen is adembenemend en indrukwekkend.

Tempelcomplex

Vanaf de Kamishindo-laan bereik je de Romon-poort. Daarop volgt een grote stenen torii en betreed je een grote open plaats in het bos. Hier is het kruiswoordpuzzelwoord ’tra’ uitgevonden. Dit is nog eens een tra. Langs de randen van het plein bevinden zich de diverse gebouwen die tot de schrijn horen. Ze zijn nagenoeg allemaal vermiljoen rood, maar in een doffe variant en ontberen het contrasterende wit op dakspanten en kozijnen. De leigrijze daken zorgen voor de  overgang naar de kleuren van de cipressen, bruin en groen. Er is ook een administratief gebouw dat geheel ongeschilderd in natuurlijk hout de grootste show steelt en als hoofdafbeelding voor dit artikel geselecteerd werd. Het verweerde hout, de boog van het dak, de matte glans van de verregende leien. De shimenawa, gevlochten streng van stro en de shide bliksemschichten, de ‘muizentrapjes’ van wit papier. Onweerstaanbaar.

Het grootste gebouw van het complex is de Haiden, de gebedshal. Daarachter ligt – zoals het hoort – de Honden, de woonplek voor de kami. De Honden is vergeleken met de Haiden verbazend klein, maar wie het complex bezoekt, weet de kami alom aanwezig. Het is in principe mogelijk om vanaf het complex een wandel-klimtocht te ondernemen naar de top van de Futarasan-berg. De stichter van de tempel deed dat als eerste. Meerdere malen, want steeds te moeilijk. Toen het hem uiteindelijk gelukte werd op de top een tempeltje opgericht. Shōnin erkende de macht van de berg en voelde dat hij een heilige plek te pakken had. In de loop der eeuwen hebben veel monniken als bergasceet hier eveneens hun oefeningen gedaan en hun levenslessen geleerd. Ook wij – eenvoudigen van geest – kunnen de tocht ondernemen, maar ondanks dat het pad wat is verbeterd, duurt de klim door het vochtige woud nog steeds vijf en een half uur. Mja. Da’s voor de liefhebber.

Zoals bij veel schrijnen vinden we ook in dit complex een stelling met opgetaste sake-vaten. De naam van zo’n rek is Kazaridaru, ‘decoratievaten’. Gelukkig zijn ze leeg en vormen ze geen gevaar voor de passanten tijdens een aardbeving. Ze zijn leeg, althans in fysieke termen. Ze staan natuurlijk bol van symboliek. Sake, of rijstwijn, brengt goden en mensen samen. Al eeuwenlang, en wij ondersteunen en begrijpen deze goede gedachte. Deze symbolische rijstwijn heet in shinto ook Miki, en wordt gevormd uit de kanji voor god en wijn.

Adres en bereikbaarheid

Futarasan Jinja
Tochigi Prefecture, Nikko, Sannai, 2307
Klik op de Googlemap hiernaast voor een virtuele rondwandeling. en zie hoe verscholen de jinja is in het woud.

De Tobu-lijn verbindt het Tokyo Asakusa-station direct met het Tobu-station van Nikkō, en is zeker de makkelijkste manier om er te komen. Deze sneltreinen doen er ongeveer twee uur over en kosten circa 1.360 yen. Gebruik maken van de Tohoku-shinkansen kan ook, maar is duurder en duurt gek genoeg veel langer. De Shinkansen zelf stopt niet in Nikkō.

Meer informatie

  • Tripadvisor laat ruim 500 prachtige foto’s zien van de Futarasan Jinja.
  • Nikko Futarasan Shrine Het complex wordt in beeld gebracht op dit Youtubefilmpje.
  • En ook met een diapresentatie via deze video op Youtube.
  • Shide, hoe maak je ze, en waartoe dienen ze. Youtube.
  • Shimenawa, hoe worden ze gemaakt, en waartoe dienen ze. Youtube.

De Shinkyō brug

De heilige Shinkyō brug (神橋) overspant de rivier Daiya. Deze vermiljoen rode gebogen houten brug wordt beschouwd als één van de drie mooiste bruggen van Japan. Hij is 28 meter lang en 7,5 meter breed en torent op het hoogste punt ruim tien meter boven de rivier uit. De brug is meerdere malen herbouwd. Water en hout zijn slecht getrouwd. Het model uit 1636 wordt daarbij steeds ongewijzigd overgenomen. Een gebogen brug is eigenlijk een shinto-brug, bedoeld voor  de kami, opdat zij eenvoudiger van de ene oever naar de andere kunnen reizen. In 1636 mochten – want wel praktisch – koeriers van de Toshogu-bouw van en naar het hof de brug gebruiken. Sinds 1973 mogen ook gewone stervelingen de brug betreden.

Draag een steentje bij

De Kamishindo, het lantaarnpad, is een holle weg. Aan de ene kant de al eerder genoemde rij tōrō, aan de andere kant een aarden wal waar de wortels van de reusachtige bomen soms bloot liggen. Op de wal en tussen de wortels zie je overal op elkaar gestapelde steentjes en keitjes. Duidelijk met mensenhand en zorgvuldig neergelegd in het mos. Het is niet zo dat de aarden wal ondersteuning behoeft. Wie hier een steentje neervlijt, draagt bij aan herinneringen aan dierbaren die er niet meer zijn. Het is een klein gebaar, anoniem. De kami van de berg waken ook over hen. Draag gerust een steentje bij.

Dit artikel maakt deel uit van de reeks Ken uw Tempel van Katern: Japan