Futaba, een nieuw begin

Als we hier in Nederland iets lezen over Fukushima gaat het altijd over radioactiviteit en “het gevaar”, terwijl er in het overgrote deel (97%!) van de prefectuur in Tohoku niets aan de hand is. We zijn nu zoveel jaar verder en Fukushima verdient het om het stigma van “gevaarlijk” kwijt te raken. Ik kom er regelmatig, voel me er thuis en het is daardoor een persoonlijke missie om vooral andere verhalen over Fukushima te vertellen.

Sinds 2017 bezoek ik Fukushima (prefectuur) bijna elk jaar. Mijn eerste reis naar de regio was als journalist, toen ik meeging op een perstrip georganiseerd door de Foreign Press Department van het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens die reis bezochten we verschillende plaatsen waar rijst en vis werden getest op radioactiviteit en interviewden we lokale fruittelers, vissers en ook bewoners. Hun verhalen maakten diepe indruk. Het jaar daarna kreeg ik samen met mijn man de kans om twee maanden in een huis in Koorimachi te wonen, een plattelandsstadje net ten noorden van Fukushima-stad. We werden vrijwel meteen opgenomen in de lokale gemeenschap en de warmte, toegankelijkheid en gastvrijheid van de mensen daar waren hartverwarmend. Sindsdien keer ik zo vaak mogelijk terug naar Fukushima, een plek die mijn tweede thuis is geworden.

De prefectuur Fukushima is geografisch opgedeeld in drie delen. Het kustgedeelte, Hamadōri, heeft historisch gezien een sterke connectie met de visserij en industrie. Het middelste gedeelte, Nakadōri, wordt beschouwd als het agrarische hart van de prefectuur en huisvest daarnaast de grootste steden, waaronder Fukushima-stad en Koriyama. Ten slotte is er Aizu, het bergachtige westelijke deel, dat bekendstaat om zijn rijke samurai-geschiedenis, onsen en traditionele ambachten. Elk van deze gebieden heeft een eigen identiteit binnen de prefectuur, en de gevolgen van de ramp van 2011 waren in elk gebied op een andere manier voelbaar.

Langs de kust in Hamadōri liggen de stadjes Futaba en Namie, ooit bruisende gemeenschappen met een bloeiende visserij en landbouw. Dat veranderde op 11 maart 2011, toen de verwoestende tsunami en de daaropvolgende kernramp bij de Fukushima Daiichi-kerncentrale deze plaatsen onbewoonbaar maakten. De inwoners werden geëvacueerd en jarenlang bleef de regio een verlaten gebied. Pas recentelijk zijn Futaba en Namie weer toegankelijk, en de vraag is: wat is de toekomst van deze getroffen plaatsen?

In al die jaren was ik nog niet in de gelegenheid geweest om naar in Futaba en Namie te gaan. Tijdens mijn verblijf in Fukushima-stad in november en december 2024 stond Futaba dus hoog op mijn lijstje. Joost Kralt, een Nederlandse vriend die Project Assistent Professor is bij het Internationale Centrum van de Universiteit van Fukushima, bood aan om samen te gaan met zijn auto. Hij woont al jaren in Koriyama en kent de regio goed. Omdat de kuststreek vanuit Fukushima-stad niet makkelijk bereikbaar is met het openbaar vervoer, was ik heel blij met zijn aanbod en samen gingen we op pad.

Futaba ligt op een steenworp afstand van de kerncentrale en werd na de ramp volledig geëvacueerd. Pas twee jaar geleden is de omgeving veilig verklaard en kregen voormalige bewoners de mogelijkheid om terug te keren. Maar de realiteit is hard: de meeste inwoners hebben een nieuw leven opgebouwd in een andere plaats, vaak zelfs in een andere prefectuur. Tijdens de ramp moesten 7000 inwoners worden geëvacueerd. Er wonen nu minder dan 200 mensen in het stadje. Toch is er een nieuw station, een modern stadhuis en gloednieuwe infrastructuur. De wederopbouw is in volle gang, maar het voelt tegelijkertijd als een stad zonder hart, zo zonder mensen.

We hadden afgesproken met de heer Hamada, een voormalig staatssecretaris van het Ministerie van Wederopbouw dat in het leven is geroepen na de ramp. In deze functie was hij nauw betrokken bij de wederopbouw van de kuststrook in Fukushima. Na zijn pensioen besloot hij zich te vestigen in Futaba. Onze afspraak zou oorspronkelijk bij hem thuis zijn. Een paar dagen ervoor was ik door gouverneur Uchibori benoemd tot Goodwill Ambassador van Fukushima, een grote verrassing en een grote eer natuurlijk. De heer Hamada had dat in de krant gelezen en vond dat ik ook de burgemeester van Futaba moest ontmoeten. Zo gaan die dingen, blijkbaar. We spraken af bij zijn huis en volgden hem daarna in de auto naar het stadhuis.

Burgemeester Izawa ontving ons hartelijk. Een opgewekte man die zijn leven lang in Futaba heeft gewoond en jarenlang als dierenarts werkte. Samen met de heer Hamada spraken we met hem over de wederopbouw van Futaba. Asano Nenshi, een groot bedrijf in textielgaren, heeft zich met een ultramoderne fabriek waar handdoeken worden gemaakt al in de stad gevestigd. De burgemeester hoopt dat andere bedrijven dit voorbeeld volgen, want er is letterlijk ruimte genoeg, ook voor landbouw. Er wordt op dit moment al broccoli verbouwd. Zijn ambitie is om in de komende vijf jaar het inwonertal op te krikken naar 2000. Dit lijkt misschien een bescheiden doel, maar gezien de leeg- en stilstand van de afgelopen jaren en het feit dat er weinig oorspronkelijke bewoners terugkeren lijkt het een behoorlijke opgave te worden.

In buurstad Namie is in 2023, door de centrale overheid in Tokyo, F-REI opgericht, the Fukushima Institute for Research, Education and Innovation Activities. Zij gaan de taken van het Ministerie van Wederopbouw overnemen. F-REI zal bestaande faciliteiten in Fukushima integreren en budgetten bundelen. Het instituut werkt samen met lokale overheden, inwoners, bedrijven en organisaties en, ik citeer, er zijn vijf hoofdthema’s geformuleerd: 1. robotica, 2. landbouw, bosbouw en visserij, 3. energie, 4. stralingswetenschap en geneeskunde en 5. kennis verzamelen en delen over nucleaire rampen. Vooralsnog zijn dit nog allemaal plannen alleen op papier, hoe er handen en voeten aan wordt gegeven is nog onbekend. Ikzelf proef ergens de wens om een tweede Tsukuba (succesvol internationale technologische broedplaats met bedrijven en onderzoekscentra in Ibaraki) te realiseren. Daar is natuurlijk niks mis mee, maar ik weet niet of daar een realistisch haalbaarheidsonderzoek aan ten grondslag ligt.

De gesprekken met de heren hebben wel mijn beeld bijgesteld. Het is natuurlijk een aangrijpend verhaal, de recente geschiedenis van Futaba (en alle stadjes rondom de kerncentrale). Joost en ik kregen na het bezoek aan het stadhuis ook een rondleiding in The Great East Earthquake and Nuclear Disaster Memorial Museum in Futaba. Daarna reden we langs een lagere school die verwoest was door de tsunami. Gelukkig zijn alle leerlingen en leerkrachten op tijd naar hoger gelegen gebied gevlucht, maar de omvang en kracht van de tsunami was nog zichtbaar. Even verderop konden we de betonnen dijk oplopen die na de ramp langs de kust is aangelegd. Daar hadden we een fantastisch uitzicht op de oceaan, die kalm kabbelend mooi lag te zijn. Maar als je je omdraaide, zag je de lege, kale vlaktes van wat eens stad was, en hoe destructief die oceaan was geweest. Rechts waren in de verte de toppen van hoge kranen zichtbaar, druk bezig met de ontmanteling van de kerncentrale.

De feiten zijn bekend maar het kijkt toch anders op de plek waar het echt gebeurd is. Het is rauwer en omvangrijker dan je je kan voorstellen. Fukushima heeft bijna 1700 mensen verloren door de tsunami en bijna 200 mensen zijn nooit teruggevonden. Direct en indirect zijn door de evacuaties in de loop van de tijd ook 2400 mensen overleden. Dat mogen we nooit vergeten. Maar nu de basis is gelegd voor de toekomst is het tijd om medelijden om te zetten in daadkracht en vertrouwen. Vertrouwen in de mogelijkheden die deze regio biedt voor bedrijven, start-ups, creatieve hubs, toerisme, bedenk het maar. De deur staat wagenwijd open. Hoe het zich allemaal gaat ontwikkelen, dat zal de tijd leren.

Dit bericht werd geplaatst in Veiligheid, Wonen en Huisvesting en getagd , , , door Ingrid Houtkooper . Bookmark de permalink .

Over Ingrid Houtkooper

Ingrid Houtkooper is japanoloog, schrijver en senior communicatieprofessional met meer dan 30 jaar ervaring in PR en corporate communicatie. Ze brengt jaarlijks een paar maanden door in Japan. Als Goodwill Ambassadeur voor Fukushima en voorzitter van de Nederlands-Japanse Vereniging (NJV) bouwt ze bruggen tussen Japan en Nederland. Ze geeft, in Nederland en Japan, lezingen en schrijft artikelen uitsluitend over Japan. Zo schreef ze onder andere voor Opzij en Flow over werkende moeders in Tokio, de Japanse badcultuur en het leven in Fukushima na de ramp. Haar artikelen zijn in meerdere talen verschenen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *