Dwars door Japan in Assassin’s Creed: Shadows

Fans hebben er lang op gehoopt en om gesmeekt, maar een paar jaar geleden was het dan toch eindelijk zover: Ubisoft kondigde aan dat haar belangrijkste spellenreeks Japan aan zou gaan doen. Assassin’s Creed: Shadows verscheen onlangs.

shadows

Om te begrijpen waarom dat belangrijk nieuws is, moeten we eerst kort terug naar het begin van de reeks, Assassin’s Creed, in 2007. Daarin neem je het als ‘Assassin’, sluipmoordenaar, in het Jeruzalem van de 12e eeuw op tegen Templars, kruisridders met in elk geval in dit universum kwade bedoelingen. Het wat simpele verhaal zat de verkoopcijfers niet in de weg. En als iets een succes is, zijn videogames net als films: dan komen er vervolgen. Gamers trokken sinds 2007 onder meer langs het Italië van de Renaissance, de VS ten tijde van de Amerikaanse revolutie, Victoriaans Londen, het oude Griekenland en het Engeland van de Vikingtijd.

En hoewel elk van die delen een stukje van een groter verhaal vertelt, is dat voor de meeste spelers 1) onbelangrijk en 2) bovendien vrij lastig te volgen, zeker voor nieuwkomers. Ubisoft besteedt er daarom wijselijk minder aandacht aan in nieuwere delen en laat spelers vooral doen waar de serie bekend om werd: klauteren, sluipen en – zodra je bent ontdekt – vechten of free-runnen, dwars door de geschiedenis. Het legde Ubisoft geen windeieren. In 2022 werd becijferd dat in totaal meer dan 200 miljoen Assassin’s Creed-games zijn verkocht, wat het tot één van de meest succesvolle reeksen ooit maakt.

Maar hoe divers en goed uitgewerkt de verschillende settings ook waren, toch wachtten veel fans al sinds dat eerste deel tot de serie Japan aan zou doen. De term ‘assassin’ stamt weliswaar uit het Arabisch, maar er is nóg een wereldwijd bekende associatie met sluipkunstenaars: de ninja uit Japan. Feit of fictie: dat maakt een Assassin’s Creed in Japan op papier de ultieme fantasie. En voor een groot bedrijf als Ubisoft met veeleisende aandeelhouders een voor de hand liggende keuze.

Exotische buitenlanden

Toch hield het bedrijf de boot jarenlang af, en dat is minder vreemd dan het misschien klinkt. In de jaren ’80 en ’90, Toen videogames nog een jonger medium waren, waagden westerse gameontwikkelaars zich met veel minder terughoudendheid aan games gesitueerd in exotische buitenlanden. Zonder er één voorbeeld uit te lichten, kan je wel stellen dat dit meestal geen fijnzinnige weergave van andere culturen opleverde. Dat was toen uiteraard ook al een probleem, maar de mensen over wiens cultuur die games gingen, hadden of kregen geen podium. Spelers hechtten er zelf misschien ook wel minder waarde aan – ook buiten videogames lag de lat wat culturele representatie betreft een stuk lager.

Maar de wereld is vandaag de dag een stuk kleiner geworden, zowel letterlijk – we vliegen meer dan ooit – als figuurlijk: via YouTube komt Japan en elk ander denkbaar buitenland in 4K op ieder gewenst moment je woonkamer binnen. En, belangrijker nog: videogames worden door een vele malen groter, en daarmee onherroepelijk diverser, publiek gespeeld. Bovendien heeft datzelfde publiek meer manieren dan ooit om makers ter verantwoording te roepen, mochten ze cultureel bochten afsnijden. Sommige ontwikkelaars laten zich daar overigens nog steeds niet door tegenhouden, maar dat is een verhaal voor een andere keer.

Shinobi

De ontwikkelaars bij Ubisoft namen daarom ruim de tijd voor Shadows. Sinds de verschijning van het vorige deel Valhalla in 2020 verstreken bijna vierenhalf jaar. Natuurlijk is dat óók een gevolg van de pandemie, maar al na een paar uur in Shadows is duidelijk dat Ubisoft zeer grondig en zorgvuldig te werk is gegaan.

shadows

De game begint eind 16e eeuw, in de provincie Iga (tegenwoordig onderdeel van de prefectuur Mie, ten oosten van Osaka). Een logische plek voor een Assassin’s Creed: spionnen en verkenners bekwaamden zich er in technieken en vaardigheden die tegenwoordig bekendstaan als ninjutsu, ‘sluipkunst’. Waar ’to asssinate’ letterlijk ‘iemand vermoorden’ betekent, ligt de nadruk bij ninjutsu op niet ontdekt worden. Naoe, één van de twee personages die je onder de knoppen krijgt, is een shinobi (de Japanse manier om het karakter 忍, ‘nin’, van ninja, uit te spreken).

Shinobi waren destijds een broodnodige aanvulling op het reguliere leger in Iga. Meerdere clans streden al meer dan 100 jaar vermoeiende veldslagen om alleenheerschappij over Japan, een periode die bekend staat als de Sengoku (‘Strijdende Staten’). In 1581 was één van de machtigste krijgsheren, Oda Nobunaga, erin geslaagd om het grootste deel van centraal Japan achter zich te verenigen. Iga was één van de laatste provincies in die regio die, mede door die shinobi, nog stand hield. Toch moest ook Iga zich datzelfde jaar toch gewonnen geven. Dat is geen spoiler, want het gebeurt helemaal aan het begin van de game en kickstart het verhaal: Naoe verliest haar thuis, en zint op wraak. Als speler mag jij ervoor zorgen dat ze die neemt.

Samurai

Naoe heeft niet echt bestaan, maar Yasuke, het andere hoofdpersonage, wél. Hij werd geboren in wat tegenwoordig Sudan heet, en door de Portugese Jezuïet Alessandro Valignano in 1579 als lijfwacht meegenomen naar Japan. Als de (vermoedelijk) eerste zwarte man in het land trok hij onwillekeurig de aandacht – óók die van Oda Nobunaga. Volgens de overlevering was deze krijgsheer geïntrigeerd door Yasuke’s fysieke verschijning en enorme kracht. 

Het genoegen was wederzijds: Yasuke werd snel onderdeel van Nobunaga’s inner circle, kreeg de titel van samurai, en was ook in de buurt toen Nobunaga in 1582 werd verslagen en seppuku pleegde. Daarna zwijgt de geschiedschrijving over Yasuke, wat zowel de makers als spelers van de game de vrije hand geeft om zijn levensloop verder te bepalen.

Geloofwaardig neergezet

Bij een verhaal dat zich zo nadrukkelijk vastknoopt aan de geschiedschrijving, is natuurlijk de vraag hoe realistisch, en kloppend, alles dat je ziet en hoort is. Mensen die hun levens wijden aan het bestuderen van dit tijdperk vinden ongetwijfeld zaken die net niet (of helemaal niet) kloppen. Tot onze niet-geringe opluchting durven we tegelijkertijd te stellen dat Ubisoft Sengoku-Japan hier geloofwaardig neerzet. Bij benadering, natuurlijk – er is geen beeldmateriaal uit die tijd, anders dan tekeningen. Maar toch: we zien de landschappen en steden zoals we ze kennen uit Ran, Kagemusha en alle andere samurai-films van Akira Kurosawa, en beide versies van Shōgun.

Het pampasgras ritselt, ’s ochtends hangt er nevel tussen de bomen en over de rijstvelden, in de lente dwarrelen de roze kersenbloesems, in de herfst de rode esdoornbladeren – Shadows toont het Japanse platteland en ruigere natuur zoals die er op plekken nu nog uitziet. Maar ook de dorpjes en steden ‘kloppen’. Op laagbouw liggen de kenmerkende stenen om te voorkomen dat de houten panelen wegwaaien, kura (pakhuizen) zijn voorzien van dikke, stenen luiken, kastelen hebben uguisubari, nachtegaalvloeren die fluiten ter bescherming tegen insluipers, en op de daken prijken de kenmerkende goudkleurige shachihoko, karpers met het hoofd van een draak of tijger. De game is volledig in het Engels speelbaar, maar voor totale onderdompeling is er een ‘immersive mode’: de personages spreken dan vroegmodern Japans en Portugees. We kunnen nog veel meer voorbeelden noemen, maar zeker is dat Shadows is met aandacht en oog voor detail is gemaakt.

Digitale toerist

Hoewel het verhaal je aanmoedigt om bepaalde plekken in een zekere volgorde te bezoeken, kan je in de open wereld van Shadows vanaf het begin vrijwel overal gaan en staan. Wil je liever digitaal de toerist uithangen? Bewonder de tot in het kleinste detail nagemaakte Kiyomizu-dera, Todai-ji, of het Gouden Paviljoen en nog tientallen andere heiligdommen, raak verdwaald in het gangenstelsel rondom het kasteel van Himeji, of aanschouw het kasteel van Osaka in aanbouw. In een speciaal menu ontgrendel je ook algemene informatie over alle historische plekken die je bezoekt en voorwerpen die je verzamelt.

Dat al die plekken zo goed lijken, zorgde in maart voor controverse in Japan en leidde bij een persconferentie zelfs tot vragen aan de premier, Shigeru Ishiba. In de game wordt de Itatehyōzu-schrijn vernietigd, en dat bleek reden genoeg voor een conservatieve politicus om zich hardop af te vragen of dat mensen in het echte leven niet op ideeën zou gaan brengen. Ishiba suste dat soepel, en er is ook niets voorgevallen sindsdien, maar het sentiment is ergens wel te begrijpen: Ubisoft heeft voor zover bekend geen toestemming gevraagd om deze of andere heiligdommen na te bouwen. Tegelijkertijd is het argument dat videogames tot agressie op grote schaal in de echte wereld leiden nog altijd niet bewezen. En het is ook niet helemaal eerlijk: in games van Japanse makelij gaan ook geregeld heiligdommen in vlammen op.

Maar dat neemt niet weg dat er wel zorgvuldig met Japans erfgoed moet worden omgesprongen, ook digitaal. Dat is iets wat Ubisoft ook actief benadrukt: hoewel je makkelijk op en over alles heen klautert, raadt de game je actief af om op torii, de kenmerkende houten poorten bij heiligdommen, te klimmen.

Is Shadows een aanrader?

Dan rest de vraag: is Shadows iets dat je moet spelen? Het hangt heel erg af van waar je naar op zoek bent. Assassin’s Creed-games zijn vaak lang (soms iets te), niet de meest uitdagende spellen, en sowieso erg repetitief van aard: verken een gebied, sluit bondgenootschappen, en verover het kasteel. Aan de andere kant zijn er nog niet veel games geweest waarin Japan met zoveel aandacht voor detail, en op deze schaal, te bewonderen is. Het biedt spelers de kans om zich volledig onder te dompelen in een zorgvuldig nagebouwde versie van Sengoku-Japan. Daar zeggen wij, en meer dan 2 miljoen anderen tot nu toe, geen nee tegen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *