Tijdens mijn opleiding volgde ik een vak over de toekomst van mens en media. Denk aan virtual reality, augmented reality, cyborgs. Onderdeel van het vak was om een aantal films rond dit onderwerp te kijken. En zo vond ik mijzelf een keer om 8 uur ‘s ochtends in de Utrechtse bios bij de anime en sciencefictionklassieker Ghost in the Shell uit 1995.
De scène die me het meeste bij is gebleven is van een man die zijn mechanische vingers gebruikt om met bovenmenselijke snelheid te typen. En nog steeds fascineert het shot me. Enerzijds toont het hoe technologie de natuurlijke beperkingen van de mens kan doorbreken. Anderzijds voel je dat er iets van het mens zijn is verloren gegaan. De robotvingers zijn subtiele mechanische meesterwerkjes, maar eveneens een brute verstoring van een universeel mensbeeld. Met de mensenhand hebben we vuur gemaakt, het wiel uitgevonden, het land geploegd. Maar in Ghost in the Shell zijn die handen rücksichtslos vervangen en bestaat dat stukje oermens niet meer. Op een visueel uitgesproken manier weet deze scène een abstract idee over te brengen. Het is voor het eerst dat ik de magie van anime zag.
De vloek van LimeWire en werk
Ik moet bekennen dat de fascinatie voor anime niet gelijk doorzette. Via Limewire trok ik nog de Ghost in the Shell-serie Stand Alone Complex binnen, maar tegelijkertijd downloadde ik alle albums van Joy Division en Siouxsie and the Banshees. Die laatste kregen voorrang en aandacht. Daarnaast begon ik te schrijven over games en rolde zo mijn eerste baan in de game-industrie in. Anime heeft zodoende jarenlang op mijn lijstje van interesses gestaan, maar zelden bovenaan.
In de jaren erna keek ik wel naar veel Ghibli-films. Ik herkende hun visuele pracht, las wat recensies. Maar ik keek ze ook vanuit een soort plichtsbesef. Dat krijg je als je een vrij brede mediastudie doet en er ook in werkt: je wilt vooral breed onderlegd overkomen. Spirited Away heb ik lange tijd bestempeld als een ‘mooie film’, simpelweg omdat ik de film wel gekeken, maar niet ervaren had. Gelukkig heb ik mijn begrip later alsnog weten te verdiepen.
Studie- en daarna beroepsmatig steeds met media bezig zijn zorgt er enerzijds voor dat je erg openstaat voor nieuwe media-ervaringen. En de kans ook krijgt om het te ervaren. Maar tegelijkertijd glijd je snel van het ene naar het andere. Tijd om te reflecteren of een diepe connectie voelen met werken is er vaak niet bij.
Anime, binnen op een bank
Gerard van Nieuwenhuijzen is een van de co-hosts van Een Geanimeerd Gesprek, een Nederlandstalige podcast over anime. Om de week praten Gerard van Nieuwenhuijzen, Jocelyn van Alphen en Kevin Rombouts je helemaal bij. Van nieuwtjes en kijktips tot deep dives.
Die tijd voor reflectie kwam alsnog door corona. Ik binnen op de bank en een lockdown buiten. Werken in de media deed ik op dat moment al jaren niet meer en ik voelde geen enkele verplichting overal maar van op de hoogte te zijn. Eindelijk deed zich de kans voor om op mijn lijst van interesses wat anime bij te kijken. Dus ik begon wat klassiekers te kijken: Neon Genesis Evangelion, Steins;Gate, Mob Psycho 100, Fullmetal Alchemist: Brotherhood. En daarna hoog aangeschreven series. En daarna minder hoog aangeschreven series. En nu, 3 jaar later ben ik opeens 300 series+films verder.
Anime was een troost in de beginmaanden, zeker. Ik kon mijn tijd kwijt in het kennismaken met een nieuwe beeldtaal die me al die jaren geleden in een muffig bioscoopzaaltje in het oude Hoog Catharijne ook al had gegrepen. Ik kon putten uit een rijke catalogus vol meesterwerken die immer blijft groeien. Ik had tijd en energie over om bij te lezen over de makers, over de ideeën van een film of serie en pakte er boeken bij die me hielpen de geschiedenis van anime te kennen
Het is onmogelijk om een allesomvattende beschrijving te geven wat anime voor mij in die tijd werd. Van een vage interesse werd het misschien wel eventjes bijna alles. Wat moest ik anders? Het was in ieder geval meer dan vijf afleveringen lang een spirit bomb opladen zoals in Dragonball Z. Het werd meer dan de kracht van vriendschap uit Pokémon. Meer dan die typscène uit Ghost in the Shell. En daar kwam het niets bij: soms is anime ook gewoon niets. Dan bestaat het gewoon vanwege de mooie plaatjes of omdat het speelgoed verkoopt, Gundam bijvoorbeeld. Zo simpel kan anime dan ook weer zijn. En wat anime is: dat ligt ook aan waar je als kijker naar op zoek en aan toe bent.
Het hoeft geen ‘cinema’ te zijn
In het kijken naar al die films en series kristalliseerden zich uiteindelijk smaken en voorkeuren uit. Mijn favoriete type anime wordt waarschijnlijk gevoed door mijn uitgebreide media-ervaring. Het zijn werken waar de magie van anime voor mij het duidelijkst wordt. Voor het gemak noem ik het maar subversieve werken. Om een laatste keer terug te keren naar Ghost in the Shell. De hoofdrolspeelster Motoko Kusanagi is een cyborg-politieagent. Zij doet zo plichtsbewust haar werk dat de vraag rijst of zij daadwerkelijk nog agency (no pun intended) heeft in de dystopische technocratische staat waarin ze leeft. En tegelijkertijd is zij een van de krachtigste vrouwen die je ooit in een film zult zien, fysiek en mentaal. Een tragische heldin en je voelt vanaf moment één dat een echt happy end er nooit in gaat zitten.
Een andere absoluut persoonlijk favoriet is de serie Land of the Lustrous. In een verre toekomst is de mensheid uitgestorven en bestaan er onsterfelijke levende edelstenen die herinneringen opslaan in hun lichaam. Breekt er een stuk af, dan is een herinnering kwijt. De hoofdrol is weggelegd voor de haast puberale Phosphophyllite, een zeer broze edelsteen die maar moeilijk betekenis aan haar bestaan weet te geven. Want door haar breekbaarheid is ze een makkelijke prooi voor de van de maan afkomstige Lunarians die jagen op de edelstenen. In haar zoektocht naar de waarde van haar bestaan, verliest ‘Phos’ onderweg letterlijk delen van haarzelf. Met beelden en muziek uit het Boeddhisme, filosofische vragen over lotsbestemming en Theseus’ Schip, en slimme inzet van 3D-technieken is Land of the Lustrous een unieke ervaring.
Maar anime hoeft geen ‘cí-ne-mààà’ te zijn zoals een vriendin van me zou zeggen, om toch zijn onderscheidende kwaliteit tentoon te spreiden. De slice of life-serie Non Non Biyori bijvoorbeeld en eigenlijk het hele animetypische genre in zijn geheel. Slice of life pretendeert geen verhaal van A tot Z te vertellen, maar toont slechts een stukje uit iemands leven. In het geval van Non Non Biyori zien we het slome maar toch enerverende leven van schoolmeisjes die op het platteland wonen. Het toont hoe verveling van kinderen echt iets anders is dan verveling van een volwassene bijvoorbeeld. Of, als je het op hebt staan als bewegend behang: grappige kinderen die in (niet hele grote) problemen komen.
(On)diep als de zee
Anime is vaak recht door zee, maar de zee is diep. Pak een clip van Ghost in the Shell en het ziet er ‘cool’ uit. Land of the Lustrous oogt ‘apart’. KonoSuba lijkt ‘grappig’. Een prima en juiste classificatie. Eentje die precies aansluit bij de eerste indruk die anime op menigeen maakt. En ook een waardering die past als je mediapalet breed is of de tijd korter dan je kijklijst. Ik kan erover meepraten.
Maar heb je tijd over en óver, dan komt de weelde van anime tot leven. De uitgesproken subtiliteit van anime weet je aan het denken te krijgen. Onafhankelijk van stijl, genre of jaar van uitgave. Anime is tijdloze magie. Dus als je nu geen tijd hebt: voel alsjeblieft geen tijdsdruk. Want juist door te haasten loop je kans om de betovering te missen.
23 augustus 2023