Kunstvoorwerpen springen in het oog. En zonder het te beseffen wordt dat gefaciliteerd door het kader dat bescheiden en subtiel jouw focus bepaalt. In Japan zijn niet alleen de kunstvoorwerpen prachtig, ook de kaders verdienen de hoofdprijs. In dit artikel geven we een aantal voorbeelden van deze een tikje ondergeschoven kindjes.
Elk schilderij verdient een lijst. Een kamerplant hoort in een ompot. Fruit ligt mooist op een schaal. De lijst, de pot en de schaal vormen het kader voor de te tonen objecten. Soms vinden we het kader fraaier dan het onderwerp, bij het programma Tussen Kunst en Kitsch wordt niet zelden een feestelijk geornamenteerde lijst om het schilderij heviger aangeprezen dan het eigenlijke voorwerp. Dat heeft te maken met smaak en tijdsgewricht. Wie vandaag een afbeelding in wil lijsten gaat naar het Zweeds warenhuis en kiest een strak sober wisselframe dat bovendien spotgoedkoop is. De lijst speelt “de tweede viool”. Maar hij is er wel en is onmisbaar. Praktisch gezien om de prent te kunnen hangen en beschermen, maar vooral ook om een kader te scheppen. Hier houdt het schilderij op, daar begint de muur. Focus!
Japan heeft een lange traditie in het kaderen, het aanbrengen van focus. Tal van objecten, plat of ruimtelijk, worden al eeuwenlang volgens een vast format gekaderd en ondersteund. Wie de aandacht van de prent even wil verschuiven naar de omlijsting gaat het zien, wie van de kroon naar de voet van de bonsai kijkt, ziet het. En wie van het object naar de sokkel kan zien, gaat het merken: hier is over nagedacht. De kaders zijn bewust bescheiden, maar weten het onderwerp van aandacht treffend uit te lichten. Laten we het met deze drie voorbeelden verduidelijken.
Het kader om de kakejiku
Een kakejiku of kakemono is een Japanse rolschildering of kalligrafie die meestal met randen van zijden stof op een flexibele rug is bevestigd, zodat deze kan worden opgerold om hem te bewaren. Deze ‘hanging scrolls’ worden traditioneel in de tokonoma, de nis voor contemplatie in het Japanse huis tentoongesteld en volgen de seizoenen. Ze dienen dus gewisseld te worden en opgerold nemen ze – geniaal – weinig ruimte in. De rolprent of gekalligrafeerde tekst is steevast langwerpig en het zijden of brokaten kader versterkt dat nog eens extra. Het kader bestaat uit vier delen: het bovendeel is de hemel, de onderkant verbeeldt de aarde en aan de zijden treffen we de pilaren die de hemel en de aarde ondersteunen. Vaak is er nog een extra ingelegd kader om de afbeelding in een afwijkende kleur brokaat en niet zelden een tweetal gouden banen boven en onder. Bijna altijd is de hoogte van het aardedeel de helft van de hemel. En zo hoort dat natuurlijk. Maar er is ook een praktische reden voor: kakejiku werden in vroeger tijden vanuit een knielende positie bekeken: het te genieten onderwerp bevond zich zo op ooghoogte.
In het westen kiezen we van oudsher voor een passe-partout, een veelal wit kartonnen kader tusen prent en lijst, dat aan alle zijden even breed is. Als lijst en de prent niet in verhouding zijn wordt gekozen om dan het onderste deel meer hoogte te geven. Wij zijn duidelijk geen knielers maar stoelzitters van huis uit. Tegenwoordig laten we het karton ook weg en raakt de prent de lijst. Wanneer het niet past, schuwen we niet om dan een stukje van de prent te knippen.
Brrrr… terug naar de kakejiku: aan de onderkant van de aarde is een ronde staaf aan het brokaat bevestigd. Deze noemen we de jiku-gi en vormt de as waar omheen de scroll wordt opgerold. aan de beide einden van deze roede zijn knoppen bevestigd – de jiku – die gebruikt worden als handgrepen tijdens het oprollen. Ook boven aan de scroll bevindt zich een houten roede. De onderste is echter vaker zwaarder en meer versierd. Ook hier is over nagedacht: waar de bovenste roede dient om de scroll op te hangen, geeft de onderste gewicht aan de stof zodat de afbeelding mooi strak getrokken genoten kan worden.
De schaal van de bonsai
Veel ondiepe potten of schalen kunnen dienen als een pot voor een bonsai-boom, als ze maar aan bepaalde vereisten voldoen. Er moeten natuurlijk drainagegaten zijn, en draadgaten zodat de boom vastgezet kan worden in de pot. Ze mogen gemaakt zijn uit keramiek, cement, of tegenwoordig ook kunststof. De klassieke bonsaischaal is vervaardigd uit steengoed of porselein en is hard gebakken. Niet voor niets: de schaal mag geen water absorberen. De oranje terracotta potten uit het tuincentrum vallen dus af.
Toch zijn er naast de functionele eisen aan de pot nog andere richtlijnen waar de bonsaikweker rekening mee houdt: de schaal dient de uitstraling van de boom te ondersteunen en versterken: een mannelijk vormgegeven boom verdient een mannelijke pot. Diep, hoekig, strak van lijn en op hoge poten. Een vrouwelijk aandoende plant verdient een schaal die lager is, zacht van lijn en bescheiden voeten heeft. Mannelijke potten zijn ruw, de dames zijn ronder en glad. Ook in de bonsaiwereld dient de schaal, het kader, in harmonie te zijn met de de boom, de hoofdrolspeler. Hoe bescheiden ook, zonder schaal geen bonsai.
De sanpō onder de kagamimochi
Vast onderdeel van de rituelen rond het inluiden van een nieuw jaar is het thuis tentoonstellen van de kagamimochi. Een tweetal gestapelde mochi-rijstcakes afgetopt met een Japanse daidai, een bittere mandarijn. Als een sneeuwpop met een oranje hoofd. Mét, oh traditie, nog een citrusblaadje er aan en een tweetal papieren bliksemschichten.
Je treft deze ‘spiegel-rijstcake’ in de bovengenoemde tokonoma thuis, maar ook in schrijnen en vooral ook in judo, karate en aikido-dojo’s. Op de tweede zaterdag of zondag van januari wordt de kagamimochi gebroken en ritueel gegeten. Dat het maar een goed (vechtsport-) jaar moge worden.
Tot die tijd moet de mochi echter worden tentoongesteld. Om de bescheiden witte cakes de importantie te geven waar ze recht op hebben worden ze getild op een sanpō ((三宝)). Dit is een kleine traditionele bijzettafel van bamboe. Bijzettafel doet de sanpō te kort; het is eerder een reis-altaartje. De voet en het tafelblad zijn los van elkaar. Sanpō worden geleverd in verschillende maten en zowel blad als voet kunnen als Russische matroesjka’s in elkaar worden geschoven zodat er maar heel weinig ruimte wordt ingenomen wanneer ze weggeborgen moeten worden of vervoerd.
Een sanpō is rank. Regels dicteren een drietal schuingesneden openingen aan voor- en zijkanten van de voet, het blad is vierkant maar heeft schuine kanten op elke hoek om de elegantie te benadrukken. De voet van het tafeltje zorgt voor stabiliteit, maar is de helft minder breed dan het blad. Het lift het te presenteren voorwerp van de gewone vloer. Het blad biedt ruimte, maar dat betekent niet dat het vol gelegd moet worden. Het is juist de bedoeling dat de blanke en graag ongelakte bamboe het ruime kader schept om het voorwerp.
Ondersteunende kaders
Het begrip Kader kan ook getransponeerd worden naar de mensenwereld. Oorspronkelijk met dezelfde betekenis; het kader, de staf of het management zorgt voor de ondersteuning en facilitering van het primaire proces in het bedrijf of organisatie. In veel media is tegenwoordig vooral het kader in het nieuws en raakt het primair proces op de achtergrond. In de wereld van de kunst en van het etaleren, is de functie van het kader ongewijzigd. Hierboven werden drie willekeurige voorbeelden uitgelicht in een onafzienbare reeks van kunstige kaders. Nu je deze ‘gezien’ hebt zullen je ook andere opvallen. De kunstige steun voor elke sensu (gedecoreerde papieren waaier), de stof van de furoshiki (de inpakdoek voor cadeau’s) of de altijd zwarte kleding van de bunraku (poppenspeler). In Japan strak gedefinieerd in regels en formats. Na eeuwenlang schaven vormgegeven met ultieme perfectie. Bescheiden en subtiel, en toch onmisbaar en vooral intrinsiek ook prachtig. Vandaag zetten we de kaders even op een eigen voetstuk. Om ze te eren.
12 februari 2019