Het schooljaar is weer begonnen evenals het nieuwe televisie-seizoen. In een van zijn eerste uitzendingen van zijn Dagelijkse Kost maakt Jeroen Meus dan ook een liefdevolle school-lunch voor zijn 4-jarige zoon Georges. In de lunchdoos gaan geen boterhammen, maar neen, gehalveerde wraps met omelet, kees en hesp. En radijs, al is is Georgeske daar niet zo van. Er gaat een potje zelfgemaakte whisky-cocktailsaus-zonder-whisky bij en een en ander wordt afgetopt met een dessert van boterhammen met chocopasta en banaan. Het had een Japanse bentō kunnen zijn.
De kijkers op de bank genoten van het gerecht, van Jeroen, van zijn liefde en van zijn vertrouwen in Georges. Daarna kwamen de vragen. Zou Georges het inderdaad lekker vinden, zou hij alles opeten. Het leek nogal veel. Zouden de radijzen toch ook opgaan? Zou hij beginnen met de chocopasta of met de groentewraps?
Aangezien de kijkers in dit geval zelf werkzaam zijn in het Nederlandse onderwijs en dagelijks werken en “overblijven” met kleuters van dezelfde leeftijd als Georges, kwamen er nog wel meer vragen op. Zomaar wat voorbeelden:
Wat zou het commentaar zijn bij het openen van de lunchdoos? Wordt het een knoeiboel?
Waar wordt het opgegeten? In de groep op tafel? Eet hij vaker wraps of wordt hij onaangenaam verrast? Welke ouders investeren zoveel tijd in het voorbereiden van de trommel? Zijn alle ouders zich actief bewust van de schijf van vijf? Als het niet opgaat, krijgt ie dan klappen? Zit er ook een servet of washand bij om de mond en handen nadien te “kuisen”? Hoe wordt het samen eten ingepast in het schoolprogramma?
In Vlaanderen en andere ons omringende landen gaat het overblijven beslist relaxter dan bij ons; de hierboven opborrelende vragen komen uit de dagelijkse praktijk. Van onze buurlanden hebben we het zogenaamde continurooster overgenomen: de kinderen gaan tussen de middag niet naar huis, maar blijven over. (Werkende) ouders zijn daar heel blij mee en de kinderen zijn wat vroeger uitgeleerd. De leerkracht eet samen met de kinderen de lunch, er wordt nog even buiten gespeeld en dan weer snel verder. Voor eten en uitbuiken staan 45 minuten tot een uur.
In de praktijk eet de leerkracht in een kleutergroep helemaal niet, daar wordt niet aan toegekomen. Een groep vol vier- en vijfjarigen in Nederland is minder zelfstandig dan op de tekentafel bedacht. “Dat lust ik niet”, “juffrouw mijn melk is omgevallen”, “wil je een beginnetje maken met het schillen van mijn mandarijn”, “juffrouw, hij zegt dat er varkensvlees in mijn eten zit…huuuh”. In de praktijk komt er heel wat ongezonds mee naar school ondanks de dringende adviezen aan ouders om dat nu juist niet te doen. Veel van de reut komt rechtstreeks uit de niet zo beste supermarkten. Kinderen krijgen de verpakkingen niet open. En wanneer er tijdens het eten een filmpje wordt opgezet, zijn de kinderen daarvan zo in de ban dat ze vergeten te eten.
Dat het geen pan wordt, is te danken aan de leerkracht. De professionele multitasker, de trooster, aanmoediger, en organisatie- en hygiëne-deskundige. De bezige bij én Truus de mier. De trommels gaan leeg, de kleren blijven schoon, de handen en mondjes gewassen met elke dag nieuwe washandjes (die juf alle dertig elke dag thuis wast) en er kruipen geen maden door de klas. Woow.
Alle hulde voor de leerkracht. Maar waarom is dit een beeld dat zoveel leerkrachten zullen herkennen in Nederland? En, kan dat niet anders?
Zoals de bentō uit Japan door de wereld omarmd wordt, verdient het ook aanbeveling om eens te kijken naar het schoollunch programma in Japan : Kyoshoku.
De bentō-box
Bentō-boxes, 弁当 of べんとう, gevulde lunchtrommels, bestaan in Japan uit rijst, een gerecht wat vaak rijk is aan proteïne, en groentes. Over het algemeen geldt dat een bentō:
- goed volgepakt moet zitten;
- vooral gezonde ingrediënten moet bevatten;
- 3 delen koolhydraten bevat (zoals rijst/pasta/brood etcetera);
- 1 deel proteïne, zoals tofu, ei of vlees(waren);
- 2 delen groente of fruit. (waarbij het fruit als snack gezien wordt.)
De bentō-box is ontstaan vanuit een hele praktische manier om overal te kunnen eten, maar is inmiddels doorgegroeid in een leuke manier van het presenteren van eten. In Japan is het heel normaal om veel tijd in de bentō’s te steken. Veel ouders hebben een heel sterke competitie onder elkaar om hun kind de mooiste bentō mee te geven naar school. Tegenwoordig worden er grappige en vaak bekende figuurtjes gemaakt van de lunch voor kinderen.
Kinderen zijn dan ook verrast door de vormgeving, ze kijken niet op van de ingrediënten. In Japan heet niemand de Boer, en wat ie niet kent dat vreet ie niet is in Japan nagenoeg onmogelijk, want ‘not-done’. Kinderen eten thuis veel vaker wat de volwassenen ook eten. Japan is geen land van kniesoren.
Zelfstandigheid met bentō
Japanse kleuters zijn zelfstandiger dan hun leeftijdsgenoten elders. Zij slagen er uitstekend in om met stokjes een rijstbal naar binnen te werken zonder knoeien. Deze vaardigheid en zovele andere gericht op zelfredzaamheid en manieren worden (nog steeds) thuis geleerd.
Eten is ook educatie
In ons beschreven voorbeeld is de maaltijd een pauze-activiteit. Kinderen moeten kunnen bijkomen van de periode spelen en leren, zodat ze daarna weer nieuwe informatie kunnen opdoen en vaardigheden kunnen oefenen. Nog niet zo lang geleden gingen kinderen tussen de middag voor anderhalf uur naar huis, of bleven ze over in de tussenschoolse opvang. Pauze, bijkomen, opladen, zie maar wat je doet. De eerste drie bewoordingen golden ook voor de leerkracht.
In Japan denken ze daar anders over. Er wordt bewust gegeten, samen gegeten, er wordt ingegaan op de ingrediënten en hun belang. De vaardigheid van het eten, tafelmanieren, het schoonmaken van de vaat, afvalscheiding, korvee, de persoonlijke verzorging, er wordt actief en bewust aan gewerkt.
School Lunch in Japan – It’s Not Just About Eating!
Kyoshoku (Schoolmaaltijden)
Ofschoon het lijkt dat elke ochtend honderden moeders zich te buiten gaan aan het maken van de meest fantastische lunchtrommels voor hun kroost, is dat in werkelijkheid niet zo intensief. Japan kent ook een lunchprogramma waarbij de lunch tegen een vergoeding door de school verzorgd wordt.
Dit lunchprogramma werd na de tweede wereldoorlog overgenomen van de Amerikanen (en verbeterd). Aanvankelijk was het lunchprogramma bedoeld om de naoorlogse hongerende kinderen van de basisschool bij te spijkeren. In 1954 werd het programma via de School Lunch Law door de regering ook opgeschaald naar de Junior Highschools. Er wordt getracht om zoveel mogelijk lokale of regionale ingrediënten en producten te gebruiken. Er staan geen automaten, je eet wat er geserveerd wordt. De gemeente draagt de kosten voor arbeid en voorzieningen, de ouders betalen de ingrediënten. Voor ongeveer 300 Yen (3 euro) eet je genoeglijk en gezond. Per toerbeurt neemt een aantal leerlingen het uitserveren waar. Deze kyoshoku toban dragen daartoe witte jassen en handschoenen en hygiene-maskers. Het eten wordt in de klas gegeten en bewust niet in een cafetaria. Eten is een activiteit van de groep.
Vaak hebben scholen hun eigen keuken, maar ook worden de lunches betrokken van speciale lunch-centers gespecialiseerd in het vervaardigen van schoollunches voor kinderen. Leerlingen kijken tijdens het eten niet naar pikachu, maar doen wetenswaardigheden op over de visserij of de teelt van groenten. Ouders worden ook regelmatig uitgenodigd om mee te eten en zo de constante kwaliteit van het eten te laten testen. Natuurlijk wordt ook zo gepoogd om de ouders zelf noties bij te brengen over wat gezond eten is voor hun kinderen.
Terug naar Nederland
Ook al raken we enthousiast bij het schoollunchprogramma in Japan, we zien nog niet dat er morgen keukens worden ingericht op onze scholen in Nederland. Jamie Oliver heeft een gerede poos hetzelfde geprobeerd in de Engelse situatie, maar hoe populair en verstandig Jamie ook is, het gaat niet vanzelf. De kroket blijft trekken, ook de Britse overheid heeft geen geld (over) voor verduurzaming van het uitstekende initiatief.
Maar,
- Als Nederlandse kinderen nog niet zo eetvaardig naar school komen, waarom zijn er dan – minstens tijdens de lunch – niet meer handen in de klas?
- Als ouders meer zouden kunnen samenwerken met elkaar en met school in plaats van elkaar de loef af te willen steken met de mooiste lunchbox, zou er dan niet iets gezamenlijks van de grond kunnen komen?
- Als het onderwijs de slag zou kunnen maken van pauze-activiteit naar educatieve activiteit, eten we nog lekkerder en gezonder.
- Als de voorzieningen enigszins opgekrikt worden, moet het toch gemakkelijker kunnen? Zoals betoond hoeft er geen keuken of cafetaria op school beschikbaar te zijn, we eten bewust in de groep. Schone washandjes voor elk kind, onbreekbare dienbladen of placemats zouden echter een verschil maken.
Wauw, overblijfmoeders in Nederland kunnen hier nog veel van leren. Super!
Het werd gisteren op het NOS-journaal weer eens duidelijk: leerkrachten kopen desnoods zelf van hun eigen geld wat ze tekort komen aan materiaal. Én ze doen de was. De praktijk staat ver van de tekentafel af.