Cool Japan, een wereldwijd fenomeen

De Japanse popcultuur reikt een behoorlijk stuk verder dan de eigen landsgrenzen. Een groot deel van de wereld, ook Nederland, wordt betoverd door anime, manga en videogames: ‘Cool Japan’ is een belangrijke reden voor de exponentiële stijging van het aantal studenten Japans aan de Universiteit Leiden sinds het begin van het millennium. Momenteel is in Museum Volkenkunde zelfs een uitgebreide tentoonstelling te bewonderen. Hoe heeft ‘Cool Japan’ de wereld weten te veroveren? 

Ondanks dat anime en manga al sinds de jaren ’50 bestaan en videogames er ook al een jaar of 40 zijn is de verzamelnaam Cool Japan relatief nieuw: de term werd pas in 2002 gemunt door journalist Douglas McGray. In een artikel in Foreign Policy beschreef McGray hoe Japan de wereld al decennia cultureel beïnvloedde met manga, anime en videogames. Game- en anime-serie Pokémon had een paar jaar eerder de wereld razendsnel veroverd en was het meest recente voorbeeld van deze (pop)culturele hegemonie.

McGray’s punt sloeg aan. Zo ook bij Japanse ambtenaren, die tot op dat moment werkten voor een overheid die eigenlijk niets concreets deed om deze culturele export te promoten. Japan leunde nog veel te veel op haar dominantie in andere sectoren: tientallen jaren overspoelde het land de wereld met auto’s en huishoudelijke apparaten, maar sinds de een jaar of tien nam de concurrentie uit landen als Zuid-Korea en Taiwan behoorlijk toe. De jaren ’90 waren, na ruim 30 jaar economische voorspoed, een stuk minder vet. In Japan staan ze daarom bekend als ‘het verloren decennium’. Een nieuw soort export was dan ook zeer welkom.

Cool JapanToen ook Westerse media er steeds meer over begonnen te schrijven, hadden ook Japanse overheidsofficials en CEO’s het steeds vaker openlijk over het ‘bruto nationaal cool’, en werd ‘Cool Japan’ de onofficiële verzamelnaam voor alle soorten Japanse populaire cultuur. Nationale omroep NHK kwam in 2005 met een televisiedocumentaireserie met dezelfde naam, en op universiteiten wereldwijd werd wetenschappelijk onderzoek naar anime, manga en videogames onderdeel van het curriculum. Aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden werd Japans met name daardoor in korte tijd de op één na grootste studie (na Geschiedenis). Enkele jaren eerder waren er nog hooguit enkele tientallen studenten per jaarlaag.

Kawaii

Er zijn minstens twee belangrijke redenen waarom Japanse popcultuur wereldwijd zo aanslaat. Allereerst is er de schattigheidsfactor, kawaii in het Japans. De Japanse socioloog Kanako Shiowaka beschouwt kawaii als een medicijn tegen de Japanse prestatiecultuur, waarin kinderen nauwelijks de tijd krijgen om echt kind te zijn. Wanneer Japanners eenmaal aan school beginnen, is er weinig tijd meer voor ontspanning. Ook daarna niet, trouwens: een gap year backpackend door Australië is nog steeds niet gebruikelijk. Wie zijn of haar school afrondt, wordt geacht meteen daarna aan het werk te gaan.

Kawaii stelt Japanse jongeren in staat stil te protesteren tegen de maatschappelijke verwachtingen. Kawaii is, zoals de Volkskrant schrijft, ‘een beschermende laag om kinderen in een vijandige omgeving van volwassen ellende’. Natuurlijk zijn niet alle anime, manga en videogames lieflijk – een groot deel is zelfs bloederig, eng en naargeestig te noemen – maar voor alle tekenfilms en strips, dus ook Westerse varianten, geldt dat ze mensen in staat stellen om zich weer even kind te doen voelen: even het werk en je zorgen vergeten en je lekker verliezen in een andere wereld. Dat is niet iets dat zich beperkt tot Japan, want mensen die zich weer even kind willen voelen zijn er over de hele wereld.

Cool JapanMukokuseki

Een ander belangrijk aspect is wat in het Japans mukokuseki wordt genoemd. Letterlijk vertaald betekent dat ‘staatloos’, maar in deze context staat het voor het gebrek aan duidelijk herkenbare cultuur of afkomst. Wie wel eens een anime van Studio Ghibli bekeek, zal meteen opgevallen zijn dat de personages er niet heel Japans uitzien. Integendeel: de meeste anime-personages hebben ogen zo groot als theeschoteltjes en haar in alle kleuren van de regenboog. Voor Westerse lezers en kijkers die voor het eerst kennismaken met Japanse tekenfilms en strips is dat soms wennen: onze stripfiguren zijn weliswaar vaak cartoony, maar wel herkenbaar Westers. Toch maakt juist die cultuurloosheid dat de meeste anime, manga en videogames makkelijk door een wereldwijd publiek kunnen worden geconsumeerd. Inmiddels zijn kijkers wereldwijd daar zo aan gewend dat anime waarin personages realistisch worden getekend meestal tot negatieve reacties leiden. In 2013 kreeg de anime Aku no Hana (zie afbeelding) veel kritiek.

Cool JapanDus: hoe meer mukokuseki, hoe beter een anime, manga of game kan worden geëxporteerd: het is de belangrijkste reden waarom Pokémon zo snel zo’n wereldwijd fenomeen heeft kunnen worden. Wie zijn of haar best doet kan in elk deel wel het land of continent dat de makers inspireerde herkennen – één deel geleden was dat bijvoorbeeld Frankrijk – maar heel expliciet wordt dat spel nooit.

Zo nu en dan leidt deze export wel tot aparte eindproducten, aangezien in tegenstelling tot de personages de setting soms wel herkenbaar en expliciet Japans is. Neem bijvoorbeeld de Japanse spelserie Inazuma Eleven: daarin is de naam van protagonist Mamoru Endou voor het Westers publiek vertaald naar Mark Evans, waarmee de VS of Engeland als setting wordt gesuggereerd. De spelwereld is echter nog steeds erg herkenbaar Japans: van de traditionele tatami-matten en genkan (de entree waar bewoners hun schoenen uitdoen) in zijn huis, tot de kenmerkende shoutengai, een overdekte winkelstraat, in de buurt van het station waar je als speler de kenmerkende vierkante Japanse trein kan nemen.

Fenomeen, maar nog steeds geen officiële export

Cool Japan is in 15 jaar uitgegroeid tot een begrip, en Japanse popcultuur is nog altijd onverminderd populair – de grote tentoonstelling in Museum Volkenkunde in Leiden bewijst het. Toch financiert en stimuleert de Japanse regering het nog steeds niet voldoende als exportproduct. Dat is volgens critici een belangrijke reden dat Taiwan en met name Zuid-Korea ook op dit vlak de afgelopen jaren langszij hebben kunnen komen. Dat is ook aan de Universiteit Leiden te merken, waar het aantal studenten Koreaans de afgelopen jaren flink steeg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *