Chindogu – de genialiteit van onbruikbare uitvindingen

Een lippenbalsem-stick met als vulling boter, om het in een oogwenk op je brood te kunnen smeren. Miniparapluutjes die de neus van je schoenen beschermen tegen de regen. Kleine trechtertjes om onderweg oogdruppels toe te dienen. Een speelpakje voor baby’s met borstels eraan vastgemaakt, zodat ze de vloer kunnen schoonmaken terwijl ze rondkruipen… Dit zijn slechts enkele van de uitvindingen, de één nog buitenissiger dan de ander, bedacht door Kenji Kawakami. Deze lucht- en ruimtevaartingenieur is de bedenker van chindogu: gadgets die in theorie nuttig zouden kunnen zijn, maar in de praktijk te vreemd zijn om op grote schaal in gebruik te worden genomen.

Het concept van chundogu is een onmiskenbaar succes, onder online en offline kenners. Kunstmuseum Palais de Tokyo te Parijs wijdde er in 2015 een tentoonstelling aan, en er is zelfs een vereniging opgericht die de kunstvorm wil promoten: de International Chindogu Society. Deze telt wereldwijd inmiddels 10.000 leden. Onder hen is Jean-Christophe Lecocq, de voorzitter van de Franse afdeling van de Society, die de gadgets ontdekte in het begin van de jaren 2000. “Ik vond een boek in een kringloopwinkel met de titel 101 Nutteloze Japanse Uitvindingen, en ik was meteen geïnteresseerd”, legt de uitvinder uit. “Daarna was ik vastbesloten Kenji Kawakami op te sporen”, zegt hij in Le monde merveilleux du chindogu.

De voorwaarden van Chindogu

Ondanks hun succes hebben de chindogu Kenji Kawakami nog geen enkele yen opgeleverd. Dat is ook uitdrukkelijk niet de bedoeling: als de maker geld accepteert in ruil voor een chindogu, gaat een zekere zuiverheid verloren, zo betoogt Kawakami. Die blijkt sowieso niet de meest flexibele: hij formuleerde nog een aantal voorwaarden waaraan een voorwerp moet voldoen, wil het als chindogu worden beschouwd.

Zo onthult de website van de Académie Française dat “het fundamenteel voor de geest van de chindogu is dat uitvindingen die aanspraak maken op deze status, vanuit praktisch oogpunt (bijna) volkomen nutteloos zijn. Als je iets uitvindt dat zo praktisch blijkt te zijn dat je het de hele tijd gebruikt, heb je gefaald in de creatie van een chindogu”. Het product moet ook “onschuldig” zijn: het mag geen pervers of ironisch statement maken over de “deplorabele toestand van de mensheid”.

Kenji Kawakami bezit, zoals je mag verwachten, dan ook geen enkel patent. Tussen 1985 en 2001 creëerde hij meer dan 600 chindogu en verklaarde tegenover de Japan Times: “Ik veracht het materialisme, en het feit dat alles wordt omgevormd tot een verkoopbaar voorwerp.”

De geniale uitvinder verdeelt zijn tijd nu tussen het maken van chindogu en het runnen van een kleine uitgeverij (die al vijf boeken over het onderwerp heeft gepubliceerd), en gaat stug door met het uitvinden van nieuwe varianten.

Let wel: de scheidslijn tussen chindogu en wel degelijk nuttig product is soms flinterdun. Een bron voor in onze ogen vreemde producten is in elk geval ook de Daiso, de 100 yen shop. Zo vonden we in 2006 in dit winkelparadijs voor de kleine portemonnee een product dat we tot op de dag van vandaag niet hebben geopend. Het is gewoon té leuk om iemand te laten raden waar dit vernuftige sokje voor bedoeld zou kunnen zijn. Deze “doanobukabaa” werd echter wel degelijk verkocht. Met een beetje geluk wordt zelfs het sleutelgat afgedekt, zo lezen wij. Er is in het ’s winters koude Kyoto een markt voor. Maar daardoor valt deze deurknopwarmer (type A!) dus helaas af als chindogu.

Enkele voorbeelden van absoluut onbruikbare Chindogu

Meer informatie over chindogu is te vinden op de website van de International Chindogu Society: https://www.chindogu.com/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *