De Japanse economie is vanaf de Tweede Wereldoorlog spectaculair gegroeid. De basis voor deze groei werd voor een belangrijk deel gelegd door de Amerikanen. Na de Tweede Wereld oorlog waren zij bang dat Japan misschien door het communistische China zou worden overgenomen. Daarom zorgden zij ervoor dat het land machines en kennis kreeg om volgens een westers model te industrialiseren. Samen met de innige samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven zorgde dit voor het naoorlogse economisch wonder, dat wel te vergelijken is met het Duitse Wirtschaftswunder. In de jaren ’90 komt aan die groei echter een abrupt einde, als de vastgoedbubbel klapt. Japan kampt tegenwoordig met een grote staatsschuld, maar is nog steeds de vierde economie van de wereld.