Na de economische crisis van 1992 zocht de Japanse regering naar een manier om de vermeende unieke eigenschappen van het volk dat tot voor kort een economisch wonder had voortgebracht, terug te brengen. Eigenschappen als voorzichtigheid, teamgeest, het zoeken van consensus, het navolgen van een vastomlijnde set regels, het respecteren en meenemen van ontwikkelingen uit het verleden maar tegelijkertijd proberen te verbeteren. Ook het tegengaan van spilzucht, nemen van verantwoordelijkheid en trots werden als aanjagers van het naoorlogse Japanse economische wonder gezien. Al deze moderne factoren werden toegevoegd aan de betekenis van het pre-industriële begrip Monozukuri: ‘het maken van dingen’. Dit voorbeeld vindt inmiddels wereldwijd navolging. Lees verder
Monozukuri: de Japanse kunst van het produceren
