Ofschoon bloemen in een Japanse tuin eigenlijk geen rol van betekenis spelen, zijn ze er natuurlijk wel. Al die honderden planten, kruiden, heesters en bomen die een verrukte Franz von Siebold tijdens zijn reizen in Japan wist te vinden, bloeien. Al of niet opvallend, maar voor de voortplanting van groot belang. Wij in Nederland vinden ze mooi en zetten er de tuin mee vol. In dit artikel gaan we in op van oorsprong Japanse planten die we in Nederland waarderen en inzetten om bewust of onbewust een klein beetje Japan in de tuin te realiseren.
Traditionele Japanse tuinen zijn er in grofweg drie smaken. Er zijn – vaak eeuwenoude – enorme landschapstuinen, aangelegd door de heersende klasse met als hoofdbestanddelen water, steen en boom. De waterpartij staat symbool voor de oceaan en was en passant ook zeer nuttig bij het uitbreken van felle branden in stadswijken waarvan de huizen geheel van hout waren gebouwd. Er zijn even oude symbooltuinen of Zen-tuinen waar het water is vervangen door grit of kiezel. Grote stenen zijn er wel: Indien de brokken recht op staan worden watervallen verbeeld, wanneer ze in landscape-modus liggen zijn het eilanden. De manier waarop het grit in patronen geharkt is maakt er zee van, golven of wind. Tenslotte zijn er ook traditionele kleine binnentuinen in de oude smalle maar langgerekte stadshuizen of Machiya. Deze tuinen zijn net als de grote tuinen ook contemplatief bedoeld, maar zorgen in de hete zomers ook voor een natuurlijke luchtcirculatie in het benauwde huis.
In geen van deze tuinen speelt men op de bloemen. Er is geen rosarium, kruidentuin, bloemenborder of arboretum. Traditionele tuinen in Japan spelen op het gevoel. Dat kon vroeger zeker zijn om indruk maken op de bezoeker, maar de tuinen appelleren veeleer aan gevoelens omtrent waardering voor de natuur, aan geruststelling, reflectie en zelfverwezenlijking.
Ook in de kleine binnentuin is het niet de bloem die de show steelt, maar de grote steen, zorgvuldig uitgekozen om zijn vorm. Misschien een slapende kraanvogel, wellicht een schildpad. De betekenis van de steen is subtiel, garandeert – in het geval van de schildpad – een lang leven aan de bewoners van het huis.
Wie een grotere tuin bezit bouwt er wellicht een paviljoen achter in, om er thee te drinken, of zich terug te trekken. Het pad er naar toe is graag kronkelig, en omzoomd door struiken die uitbundig opschieten om het gevoel te benadrukken dat je de drukke wereld inruilt voor een rustiger zijn of zen.
Tot zover de romantiek
In het hedendaags stedelijk Japan heeft bijna niemand een grotere tuin, en ook niet de tijd of prioriteit om deze te onderhouden. De wijk deelt een gezamenlijke tuin of park. De ouderen uit de wijk onderhouden deze in gezamenlijkheid. Hier worden de kersenbloesems genoten. De schaarse ruimte om het huis wordt liever benut om de auto op te zetten of de was te drogen. In deze niet zo zentuinen is niet alleen het water weg, maar ook de planten. Deze beide elementen zijn ingeruild voor steen in de vorm van beton of plavuizen. Als er al bloembakken staan, zijn ze vooral gevuld met eenjarige planten die we overal op de wereld aan treffen, als petunia’s, afrikaantjes etc. In dorpen treffen we akkertjes bij het huis en moeten de tuinen vooral iets opleveren ter verkoop of eigen consumptie.
In Nederland zijn de erven iets ruimer bemeten en hechten we aan een verzorgde voor- en achtertuin. Bloeiende bloemen vinden wij belangrijk, maar we willen ook graag niet te veel onderhoud hoeven plegen. Na de onderhoudsextensieve heidetuinen kwam een poos de steentuin in zwang. Al het groen er uit, grind en kiezel er in en hooguit een “waterfeature” in de vorm van een stenen bol waar water uit opborrelt. De Nederlandse variant op de zentuin?
Een ieder zijn smaak. Misschien wordt het nu eens tijd om de tuin eens Japansig in te richten. Wie de traditionele Japanse gedachten over tuinen omarmt, ziet kans om op een klein oppervlak een sfeervolle contemplatieve tuin in te richten, die weinig onderhoud behoeft, het gehele jaar groen is en in elke maand een van de planten “in de zon” zet. Een Japanse tuin is bewust niet symmetrisch, moet niet te veel gesnoeid worden en heeft het ook naar de zin in de schaduw.
De tuin hoeft niet groot te zijn. De traditionele voorbeelden van de binnentuinen, vaak niet meer dan vier bij vier, worden ook omgeven door muren of schuttingdelen. Wie echter zicht heeft op een bomenrij achter de tuin kan deze benutten als borrowed scenery: Japanse landschapsarchitecten bouwen hun tuin van voor naar achter in steeds hoger wordende lagen op, zodat uiteindelijk de bomenrij de laatste rij vormt. Geniaal.
In Japan wordt mos veelvuldig gebruikt als tuinelement. Dat kan ook omdat het klimaat nog warmer en vochtiger is dan bij ons. wellicht dat we over een aantal jaren ook met mos in de tuin aan de slag kunnen, maar op dit moment is het gebruik vooral beperkt tot de kerststukjes. Het mos zou vervangen kunnen worden door andere kleine bodembedekkende kruipertjes.
Camellia (Camellia japonica)
Ginkgo, Japanse tempelboom (Ginkgo biloba)
Hosta sieboldiana
Japanse azalea (Rhododendron japonicum)
Japanse esdoorn (Acer japonicum)
Japanse gele ‘roos’ (Kerria japonica)
Japanse herfstanemoon (Anemone japonica)
Japanse holpijp (Equisetum japonicum)
Japanse sierkers (Prunus serrulata)
Magnolia (Magnolia sieboldii)
Rotsheide (Pieris japonica)
Spierstruik (Spirea japonica)
Welke planten zouden er in kunnen staan? De planten die Franz von Siebold bekoorden kregen een Japanse achternaam: Spirea Japonica, Iris Japonica.. Een aantal kreeg zelfs zijn achternaam: Hosta Sieboldiana, Clematis Sieboldii, Magnolia Sieboldii. Wie een tuincentrum bezoekt en de kaartjes in de potten leest ziet verrassend veel kruiden en heesters die van oorsprong uit Japan komen. Het klimaat is verwant, ze zijn winterhard, we vinden ze decoratief en waarderen hun bloeiwijze of vorm.
Ze zijn alle te gebruiken in uw tuin. De kunst is om niet te veel verschillende te gebruiken, om ze te selecteren op bloeimaand, vorm en hoogte. Beter grotere vlakken met dezelfde plant als een rij om de tien centimeter geplante tulpen. (overigens geen Japanse plant, die tulp).
U kunt het zelfs nog Japanser aanpakken: combineer de voorgaande gedachten met uw eigen smaak! Japanners hebben immers in de loop der eeuwen alle bruikbaarheden opgenomen in hun cultuur. Als een Japanse esdoorn niet wil aanslaan, waarom dan geen Oranjebloesem, Choisya Ternata, een immer geelblijvende struik uit Mexico? Een Japanner kan deze pragmatiek alleen maar waarderen.
Meer informatie?
- Voor meer informatie over traditionele Japanse tuinen verwijzen we graag naar een informatieve aflevering van Begin Japanology
- Op het Pinterest bord Katern: Japan – Bloemen en planten reiken we een verzameling aan die u kunt gebruiken voor het vormgeven van uw eigen tuin.
- En, natuurlijk, het tuincentrum bij u in de buurt.
Leuk stukje om te lezen ! Ik bezoek weleens de Japanse tuin op Landgoed Clingendael, gelegen tussen Den-Haag en Wassenaar, dit jaar open van 30 april t/m 26 mei ! Echt heel mooi om te zien én altijd druk bezocht.
In Boskoop is kwekerij Esveld en zij hebben ook een prachtige Japanse tuin, het gehele jaar geopend én je kunt daar de prachtigste Japanse bomen, heesters en planten kopen!
Ik vind het erg mooi allemaal, maar pas het niet toe in onze eigen tuin, maar alles wat met tuinen te maken heeft lees ik graag … hartelijk dank voor deze informatie !
Dank je wel, Janny! De tuinen die je noemt zijn prachtig, en wellicht nog Japanser dan die in Japan zelf. ‘In de dierentuin zie je meer tijgers dan in het wild”. Voor mij zijn deze tuinen niet zo naast de deur, ik kijk dus uit mijn raam, voel de aarde, ruik de planten. En denk aan niets.
Dank je wel!
De kleine binnentuinen zijn meestal schaduwrijk. Daarom bloeit, er denk ik, zo weinig.
Jazeker! En waar wij in Nederland geen genoegen nemen met zo’n bloemloze tuin en deze als problematisch beschouwen, wordt deze natuurlijke oorzaak voor geen of onopvallende en kleine bloemen in Japan geaccepteerd en juist omarmd. Mooi He?