Een attractiepark in Kitakyushu, in het zuidwesten van Japan, kreeg onlangs een storm van kritiek over zich heen. In de schaatsbaan van het park waren namelijk dode vissen verwerkt. De vissen waren half onder het ijs begraven, sommige met hun mond nog open. Andere vissen waren in de vorm van een school gedrapeerd. De eigenaren van het park hadden deze ijspret bedacht om de bezoekers het idee te geven dat ze konden schaatsen op de zee en iets over de vissen leren. Deze creatieve ingeving pakte echter heel anders uit.
Veel bezoekers vonden namelijk dat de vissen waren misbruikt. De vissen zouden voor niets zijn gedood. Ook hadden ze volgens sommige criticasters beter als voer kunnen worden gebruikt. Nu had niemand er iets aan. De eigenaren van het park waren erg geschrokken en voelden zich genoodzaakt om de schaatsbaan te sluiten na alle kritiek. Ook boden ze op de website van het park hun excuses aan voor eventuele geleden schade.
Het bericht haalde prompt de internationale media en circuleert ook op Facebook, Twitter, in onze kranten en haalde zelfs het Jeugdjournaal. Is dit echt hetzelfde land dat we juist kennen van de zo schattige knuffelhondjes? Met name het zinloos doden van de vissen wordt veroordeeld. Hoe halen de Japanners het in het hoofd? Men is boos.
Misschien is deze boze reactie die geuit wordt door ook Japanners zelf vooral het product van een westerse kijk op het omgaan met dieren. De tonijn die we uit blik halen, heeft geen gezicht en vorm en wordt met smaak verorberd. Gaat het echter om orka Willy uit de gelijknamige film, dan moet niemand er aan denken dat dit personage wel eens op je bord zou kunnen belanden. Een kipfilet gaat er wel in, maar veel mensen wensen niet te kluiven aan nog duidelijk herkenbare ledematen. In het westen wordt het dier meestal als een – vaak zelfs volwaardig – maatje beschouwd. Als het dier ziek is, wil de eigenaar vaak dat het zo lang mogelijk kan blijven leven. En als een (huis)dier dan toch overlijdt, voorziet de crematie-industrie ruimschoots in mogelijkheden om afscheid te nemen.
Barbara Ambros van de universiteit van North Carolina, heeft onderzoek gedaan naar de Japanse kijk op de dood van dieren en de rituelen die met de dood gepaard gaan. Het resultaat is beschikbaar in de uitgave Bones of contention. Zij stelt dat die zienswijze in het traditionele Japan, dat sterk beïnvloed werd door door Chinees gedachtegoed, heel anders was.
Dieren als de Kitsune, een magische vos, werden gezien als geesten en konden mensen transporteren tussen de gewone en de boven-wereld. Die dieren werden vereerd als geesten en in zekere zin ook gevreesd. Ook een dier als de Ryuu werd als bovennatuurlijk gezien. Deze mythische draak symboliseerde weelde en kracht en beschermde de mensen tegen kwade geesten.
Ook was de relatie met dieren functioneler. In boeddhistische rituelen werden overleden dieren bewust bedankt voor de diensten die ze aan mensen bewezen. Samurai werden ondersteund door de paarden waar ze op reden. En boeren maakten gebruik van de kracht van de os om hun akkers te bewerken.
Dieren en met name vissen worden al eeuwenlang gegeten in Japan. Het eilandenrijk wordt immers omgeven door een voedselrijke oceaan. De Japanse pragmatiek wint het hier van het boeddhisme dat het doden van dieren afkeurt. De vis levert echter een belangrijke en onmisbare aanvulling aan de Japanse schijf van vijf, en zolang de vis dan ook om die reden gevangen wordt, is dat vanzelfsprekend prima. Er wordt na de maaltijd overigens nog steeds gezamenlijk formeel dank uitgesproken voor het genuttigde voedsel. “Gōchisōsama deshita” (het eten was heerlijk).
Het idee echter dat een een dier ook een individuele ziel kan hebben en aaibaar is, komt pas recentelijk op in het moderne Japan. De eerder genoemde honden als huisdieren in eigenlijk te klein bemeten huizen zijn daar het voorbeeld van. Pas in de negentiger jaren is de hond als huisdier een dingetje. En niet zomaar: er zijn inmiddels in Japan meer tekkels en familieleden dan kinderen onder de vijftien jaar. Ze dragen sokjes, rugdekjes, rompertjes en mutsjes. Er zijn inmiddels tal van hondenklinieken, hondenbegraafplaatsen en de gekte neemt nog steeds toe. De dierenliefde raakt buiten proportie. Het eerdere Japan ging pragmatischer om in haar relatie met dieren.
Het is maar de vraag of de eigenaren van de ijsbaan het publiek wilden kwetsen. Het zou goed kunnen dat de vissen als eerbetoon aan de machtige natuur fungeren. Bovendien waren de vissen al dood toen ze op de plaatselijke markt werden gekocht.
2 december 2016